MEDILUX BV

Onderzoek TU/e: schrijnende lichtarmoede bij senioren

De lichtomstandigheden waarin senioren in verzorgingshuizen vandaag de dag leven zijn veel te laag om goed te kunnen zien en lijken niet toereikend om de biologische klok in het gareel te houden. Een verkennend onderzoek van de Technische Universiteit Eindhoven (TU/e) in 37 appartementen in 10 verschillende verzorgingstehuizen in Noord-Brabant, Gelderland en Zuid-Holland heeft aangetoond dat de daar wonende senioren in feite onnodig visueel gehandicapt zijn door een veel te laag verlichtingsniveau in hun woning. De ouderen hebben tijdens lezen, puzzelen, breien etc te weinig licht op de oogtaak waardoor het moeilijk is om dit vol te houden en men ontmoedigd raakt. Ook het algemene lichtniveau in de woning is opvallend laag waardoor men moeite heeft zich te orienteren en de kans op valongelukken toeneemt. Hier bovenop is bij zo n 50% van hen zelfs sprake van een onnodige visuele handicap omdat tijdens het onderzoek bleek dat de sterkte van de bril niet tijdig is aangepast aan het achteruitgaande visuele vermogen van de oudere.

Een goede bril + goede kunstverlichting (ook overdag als aanvulling op aanwezig daglicht!) zijn simpele middelen om de meerderheid der senioren weer goed te kunnen laten zien, waardoor ze in veel opzichten beter kunnen blijven functioneren. Door de visuele handicap worden aktiviteiten verminderd of opgegeven met alle negatieve konsekwenties voor welzijn en gezondheid. Minder aktief, minder mobiel, minder naar buiten, toenemende valangst bij het bewegen, meer (val)ongelukken, kortom een neerwaartse spiraal.

Biologische lichtstimulatie bij senioren is pas zeer recent in de belangstelling gekomen. Licht is de belangrijkste parameter die onze biologische klok aanstuurt. Onvoldoende blootstelling aan licht van hoog niveau kan leiden tot een vervlakking van het slaap-waakritme (dutjes overdag, vaak wakker s nachts etc.). In de onderzochte appartementen is gemeten,dat niveau en tijdsduur van blootstelling aan licht op het oog nodig voor synchronisatie van de biologische klok en biologische stimulatie ver beneden de waarden liggen die volgens huidige inzichten nodig zijn.
Het veldonderzoek geeft aanwijzingen dat de biologische lichtarmoede o.a. een negatief effect zou hebben op de slaap-waakcyclus (meer dutjes overdag). Welke lichtniveaus er nodig zijn voor een goede biologische stimulatie, moet uit vervolgonderzoek blijken. Biologisch stimulerend licht zou zowel preventief als curatief op eenvoudige en goedkope wijze een enorme bijdrage kunnen leveren aan de welzijns- en gezondheidszorg voor senioren in Nederland.

De Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid (SOLG) heeft, gezien de schokkende bevindingen van het verkennende onderzoek van de TU/e, daarom een subsidie van 60.K.Eur. ter beschikking gesteld voor een gezamenlijk onderzoeksvoorstel van de TU/e en TNO Bouw, getiteld Studie naar de lichtomstandigheden bij zelfstandig wonende ouderen. Dit onderzoek richt zich speciaal op nog zelfstandig wonende ouderen in bejaardentehuizen en seniorenwoningen. Eerder dit jaar werd een gezamenlijk verzoek van beide instelling voor overheidsubsidie voor een seniorenverlichtingsproject afgewezen.

Additionele informatie:

Het onderzoek: De gemiddelde leeftijd van de onderzochte personen was 83 jaar waarvan 43% mannen en 57% vrouwen. Zij moesten goed aanspreekbaar zijn (i.v.m. het beantwoorden van vragenlijsten; dus niet dementerend) en nog (redelijk) mobiel. Alle relevante verlichtingsparameters in het appartement werden zowel overdag bij verschillende weersomstandigheden (daglicht) als s avonds (bij kunstlicht) gemeten op de plekken waar de betrokkene kon zitten. M.b.v. een Landolt-C visus test, werd de gezichtsscherpte (visus) van de deelnemers gemeten (met bril indien van toepassing). De omgeving of taak wordt scherp waargenomen bij een visus van 100%. Hoe lager de visus, hoe minder scherp men ziet. Bij een visus van 50% wordt correct waarnemen ernstig bemoeilijkt. Ongeveer de helft van de deelnemers heeft een visus lager dan 50%.

