Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCJZ/2003/9506
datum
05-11-2003

onderwerp
Superheffingregelgeving boerderijzuivelbereiders Trc2003/7455

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar mijn brief van 16 april 2003, kan ik u naar aanleiding van het verzoek van de vaste commissie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 27 oktober jl. om te reageren op de brief van zuivelbedrijf Den Eelder en de uitkomst van de gerechtelijke procedure bij het Gerechtshof, het volgende mededelen.

datum
05-11-2003

kenmerk
TRCJZ/2003/9506

bijlage

Gerechtelijke procedures
Zoals bekend hebben vier boerderijzuivelbereiders de gewijzigde berekeningsmethode voor superheffing in rechte aangevochten. In de kort gedingprocedure die is gevolgd, heeft het gerechtshof in zijn uitspraak van 18 september 2003 de overheid in het gelijk gesteld. Deze uitspraak is een bevestiging van mijn standpunt dat de gewijzigde berekeningsmethode Europeesrechtelijk onontkoombaar was. Na deze uitspraak staat nog cassatie open voor de bedrijven die het betreft.

Ondertussen heeft de Centrale organisatie superheffing van het Productschap Zuivel de overschrijdingen van het quotum van de desbetreffende bedrijven vastgesteld en op basis daarvan heeft het Productschap de verschuldigde superheffing vastgesteld. Hiertegen is bezwaar ingesteld door de bedrijven. Na de beslissing op bezwaar staat nog beroep open bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Oplossing problematiek zuivelbedrijven
De problematiek is mij goed bekend, ook omdat de bedrijven zich diverse malen rechtstreeks tot mijn ministerie hebben gewend met een verzoek tot een oplossing te komen. Het kernprobleem is de omvang van de productie in relatie tot het beschikbare quotum. Simpel gezegd moeten de betrokken bedrijven ofwel de productie reduceren ofwel het quotum uitbreiden.
Hieraan kan ik niets veranderen. Ter wille van individuele bedrijven kunnen ook niet de voor alle melkveehouderijen geldende regels worden aangepast, nog daargelaten dat mij, op grond van het communautaire karakter van het superheffingstelsel, de bevoegdheid daartoe ontbreekt.

Wel kan ik u mededelen dat binnen de bestaande grenzen is onderzocht welke mogelijkheden er bestaan om tot een oplossing te geraken. Kort samengevat is de uitkomst daarvan dat er binnen het superheffingstelsel geen oplossing mogelijk is, behoudens dat er de bereidheid bestaat een afbetalingsregeling te treffen met de bedrijven. Deze handreiking is reeds gedaan aan de bedrijven in kwestie.

Meer mogelijkheden staan mij niet ten dienste. Immers, een ingevolge de EG regels verschuldigde heffing moet worden betaald door de quotumoverschrijder zelf. Het is aan de bedrijven de productie in overeenstemming met het beschikbare quotum te brengen, dan wel het beschikbare quotum uit te breiden en daar financiering voor te vinden. Ik kan deze verantwoordelijkheid van de bedrijven voor de wijze waarop zij hun bedrijfsvoering inrichten, niet overnemen.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman


---