Gemeente Utrecht


Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

4 november 2003.

LET OP: gewijzigde aanvangstijd persconferentie!

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 15.45 uur in de perskamer van het stadhuis.


1. Bevoorradingsplan Binnenstad Utrecht
Verspreid over de binnenstad worden in overleg met ondernemers en bewoners op vijf tot tien locaties extra laad- en losplaatsen aangelegd. Daarnaast zal specifiek voor bevoorradingsverkeer richting de binnenstad bewegwijzering worden gerealiseerd. Dit zijn twee van de maatregelen uit het Bevoorradingsplan Binnenstad Utrecht waarmee het college van burgemeester en wethouders heeft ingestemd. Uitvoering van het plan moet de bevoorrading van winkels en bedrijven in het centrum (binnen de singels) versoepelen om het economische en verblijfsklimaat van de binnenstad verder te verbeteren.

Naast de maatregelen die de gemeente voor haar rekening neemt, is ook een belangrijke rol weggelegd voor de individuele binnenstadsondernemers. Van hen wordt verwacht dat ze ervoor zorgen dat vervoerders de venstertijden ('s-morgens van 06.00 tot 11.00 uur en een uur na winkelsluiting) beter kunnen benutten en dat ze waar mogelijk gebruik maken van zowel de stadsdistributiecentra (SDC's) als de zogenoemde 'bierboot'. SDC's zijn vervoersbedrijven aan de rand van de stad, waar andere vervoersbedrijven goederen bestemd voor de binnenstad kunnen afleveren. De SDC's zorgen er vervolgens voor dat de goederen met geschikte voertuigen naar de binnenstad worden gebracht. De SDC-voertuigen mogen ook het voetgangersgebied in buiten de venstertijden. Ondernemers in de binnenstad zullen door de gemeente worden geïnformeerd over uiteenlopende mogelijkheden van bevoorrading met behulp van speciale folders en routekaarten. Daarnaast kunnen binnenstadondernemers voor de meest actuele informatie over bijvoorbeeld wegopbrekingen terecht op de bereikbaarheidswebsite van de gemeente (www.utrecht.nl/bereikbaar). Het bevoorradingsplan voor de binnenstad is een coproductie van gemeente Utrecht, de verladers- en vervoerdersorganisaties EVO en Transport en Logistiek Nederland, de Kamer van Koophandel Utrecht en het Platform Binnenstad Utrecht. Bedoeling is dat de maatregelen uit het bevoorradingsplan in het najaar van 2004 zijn uitgevoerd.


2. Nieuwbouwplan aan Rijnlaan
Voor een gebied aan de Rijnlaan in de wijk Zuidwest heeft woningbouwcorporatie Bo-Ex '91 een nieuwbouwplan ontwikkeld. Om dat te kunnen realiseren heeft het college van burgemeester en wethouders vandaag besloten om de bestemming van die lokatie te wijzigen van 79 sociale huurwoningen en één bedrijfsruimte in 8 sociale huur eengezinswoningen, 25 sociale huurwoningen, 68 vrije sector koopwoningen en één bedrijfsruimte. Bovendien heeft het college besloten om ten behoeve van dit plan een aangrenzend stuk grond in erfpacht uit te geven aan Bo-Ex '91. De sloop- en bouwvergunning zijn reeds verleend. De eerste paal voor dit nieuwbouwplan wordt woensdag 5 november geslagen.

Het nieuwbouwplan voor de omgeving Rijnlaan valt onder de raamovereenkomst De Utrechtse Opgave (DUO), een overeenkomst tussen gemeente en woningbouwcorporaties over herstructurering van achterstandswijken.


