Gemeente Rotterdam

Nr. 192
4 november 2003

Rotterdam versobert uitvoering Wet voorzieningen

gehandicapten

Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft nieuwe versoberingsvoorstellen gepresenteerd voor de uitvoering van de Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg). De meest ingrijpende voorstellen betreffen de vervoersvoorzieningen. Verantwoordelijk wethouder Sjaak van der Tak: "De voorstellen zijn sociaal en rechtvaardig; we handhaven het voorzieningenniveau en gaan oneigenlijk gebruik tegen."

Uitgangspunt voor het gehandicaptenvervoer blijft het vervoerssysteem Vervoer op Maat (VoM). De voorstellen op een rij: Het vervangen van deur tot deur (DtD) service en kamer tot kamer (KtK) service door één vervoerssysteem, met een standaardservice (begeleiding tot de hoofdingang van het huis of wooncomplex, of voor rolstoelgebruikers, tot over de drempel) en een extra begeleidingsservice (begeleiding tot in de hal van de woning binnen het wooncomplex, voor mensen met een indicatie). Het KtK vervoer met tilservice wordt vervangen door Vervoer op Maat met een extra begeleidingsservice of een persoongebonden budget (op indicatie). Dat budget bedraagt E 907.56 per jaar voor mensen die gebruik kunnen maken van gewoon vervoer en

E 1.361.34 per jaar voor mensen die gebruik moeten maken van rolstoelvervoer. Het aantal reiszones per jaar wordt maximaal 500 per persoon. Het uitbreiden van het vervoer naar 5 zones vanaf het woonadres. Het invoeren van een blauwe in plaats van een roze strippenkaart, met een automatisch incassosysteem, om tijdwinst te boeken bij het in- en uitstappen.

Daarnaast stelt het College voor om ongebruikte scootmobielen terug te halen. Het gebruik van scootmobielen kan worden bijgehouden via een meter op de scootmobiel. Een ander deel van de bezuiniging wil het College realiseren door een efficiëntere uitvoering van de Wvg.

Geen wijzigingen woonvoorzieningen

Aan de woonvoorzieningen wil het College niets veranderen. Dit betekent voortzetting van het bestaande beleid om te adviseren tot verhuizen, als dit de goedkoopste adequate oplossing is. Daarnaast blijft de vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten (E 2.950) gehandhaafd, net als de 100% vergoeding voor woningaanpassing aan de woningeigenaar. De Wvg-cliënt hoeft nog steeds geen eigen bijdrage te betalen voor kleine woningaanpassingen.

Het College stelt voor de wijzigingen in te laten gaan per 1 februari 2004. De aanleiding voor de versobering van de vervoersvoorzieningen is dat de financiële reserves uitgeput zijn. Het Rijk geeft onvoldoende geld om de Wvg-uitgaven in Rotterdam te betalen. Rotterdam heeft per 1.000 inwoners niet alleen meer Wvg-cliënten dan andere gemeenten, maar heeft ook veel meer ouderen die langer zelfstandig wonen. In de periode 1999 - 2003 is het aantal Wvg-cliënten in Rotterdam met 27% gestegen.

In totaal verwacht het College met de versoberingmaatregelen een structurele besparing van E 2,7 miljoen te realiseren. Het eerste voorstel van het College, in april 2003, over een bezuinigingspakket dat E 4 miljoen moest opleveren, is ter advisering voorgelegd aan de Stedelijke Adviescommissie Gehandicapten (SAG), de Stedelijke Adviescommissie Ouderen (SAO) en het Cliëntenpanel Voorzieningen Gehandicapten. Op basis van de adviezen van deze organisaties, signalen uit de samenleving en een motie van de Gemeenteraad (Van der Hilst), is het College met dit nieuwe voorstel gekomen.

In de Wvg is geregeld dat de gemeente verantwoordelijk is voor het verstrekken van vervoersvoorzieningen, woonvoorzieningen en rolstoelen. Vanaf de invoering van de Wvg in 1994 heeft Rotterdam altijd meer gedaan dan wettelijk verplicht. Voorbeelden hiervan zijn dat de Rotterdamse Wvg-cliënten voorheen tegen OV-kortingstarief konden reizen en dat in 1996 de eigen bijdrage voor woonvoorzieningen is geschrapt.

noot voor de redactie/