nummer 237 / Ede, 4 november 2003
Onderwijsconvenant leidt niet tot direct betere spreiding
Werk scholenconsulenten waardevol
Een periode van twee jaar is niet voldoende om te komen tot een meer
evenredige spreiding van allochtone kinderen over de scholen in
Veldhuizen. Dit concludeert de gemeente Ede na een tussentijdse
evaluatie van het convenant over de spreiding van deze leerlingen over
de scholen in Veldhuizen. Wel zijn alle betrokkenen enthousiast over
het werk van de scholenconsulenten.
Minister Van der Hoeven van onderwijs heeft schoolbesturen onlangs
geadviseerd om samen met gemeenten convenanten te sluiten om op die
manier spreiding van allochtone leerlingen te stimuleren. De gemeente
Ede en de schoolbesturen hebben inmiddels al een jaar ervaring met een
onderwijsconvenant. Op basis van de resultaten is het vraag of je door
het sluiten van convenanten wel die evenredige spreiding kunt
bereiken. Wet en regelgeving bieden echter geen andere
sturingsmogelijkheden. Het Edese convenant heeft echter wel een aantal
positieve punten opgeleverd die de gemeente en de schoolbesturen het
komend jaar willen voortzetten. Met name het werk van de
scholenconsulenten vinden alle betrokkenen erg waardevol.
Het convenant spreidingsbeleid Ede is ruim een jaar in werking. Uit de
tussentijdse evaluatie blijkt dat het aantal leerlingen op de meeste
scholen in Veldhuizen is gedaald. Het aandeel allochtone leerlingen
over alle scholen is gelijk gebleven. De scholen waarvan de
percentages allochtone leerlingen op of boven het wijkgemiddelde
zitten, zijn dezelfde als in 2002.
De gemeente en de schoolbesturen hebben daarom nog eens kritisch
gekeken naar de activiteiten in het afgelopen jaar. Los van wat uit de
cijfers blijkt benadrukken alle partners het belang van de
scholenconsulenten.
De gemeente en de schoolbesturen hebben daarom samen afgesproken dat
zij in de komende periode hun aandacht op een aantal punten zullen
concentreren:
* voorlichting (geven) aan ouders zodat zij een bewuste schoolkeuze
kunnen maken;
* stimuleren dat tweejarigen naar de peuterspeelzaal gaan zodat deze
kleuters zo goed mogelijk worden voorbereid op de basisschool. De
bedoeling is ouders te benaderen als hun kind ongeveer anderhalf
jaar oud is. Tijdens voorlichting aan ouders over schoolkeuze en
bij het stimuleren van peuterspeelzaalbezoek, zal ook een
allochtone ouder met kind(eren) op een bijzondere school of
peuterspeelzaal gevraagd worden te vertellen over zijn/haar
ervaringen;
* voortzetting van het meldpunt bij de scholenconsulenten. Iedere
leerling die wordt doorverwezen, wordt door de school gemeld bij
de scholenconsulenten. Ook ouders kunnen bij de scholenconsulenten
terecht wanneer hun kind niet wordt toegelaten tot de school van
hun keuze. De scholenconsulenten zullen de ouders van verwezen
leerlingen de komende periode veel directer benaderen. Zij geven
dan informatie over de verschillende scholen en bespreken het
belang van een bewuste schoolkeuze.
* een goede communicatie tussen de verschillende scholen en
peuterspeelzalen is belangrijk. De begeleidingsgroep van de
scholenconsulenten, waar de verschillende scholen en het
peuterspeelzaalwerk in de wijk in vertegenwoordigd zijn, levert
daar een belangrijke bijdrage aan. Daarom zetten de gemeente en de
scholen deze groep voort.
Hoewel het doel van het convenant, een betere spreiding van allochtone
leerlingen, niet gehaald is, hechten de gemeente en de scholen veel
belang aan een verdergaande samenwerking. Doel van die samenwerking
blijft een bewustere schoolkeuze van de ouders.
Gemeente Ede