3. Krediet voor stedelijke autoprojecten
Het college van burgemeester en wethouders vraagt de gemeenteraad een krediet van EUR 16,817 miljoen ter beschikking te stellen voor het uitwerken en verder voorbereiden van de autobereikbaarheidsprojecten aan de westkant van de stad (Voorzieningen Hoofdwegennet Auto). Het krediet is bestemd voor de voorbereiding van de herinrichting van de zogenoemde Majellaknoop (kruispunt Spinozaweg/Thomas à Kempisweg - Vleutenseweg), de reconstructie van het 24 Oktoberplein, de Nieuwe Ontsluiting Utrecht West via het bedrijventerrein Lage Weide naar de stad én de verkeersmaatregelen die nodig zijn voor het verbeteren van de bereikbaarheid van het Stationsgebied. Voor deze projecten moeten Integrale Programma's van Eisen worden opgesteld en Definitieve Ontwerpen worden gemaakt. Daarnaast moet voor diverse tracés en knooppunten een aantal juridisch-planologische procedures worden opgestart. Ook is geld nodig voor de coördinatie van de uitvoering van deze grote infraprojecten in Utrecht West. Om de uitvoering goed op elkaar af te stemmen wordt gebruik gemaakt van een zogenoemd uitvoeringsplan. Hierin staan de randvoorwaarden voor de uitvoering van de infraprojecten. Zo wordt onder meer aangegeven in welke volgorde de projecten worden uitgevoerd en hoe de bereikbaarheid van de stad tijdens alle werkzaamheden moet worden gegarandeerd. Vanaf 2005 start de uitvoering de verschillende projecten. Verwacht wordt dat er drie jaar lang op diverse plekken in de stad gewerkt zal worden aan het verbeteren van bereikbaarheid van Utrecht voor het autoverkeer. Zo gaat rondom het kruispunt Vleutenseweg/Thomas à Kempisweg-Spinozaweg de komende jaren veel gebeuren. De afslag van de A2 ter hoogte van de Vleutenseweg verdwijnt en via een vrije busbaan gaan HOV-bussen van en naar Leidsche Rijn rijden. Daarnaast krijgt de Vleutenseweg een belangrijke taak in het verbinden van Leidsche Rijn aan de bestaande stad. Bovendien is bij het knooppunt een Randstadspoorstation voorzien. De gemeente wil de Majellaknoop en directe omgeving daarom in de komende jaren opnieuw inrichten. Hiervoor is een voorstel voor een nieuw gelijkvloers kruispunt uitgewerkt. Met dit voorstel heeft het college in juni ingestemd. Het 24 Oktoberplein bevindt zich momenteel in de eindfase van de variantkeuze. Verwacht wordt dat het college eind van dit jaar besluit aan welke variant van ongelijkvloerse kruising zij de voorkeur geeft. Voor het verbeteren van de bereikbaarheid van het Stationsgebied is het voornemen als onderdeel van de Voorzieningen Hoofdnet Auto de capaciteit te vergroten van de Overste den Oudenlaan en de Van Zijstweg. Met betrekking tot de uitbreiding van het wegennet in Lage Weide geldt dat het college in juni heeft ingestemd met de aanleg van een nieuwe verbindingsweg tussen de nieuwe afslag van de A2 ter hoogte van de Hyperonenweg op het industrieterrein Lage Weide en het toekomstige treinstation Lage Weide met transferium. Deze nieuwe weg kruist de Atoomweg (gelijkvloers), waarmee ook een directe verbinding vanaf de A2 met het industrieterrein ontstaat. Voor de nieuwe route van A2 naar de stad is gekozen voor uitbreiding van de Reactorweg die er twee rijstroken bij krijgt. De bestaande rijstroken blijven bestemd voor verkeer dat naar Lage Weide zelf wil. Ter ondersteuning van de infrastructurele ingrepen voor het autoverkeer, zet de gemeente ook in op het verbeteren van de bereikbaarheid met behulp van dynamisch verkeersmanagement.


4. Tweede rapportage doorstromingseffecten Leidsche Rijn De woningbouw in Leidsche Rijn geeft jongere starters meer kansen op de Utrechtse woningmarkt. De 2e rapportage 'Doorstromingseffecten Leidsche Rijn' bevestigt daarmee de conclusies van de 1e rapportage (april 2002). Sindsdien zijn bijna 1000 nieuwe woningen opgeleverd (peildatum juli 2003). Op dit moment is meer dan de helft van de nieuwe bewoners in Leidsche Rijn afkomstig uit de bestaande stad. Van hen laat 40 procent een sociale huurwoning achter. Het gaat vooral om flats in de naoorlogse wijken. De plek van de vertrekkers wordt ingenomen door jongere huishoudens, die gezien hun inkomen aangewezen zijn op een goedkope huurwoning.

Samenvatting belangrijkste gegevens:
· Per juli 2003 zijn via Woningnet 5.190 woningen in Leidsche Rijn verhuurd of gekocht. Het gaat met name om koopwoningen (80%). De wijk trekt voornamelijk huishoudens uit de stad Utrecht: 56% van de nieuwe bewoners is afkomstig uit de bestaande stad. Sinds het 3e kwartaal van 2001 is het aandeel Utrechters licht gedaald, van 60% naar 56% nu.

· Van de vertrekkers uit Utrecht laat 40% een sociale huurwoning achter. In totaal gaat het om 1.159 woningen die opnieuw zijn/worden aangeboden via de Woningkrant. Sinds het 3e kwartaal van 2001 is het aandeel huishoudens dat een sociale huurwoning achterlaat licht gedaald, van 42% naar 40% nu.

· Van de vertrekkers uit een sociale huurwoning in Utrecht heeft 56% een woning in Leidsche Rijn gekocht. Het aandeel kopers onder huishoudens vanuit een andere woonsituatie (particuliere huur, inwonend en eigenaar-bewoners) ligt hoger.

· De nieuwe bewoners van Leidsche Rijn zijn jong. Meer dan 80% is jonger dan 45 jaar. Het aandeel kopers neemt af met de leeftijd. Van de huishoudens tot 45 jaar heeft 84% een woning gekocht, boven 45 jaar is dat 52%. Het aandeel gezinnen en tweepersoonshuishoudens is ongeveer gelijk; 41% en 39%, 20% van de nieuwe bewoners uit Utrecht is alleenstaand.

Gezinnen huren relatief vaker dan alleenstaanden en tweepersoonshuishoudens een woning. Opvallend is het hoge aandeel kopers onder alleenstaanden: 75%. Ongeveer 55% van de vertrekkers beschikt over een inkomen tot EUR 35.000 per jaar. Het inkomen is van invloed op de eigendomsvorm van de woning. Van de huishoudens met een inkomen tot EUR 25.000 heeft 51% een woning gehuurd, van de huishoudens met een hoger inkomen heeft 89% een woning gekocht.

· De vertrekkers uit Utrecht naar Leidsche Rijn zijn vooral afkomstig uit de na-oorlogse wijken Noordwest, Overvecht en Zuidwest, maar ook uit Vleuten-De Meern. De woningen die worden achtergelaten zijn voornamelijk flats met een lage huur tot EUR 340 per maand.

· Van de 1.159 sociale huurwoningen zijn er inmiddels 826 opnieuw aangeboden in de Woningkrant. · De achtergelaten woningen worden vooral verhuurd aan starters op de woningmarkt. In het algemeen zijn de nieuwe huurders jonger dan de vertrekkers, behoren ze vaker tot een klein huishouden (met name alleenstaanden) en beschikken ze over een lager inkomen. Het zijn voornamelijk huishoudens afkomstig uit Utrecht, die eerder inwonend waren.

· Geconcludeerd kan worden dat de woningbouw in Leidsche Rijn doorstroming in de stad tot effect heeft. Meer dan de helft van de nieuwe bewoners van Leidsche Rijn is afkomstig uit Utrecht en hiervan laat 40% een sociale huurwoning achter. Het gaat daarbij voornamelijk om flats in naoorlogse wijken. De plek van de vertrekkers wordt ingenomen door jongere huishoudens die gezien hun inkomen aangewezen zijn op een goedkope huurwoning.


5. Gemeente investeert in kindercluster 't Zand Eind mei 2004 kan de bouw starten van kindercluster 't Zand in Leidsche Rijn. Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om de raad daarvoor een uitvoeringskrediet te vragen. In 't Zand komen twee basisscholen, een activiteitencentrum, een kinderdagverblijf en een sportzaal. De ruimtelijke opzet van het kindercluster volgt de uitgangspunten van het Forumconcept. De stuurgroep van gemeente en toekomstige gebruikers is in juni 2003 accoord gegaan met het definitief ontwerp voor het Kindercluster. Met dit kindercluster wordt in belangrijke mate voorzien in de voorzieningenbehoefte in de nieuw te bouwen wijk het Zand in Leidsche Rijn.

Met de bouw van kindercluster 't Zand is een investering gemoeid van van EUR 12,5 miljoen. Eerder al besloot de raad om een voorbereidingskrediet ter beschikking te stellen van ruim EUR 1 miljoen.


6. Communicatieproducten positief gewaardeerd. Uit een evaluatieonderzoek van Bestuursinformatie blijkt dat de Utrechtse burgers positief denken over de gemeentepagina's in Ons Urecht (rapportcijfer 7), over de Gemeentegids (rapportcijfer 7.3), over de persoonlijke sites van collegeleden (rapportcijfer 7.3) en over de televisieuitzendingen van raadsvergaderingen (rapportcijfer 7.3).

