Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Lambrechts over mogelijke introductie van het
"No-cure-no-pay" systeem door letselschade-advocaten in Nederland (2030400750).
---
Hebt u kennisgenomen van de uitzending 1) waarin gesproken wordt over de introductie in
Nederland van het «No cure-no pay»-systeem door letselschadeadvocaten? (1 Netwerk, 30
september jl.)
---
Ja
---
Is het u bekend welke invloed de introductie van het «No cure-no pay»-systeem door
letselschadeadvocaten in Nederland zal hebben op de kosten van de gezondheidszorg?
---
Het staat nog allerminst vast dat het no cure no pay systeem in ons land wordt ingevoerd. De
Nederlandse Orde van Advocaten overweegt een experiment, waarop hierna nader zal worden
ingegaan. Bovendien dient er rekening mee te worden gehouden dat het kabinet zeer huiverig
staat tegen invoering van het systeem in ons land. Tegen deze achtergrond en uitgaande van de
veronderstelling dat no cure no pay toch als experiment zou worden ingevoerd kan het volgende
op deze en volgende vragen worden geantwoord.
De Nederlandse Orde van Advocaten overweegt indien aan een aantal voorwaarden is voldaan
een 3-5 jaar durend experiment in de letselschadepraktijk te starten. Het experiment zou blijkens
het door de Orde vastgestelde "position paper" worden beperkt tot die rechtzoekenden die de
kosten van een advocaat en van een deskundige niet kunnen betalen. Dit zou inhouden dat
rechtzoekenden die wel kunnen betalen geen toegang tot het experiment zouden hebben. Het
voornemen zal door de Orde in een concept-verordening worden uitgewerkt.
Welke invloed een mogelijke introductie van het No-cure-no pay systeem in Nederland zal
hebben op de kosten van de gezondheidszorg is moeilijk te zeggen. Niemand weet of de
introductie van een dergelijk stelsel voor medische en andersoortige schade tot een stijging van
schadeprocedures zal leiden.
Opmerkelijk is bij voorbeeld het gegeven dat de uitbreiding van de mogelijkheid om een geschil
over een kleine schade tot maximaal 5000 via de Geschillencommissie ziekenhuizen te laten
oplossen niet tot een navenante uitbreiding van het aantal geschillen heeft geleid. Tot 2001 was
deze oplossing alleen voorhanden bij ongeveer 50 ziekenhuizen die aan het experiment
meededen. Vanaf 2001 is het experiment omgezet in een structurele voorziening, waar bijna alle
100 ziekenhuizen aan meedoen.
---
Hoe wilt u voorkomen dat de introductie van het «No cure-no-pay»-systeem door
letselschadeadvocaten net als in de VS ook in Nederland zal leiden tot een toename van het
artsentekort?
---
De situatie in Nederland is niet vergelijkbaar met die in Amerika. Een belangrijk verschil
bijvoorbeeld is het feit dat in Nederland het grootste deel van de schade gedekt wordt door de
sociale verzekeringen. Daardoor zal in ons land een claim met name betrekking hebben op
gederfde inkomensschade die uitgaat boven de vergoeding uit de sociale verzekering en de
smartengeldclaim. Hierdoor zou er in Nederland niet gauw de situatie ontstaan dat artsen zich
---
niet meer tegen aansprakelijkheid kunnen verzekeren, met als neveneffect een mogelijk uittreden
van artsen.
---
Welke manieren zijn er om de invloed van dit «No cure-no pay»-systeem op de kosten van de
gezondheidszorg te beperken? Is verandering van de wetgeving aangaande medische
aansprakelijkheid zoals de «Tort reform» wetgeving van enkele Amerikaanse staten, een
mogelijkheid?
---
De beste manier om de kosten voor medische fouten te beperken is preventie. Voorkomen is
beter dan genezen. In diverse ziekenhuizen maakt men serieus werk van risico-inventarisatie en
risicopreventie. Daarnaast is het zaak dat openheid, en zaken als fouten of bijna-fouten onderling
bespreekbaar maken bijdragen aan een professionele instelling welke openstaat voor het
leermoment. Juist van fouten kan men veel leren.
Ik geef de voorkeur aan bovenstaande benadering gebaseerd op de zorg voor goede kwaliteit,
boven die van aanpassing van wetgeving.
---
Bent u bekend met het Noorse patiëntenschadevergoedingssysteem en het «No fault»-systeem,
zoals dat in Zweden, Denemarken en Finland in gebruik is om letselschade door medische fouten
te vergoeden?
---
Ja, ik ben zowel bekend met het Noorse patiëntenschadevergoedingssysteem als met het no-
fault compensatiesysteem ter vergoeding van schade die in de gezondheidszorg aan de patiënt is
toegebracht.
---
Bent u bereid te voorkomen dat ook de Nederlandse gezondheidszorg verzeild raakt in een
aansprakelijkheidsmoeras, en de Scandinavische «No fault»-systemen te verkennen voor de
Nederlandse situatie en de Tweede Kamer hierover zo spoedig mogelijk te berichten?
---
In Nederland wordt, evenals in andere landen, al geruime tijd gediscussieerd over de vraag of de
nadelen die kleven aan de compensatie van behandelingsschade via het aansprakelijkheidsrecht
van zodanige aard zijn dat een alternatief compensatiesysteem zou moeten worden overwogen.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft daarom door ZonMw een
inventariserend onderzoek laten uitvoeren naar het no-fault compensatiesysteem. Het resultaat
van dat onderzoek is op 16 december 2002 aan uw Kamer toegezonden. Centraal in dit
onderzoek stond de vraag of door invoering van een no-fault compensatiesysteem (een systeem
waarbij op eenvoudiger wijze vergoeding van behandelingsschade wordt gerealiseerd) een
verbetering van de situatie kan worden gecreëerd tegen een betaalbare prijs en zonder dat dit
systeem een negatieve invloed heeft op de zorgvuldigheid van het medisch handelen. Dit
inventariserende onderzoek kan als basis dienen voor de vraag of het wenselijk is in Nederland
een no-faultcompensatiesysteem in te voeren. Op 26 juni jl. heeft hierover een oriënterende
expertmeeting plaatsgevonden waarbij onder meer het Verbond van Verzekeraars, de
Consumentenbond, letselschadeadvocaten, de Nederlandse vereniging van Ziekenhuizen,
Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie en de Inspectie voor de Gezondheidszorg
aanwezig waren. De rapportage van deze expertmeeting zal zo snel mogelijk aan uw Kamer
worden toegezonden.
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport