KNMG


Artsen zien veel mogelijkheden voor taakherschikking

Dit blijkt uit de resultaten van een enquête onder de leden van de Federatie KNMG.

Van de respondenten is ruim 70% het eens met de stelling dat artsen zich meer op de complexe zorg moeten richten. Bijna tweederde (64%) is van mening dat artsen taken rondom coördinatie van zorg moeten overdragen. Slechts eenderde van de respondenten is van mening dat diagnostiek alleen door een arts kan worden verricht. Artsen vinden dat vooral geprotocolleerde handelingen en taken rondom de coördinatie overgedragen kunnen worden. Maar dan vindt bijna driekwart (73%) van de KNMG-leden dat de relatie tussen de nieuwe zorgprofessional en de arts wel gebaseerd moet zijn op de eindverantwoordelijkheid van de arts.

Volgens de KNMG moet het vraagstuk van taakherschikking niet alleen worden gezocht in het aanpassen van de wet- en regelgeving, maar met name in methoden en technieken die de overdracht en verspreiding van kennis bevorderen. Opleiding (voorbereiden op taakherschikking) en protocollering (vastleggen van afspraken, verantwoordelijkheden en voorwaarden met betrekking tot taakherschikking) zijn hierbij volgens de KNMG belangrijke middelen.

De KNMG is met het LEVV (Landelijk Expertisecentrum Verpleging en Verzorging) in gesprek om meer duidelijkheid te krijgen over de ambities van verpleegkundigen en van artsen rondom het vraagstuk van taakherschikking. De website van de De arts van straks wordt gedeeltelijk ingericht voor het uitwisselen van best pratices.

Zie ook:
De kunst van het loslaten, artikel in MC (7 november 2003). In het artikel wordt specifiek ingegaan op het begrip eindverantwoordelijkheid.