Uit het onderzoek blijkt tevens dat verbetering mogelijk is van deze producten. Het College heeft besloten om over te gaan tot verbeteracties op de volgende punten:


- de verspreiding van Ons Utrecht is onder de maat
- de indeling en de index van de Gemeentegids kunnen beter
- de internetpagina's van Collegeleden zijn nog niet goed bekend
- email van burgers aan leden van b en w moet eenduidiger worden afgehandeld
- bij raadsuitzendingen is behoefte aan meer toelichting op agenda, werkwijze en discussiepunten. De verbeteracties zullen worden uitgevoerd door de afdeling Communicatie van de gemeente Utrecht.


7. Utrecht uit Plassenschap Loosdrecht
Het college gaat de raad voorstellen om per 1 januari 2004 uit het Plassenschap Loosdrecht te treden. In februari 2003 is het voornemen hiertoe al besproken met de raadscommmisise Maatschappelijke Ontwikkeling. In de afgelopen maanden is overlegd met het bestuur van het Plassenschap over de consequenties van de uittreding.

De belangrijkste reden is dat het merendeel van het werkgebied van Plassenschap Loosdrecht als gevolg van de gemeentelijke herindeling in de provincie Noord-Holland is komen te liggen. Het werkgebied van Recreatieschap Stichtse Groenlanden is van veel groter belang voor de inwoners van de stad. Onder meer door de groei van Leidsche Rijn dat voor een deel in het werkgebied van dit schap ligt. Een andere reden voor uittreding is dat binnen de gemeente alle uitgaven tegen het licht worden gehouden en heroverwogen. In het collegewerkprogramma 2001-2006 was afgesproken dat deelname aan de recreatieschappen opnieuw zou worden bekeken. De gemeente betaalt jaarlijks EUR 292.000 aan Plassenschap Loosdrecht.


8. Voortgang economische en sociale versterking van de westkant van de stad Het Westflankprogramma, gestart in 2000, is gericht op economische en sociale structuurversterking van gebieden aan de westkant van de stad. Hierbij gaat het o.a. om het stimuleren van ondernemerschap, het versterken van het bedrijfsleven, werkzoekenden beter toerusten voor de arbeidsmarkt, het verbeteren van de bereikbaarheid.

Voor dit programma is Europees geld beschikbaar, in totaal een bedrag van EUR 21,3 miljoen. Nu het programma halverwege de looptijd is, heeft het college de voortgang bekeken en maatregelen genomen die er voor moeten zorgen dat dit Europees geld maximaal benut wordt. Dat is ook nodig, zeker in de huidige periode van economische tegenwind, om de sociale en economische structuur in de westflank te versterken. Een deel van deze projecten kan zodoende een bijdrage leveren aan het werkgelegenheidsoffensief dat de gemeente wil starten.

Tot nu toe is ongeveer de helft van het Europese geld in Utrechtse projecten vastgelegd. Het college heeft ingestemd met een inventarisatie, waarin is opgenomen welke projecten in de resterende subsidieperiode (tot eind 2006) uitgevoerd kunnen worden.

Projecten krijgen ten hoogste 50% financiering uit 'Brussel'. 50% moet ook komen van andere overheidsorganisaties. Bij de start van het Westflankprogramma is onder andere daarom een bedrag opgenomen in de investeringsplanning van de gemeente en het college stelt nu voor uit dit budget EUR 2,3 miljoen beschikbaar te stellen ten behoeve van de gemeentelijke cofinanciering van projecten.


9. Seniorenwoningen aan Prof. dr. Magnuslaan
Door verhuizing van aannemersbedrijf Stamhuis komt aan de Prof. dr Magnuslaan in Tuindorp een perceel vrij waarop de eigenaar appartementen met enkele zorgvoorzieningen en een parkeergarage wil bouwen. Het college van burgemeester en wethouders is onder voorwaarden bereid mee te werken aan de realisatie van dit bouwplan. Een Nota van Uitgangspunten wordt voorbereid. In de nota zal zeker aandacht worden besteed aan de locatie en positie van speeltuin De Pan, die gedeeltelijk op het te bebouwen perceel is gevestigd. Verwacht wordt dat een oplossing kan worden bereikt door de speeltuin iets te verschuiven richting Eijkmanlaan. Het aannemersbedrijf is hierover al in gesprek met het bestuur van De Pan. Zodra de randvoorwaarden gereed zijn, zal de buurt worden geïnformeerd.