Gemeente Ede

nummer 240 / Ede, 4 november 2003

Bouwvergunning Maxis wordt ingetrokken

De verleende bouwvergunning aan Maxis voor het veranderen en vergroten van de supermarkt aan de Keesomstraat in Ede wordt ingetrokken. Burgemeester en wethouders hebben om juridische redenen daartoe besloten. De bouwvergunning is in strijd het met het geldende bestemmingsplan.

In 1999 kreeg Maxis een bouwvergunning voor het veranderen en vergroten van de supermarkt. De Edese Ondernemersvereniging maakte hiertegen bezwaar. Dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat de gemeente vond dat de EOV geen direct belang heeft bij de vergunning. De bezwaren van de EOV werden niet beoordeeld.

Tegen deze beslissing ging de vereniging in beroep bij de rechtbank, die besliste dat de EOV wel ontvankelijk was. Maxis en de gemeente gingen tegen die uitspraak in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Maar ook de Raad was van oordeel dat de EOV belanghebbend was.

Heroverweging
Dit betekende dat de gemeente de oorspronkelijke bezwaren van de EOV opnieuw moest beoordelen. Aan de Commissie voor de bezwaarschriften is advies gevraagd omdat de beslissing van 1999 moet worden heroverwogen. Dat houdt in dat het gemeentebestuur moet beoordelen of het zijn besluit van 1999 ook zou hebben genomen als rekening was gehouden met de bezwaren van de EOV.

Bij die heroverweging moeten de wettelijke bepalingen die toen golden worden toegepast en op dat punt is er een probleem ontstaan. Om de bouwvergunning in 1999 te kunnen verlenen was er een verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten nodig en dit kon alleen als er een besluit van kracht was dat er een bestemmingsplan voor het gebied wordt voorbereid waarin het bouwplan past (voorbereidingsbesluit).

In tegenstelling tot de situatie in 1999 geldt er nu geen voorbereidingsbesluit voor het gebied. De basis voor het volgen van een zogenaamde artikel 19 procedure ontbreekt en de bouwvergunning kan alleen al om die reden niet in stand blijven.

Dat betekent dat de in 1999 verleende bouwvergunning moet worden ingetrokken en de bouwvergunning moet worden geweigerd wegens strijd met het geldende bestemmingsplan. Een inhoudelijke beoordeling van de bezwaren is niet meer nodig omdat de bouwvergunning op grond van de Woningwet moet worden geweigerd.

Nieuw verzoek
Inmiddels is de Wet op de Ruimtelijke Ordening (ook artikel 19) gewijzigd en kan de huidige eigenaar van het pand een nieuw verzoek om bouwvergunning bij de gemeente indienen. Dit bouwplan zal dan moeten worden getoetst aan de thans geldende planologische en wettelijke bepalingen. Zo is er nu geen voorbereidingsbesluit en verklaring van geen bezwaar van de provincie meer nodig en zijn de vrijstellingsmogelijkheden ruimer.

Het is nog niet duidelijk welke beslissing het gemeentebestuur op een nieuw verzoek om bouwvergunning zal nemen. Dat is afhankelijk van de strijdigheid met het bestemmingsplan en de eventueel ingediende bezwaren.