Ingezonden persbericht
Amsterdam, 4 november 2003
Succesfactoren van internationaal zakendoen tijdens ABN AMRO Wereldweken
Internationalisatie lijkt voor veel bedrijven het wachtwoord van de toekomst. Uit een rapport dat Professor
Jagersma van Universiteit Nyenrode vandaag presenteerde tijdens de opening van de ABN AMRO
Wereldweken, blijkt echter dat teveel Nederlandse internationaal actieve ondernemingen een 'stuwende
kracht' missen: een internationale visie. Slechts eenderde van deze bedrijven beschikt over een expliciete
internationale visie: een geformaliseerde internationale ambitie.
Een internationale visie is een van de twaalf succesfactoren van Nederlandse internationaliserende
ondernemingen, die resulteerden uit het onderzoek dat Jagersma in samenwerking met ABN AMRO heeft
uitgevoerd. Deze succesfactoren zijn een vertaling van de sterk uiteenlopende vaardigheden en de gedegen
voorbereidingen en analyse die cruciaal zijn bij het internationaal zakendoen.
Effectieve concurrentie strategie
Het formuleren van een effectieve concurrentiestrategie is andere belangrijke succesfactor. Via een
concurrentiestrategie profileert en positioneert een onderneming zich op een bepaalde manier op een
buitenlandse markt. Uit het onderzoek is gebleken dat Nederlandse ondernemingen vooral internationaal
concurreren middels de lagekostenstrategie (ongeveer tweederde van de ondervraagde bedrijven). Slechts
10 procent van de internationaal opererende Nederlandse ondernemingen maakt actief gebruik van de
innovatiestrategie om de buitenlandse concurrentiestrijd naar de hand te zetten. Echter, door alleen op lage
kosten te concurreren, gaan bedrijven het de komende jaren niet redden. De leiding van een internationaal
actieve onderneming zal uitvoerig stil moeten blijven staan bij de keuze van welke internationale
concurrentiestrategie gebruik te maken.
`Global sourcing'
'Global sourcing' een ontwikkeling waarbij een onderneming niet-lokaal gebonden bedrijfsprocessen en-
activiteiten verplaatst naar die delen van de wereld waar kosten en toegevoegde waarde het meest gunstig
zijn is als bedrijfsstrategie in een stroomversnelling geraakt. De belangrijkste motieven hiervoor zijn
kostenverlagingen, grotere afzet mogelijkheden en de behoefte om dichter bij de klant te zitten. Jagersma
concludeert dat het voor steeds meer internationaal actieve Nederlandse ondernemingen van groot belang
is de meest arbeidsintensieve schakels in `ontwikkeling zijnde' landen onder te brengen. Dit geldt overigens
ook in steeds grotere mate voor het verplaatsten van kennisintensieve activiteiten naar andere delen van
de wereld. Nieuw is dat 'global sourcing' ook onder middelgrote ondernemingen en grote
dienstenondernemingen actueel begint te worden - in woorden (studie) dan wel daden. Van alle
dienstenondernemingen 'oriënteerde' ongeveer 25 procent zich serieus op het verplaatsen van bepaalde
(vooral administratieve) activiteiten naar lagelonenlanden (het vaakst werden Oost-Europa en
Voor-Azië genoemd).
Afsluitend concludeert Jagersma dat deze twaalf factoren onontbeerlijk zijn om van internationale expansie
een succes te maken.
Persvragen:
ABN AMRO Persvoorlichting 020 6288900
Ingezonden persbericht