Vereniging Milieudefensie
Persbericht
Milieudefensie noemt beslissing 'schandelijk'
Wereldbank financiert omstreden pijpleiding
Amsterdam, 4 november 2003 --- De Wereldbank heeft vandaag besloten 250
miljoen dollar te stoppen in de omstreden oliepijpleiding van Bakoe
(Azerbeidzjan) via Tblisi (Georgie) naar Ceyhan (Turkije). 'Schandelijk,'
vindt campagneleider Paul de Clerck van Milieudefensie. 'Dit project
voldoet op tal van punten niet aan de eigen sociale en milieurichtlijnen
van de Wereldbank. De mooie woorden van de Wereldbank blijken niets
waard.'
Het bedrijvenconsortium dat de oliepijpleiding gaat aanleggen en
exploiteren, heeft speciale contracten met de drie betrokken landen. Deze
contracten zetten de milieuwetgeving in de betreffende landen buiten spel
en zijn in strijd met Europese wetgeving op het gebied van milieu- en
mensenrechten. Het contract dat Turkije gesloten heeft is tevens in strijd
met de verdragen die Turkije wil sluiten met Europa om toetreding tot de
EU mogelijk te maken.
Het tracé van de oliepijpleiding loopt door en langs beschermde
natuurgebieden, zoals door het Georgische natuurgebied Qtsia Tabatskuri.
Daar een oliepijpleiding aanleggen is in strijd met de Georgische wet. Het
BTC-consortium haalt er slechts de schouders over op, de afspraken staan
immers boven de Georgische wet. Volgens de Nederlandse MER-commissie, die
onderzoek naar de pijpleiding heeft gedaan, is het gekozen traject vanuit
milieu-oogpunt de slechtste optie.
De voor het project verplichte milieueffectrapportage (MER) is
onzorgvuldig uitgevoerd. Op tal van punten schendt de MER de Europese
regelgeving en de richtlijnen van de Wereldbank voor MER-onderzoeken. De
inwoners van de dorpen langs het traject zijn niet naar behoren
geconsulteerd, hetgeen verplicht is. Verder zijn de seismische risico's
van de pijpleiding onvoldoende onderzocht, hetgeen onverantwoord is omdat
de betrokken landen vaak te kampen hebben met aardbevingen.
De Wereldbank zegt dat het geld dat verdiend wordt met de oliepijpleiding,
ten goede zou komen aan de ontwikkeling van de landen en de armoede tegen
zou gaan. Volgens Paul de Clerck is het tegendeel waar: 'Georgie en
Azerbeidjan staan in de top tien van meest corrupte landen. Het is daarom
zeer onwaarschijnlijk dat het geld ten goede zal komen aan de arme
mensen.'
---