IP/03/1501
Brussel, 5 november 2003
De Commissie stelt voor het beginsel van gelijke behandeling van
vrouwen en mannen bij de levering van goederen en diensten te
bevorderen
De Europese Commissie heeft vandaag een voorstel ingediend voor een
richtlijn van de Raad betreffende de gelijke behandeling van mannen en
vrouwen buiten het werk. Het voorstel spitst de aandacht specifiek toe
op de toegang tot en de levering van goederen en diensten. Voorgesteld
wordt bijvoorbeeld om het gebruik van geslacht als factor bij de
berekening van premies en uitkeringen in het kader van verzekeringen
en aanverwante financiële diensten te verbieden. Het voorstel zal ter
goedkeuring (met eenparigheid van stemmen) aan de Raad worden
voorgelegd na raadpleging van het Europees Parlement.
Volgens Anna Diamantopolou, commissaris van Werkgelegenheid en Sociale
Zaken, is het een baanbrekend voorstel dat solidariteit tussen mannen
en vrouwen in Europa eist. Evenals bij eerdere doorbraken op het
gebied van de gelijkheid van vrouwen en mannen reageren sommige
sectoren van het bedrijfsleven pessimistisch op het voorstel. Ondanks
de vrees van het bedrijfsleven zal deze richtlijn een
besluitvormingsproces op gang brengen om seksediscriminatie bij de
toegang tot en de levering van goederen en diensten te verbieden. De
richtlijn waarborgt gelijke voorwaarden voor alle bedrijven in de EU
en billijke consumentenprijzen.
De voorgestelde richtlijn verankert het beginsel van gelijke
behandeling in het Gemeenschapsrecht en voorziet in rechtsmiddelen
waarop de Europese burgers een beroep kunnen doen als ze vinden dat
hun rechten worden geschonden.
Het voorstel is gebaseerd op artikel 13 van het EG-Verdrag, op grond
waarvan de Gemeenschap maatregelen kan nemen om discriminatie op grond
van geslacht, ras of etnische afstamming, godsdienst of overtuiging,
handicap, leeftijd of seksuele geaardheid te bestrijden. De Commissie
heeft haar voorstel op de levering van goederen en diensten
toegespitst, omdat seksediscriminatie zich vooral op dit gebied
voordoet.
Het verbod op discriminatie geldt voor alle beschikbare goederen en
diensten. Het voorstel is echter flexibel en laat ruimte voor
gerechtvaardigde uitzonderingen, bijvoorbeeld wanneer goederen of
diensten uitsluitend of hoofdzakelijk voor de leden van één sekse
bestemd zijn (zoals bij niet-gemengde zwemsessies in een zwembad of
niet-gemengde privé-clubs), of wanneer de vaardigheden voor het
leveren van goederen of diensten voor beide seksen verschillen (zoals
bij kappers).
De voorgestelde richtlijn richt zich expliciet op de problemen met
premies en uitkeringen in de verzekeringssector. In het merendeel van
de gevallen betalen vrouwen hogere premies voor pensioenen en
lijfrentes of betaalt het plan jaarlijks minder uit.
Mannen betalen hogere premies voor levensverzekeringen. De
verzekeringssector rechtvaardigt deze verschillen door te wijzen op
het feit dat vrouwen langer leven. Er zijn echter verschillende
niet-seksegerelateerde factoren die even bepalend zijn voor de
levensverwachting, zoals de sociaal-economische situatie, de
burgerlijke staat, de woonplaats en het rookgedrag. Als de impact van
deze factoren wordt geneutraliseerd, zijn de verschillen in
levensverwachting tussen mannen en vrouwen veel kleiner dan wordt
beweerd. In sommige lidstaten betalen mannen meer voor een
autoverzekering. Ook hier spelen andere factoren dan geslacht een rol.
De Commissie is daarom van mening dat het berekenen van risico's op
grond van geslacht een vorm van discriminatie is.
Bij gezondheidsverzekeringen moeten vrouwen vaak hogere premies
betalen omdat de kans bestaat dat ze zwanger worden en kinderen baren
(wat kosten meebrengt). De discriminatie bestaat er in dit geval in
dat de baten ten goede komen van de hele samenleving, terwijl de
kosten slechts door één segment van de bevolking worden gedragen.
Twee trends convergeren zodat de discriminerende praktijken nog
duidelijker in het oog springen. Op de eerste plaats hebben steeds
meer vrouwen werk: het percentage werkende vrouwen is tussen 1996 en
2001 met 5 procentpunten gestegen tot 54,9%, terwijl het percentage
werkende mannen in dezelfde periode met 3 procentpunten is gestegen.
Dit betekent dat meer vrouwen actief worden op de markt voor
particuliere pensioenplannen, levensverzekeringen, verzekeringen tegen
gevaarlijke ziekten en particuliere gezondheidsverzekeringen.
Tegelijkertijd stimuleert de overheid het afsluiten van particuliere
verzekeringen om de gevolgen van de vergrijzing van de bevolking voor
de overheidsfinanciën te neutraliseren. Vrouwelijke werknemers worden
noodgedwongen geconfronteerd met een markt die discriminerende
praktijken toepast om tarieven en uitkeringen te bepalen. De pensioen-
en gezondheidsvoorzieningen van de overheid zijn sekseneutraal.
De Commissie erkent dat het beginsel van gelijke behandeling een
wijziging van de werkmethoden in de verzekeringssector vereist. Daarom
voorziet het voorstel in een overgangsperiode van zes jaar om de
sector de kans te geven zich aan te passen.
Dit is niet de eerste richtlijn die discriminatie buiten het werk
probeert te bestrijden. In 2000 heeft de Raad de richtlijn inzake
raciale gelijkheid goedgekeurd, die discriminatie op grond van ras of
etnische afstamming op en buiten het werk verbiedt (met name op het
gebied van sociale zekerheid, huisvesting en goederen en diensten).
Deze richtlijn moest uiterlijk 19 juli 2003 in nationale wetgeving
zijn omgezet.
Er is ook een document met achtergrondinformatie beschikbaar
(memo/03/216).
European Commission