Licht en zicht
Uit twee kleurtesten (Richmond HRR en een kleurperceptietest) blijkt dat zo n 60% in meer of mindere mate een blauw-geel kleurdefect heeft. Rood-groen defect komt bij 30 % voor. Ook kleuren worden in 10-35% van de gevallen verkeerd herkend.
Om goed te kunnen lezen geldt voor het senioren-oog een aanbevolen verlichtingssterkte van 1500 lux. Bij de verschillende weertypes wordt dit overdag alleen bereikt op een stoel bij het raam. Op alle andere leesplekken is ook overdag het niveau veel te laag (200-1000 lux). s Avonds is het gemiddelde leesniveau slechts 180 lux!!! Helemaal dramatisch is de situatie zowel overdag als s avonds als men nog moeilijkere oogtaken wil verrichten zoals handwerken en puzzelen. De aanbevolen verlichtingssterkte hiervoor is 3000 lux. De resultaten van het vragenlijstenonderzoek laten zien dat 75 % van de deelnemers dagelijks leest, terwijl zo n 60 % ook fijne handwerkzaamheden doet. Dit zijn de belangrijkste actieve bezigheden. De rest van de tijd wordt gevuld met passief voor zich uit kijken (vooral uit het raam) en TV-kijken.
Typerende opmerking van één van de proefpersonen tijdens het onderzoek: de TV is zo n mooie schermerlamp om bij in slaap te vallen.

Daglicht opname
Slechts 30% van de deelnemers komt het hele jaar minimaal 2-4 maal per week buiten. De overige deelnemers komen niet of alleen bij mooi weer buiten, zij moeten de rest van het jaar hun biologische lichtbehoefte binnenshuis halen, wanneer zij lezen, puzzelen of wat voor zich uit kijken.
De personen die het hele jaar door regelmatig buiten komen doen gemiddeld 1 dutje overdag. De groep die alleen tijdens de zomer of helemaal nooit buiten komt doen meer dan 3 dutjes overdag. Personen die niet het hele jaar buiten komen maar wel veel in de raamzone zitten doen weer minder dutjes en/of voelen zich meer uitgerust dan personen die niet in de raamzone zitten.
Een winterdepressietest (SPAQ :Seasonal Pattern Assessment Questionnaire) laat wel verschillen tussen winter en zomer zien, maar 95% blijkt geen seizoensgebonden depressie te hebben. Bij 5% is sprake van lichte winterdepressie, de z.g. winterblues.

Als we aannemen dat er pas vanaf zo n 1000 lux op een niet verouderd oog sprake is van effectieve biologische stimulatie (hypothese), dan moet dit voor het verouderde oog zeker een factor 3 hoger zijn. Deze z.g. verticale verlichtingssterkte (op het gezichtsvlak) van 3000 lux wordt binnen in de winterperiode alleen op lichte dagen bij het raam gehaald als men naar buiten kijkt. Dit wordt beter in de lente, maar dan is binnen in de kamer de verticale verlichtingssterkte nog steeds veel te laag (270-1700 lux). Opgemerkt moet worden dat de hoeveelheid licht die op het oog valt, sterk afhankelijk is van de richting waarin men kijkt. De hiervoor vermelde waarden geven dus slechts een indicatie van de hoeveelheid licht die op het oog wordt aangeboden.

Mobiliteit
Zoals te verwachten was is de mobiliteit van bewoners van verzorgingstehuizen beperkt. Belangrijke parameters voor de mate van mobiliteit zijn binnen en buitenhuis rondlopen, uit een stoel overeind komen en naar het toilet gaan. Met behulp van de GARS-schaal (Groningen Activiteiten Restrictie Schaal) is getoetst of de deelnemers zich tijdens deze activiteiten fysiek gehinderd voelen. 30 Procent van hen heeft moeite met het opstaan uit een stoel. Ruim de helft van de deelnemers geeft aan niet zonder moeite of niet zelfstandig in huis te kunnen rondlopen.
70 procent kan niet zonder moeite of niet zelfstandig buiten lopen. 54% van de proefpersonen komt alleen buiten als het mooi en warm ofwel zomers weer is. Slechts 38% komt het gehele jaar met regelmaat buiten.
De mate van mobiliteit en valangst houden verband met elkaar. Hoe lager de mobiliteit, des te groter de valangst. Ruim de helft van de deelnemers is bang om te vallen.

Deze resultaten geven een aanwijzing over de eventuele gevolgen van onvoldoende biologische lichtstimulatie. Hierbij dient de kanttekening geplaatst te worden dat door beide groepen heen versuffende medicijnen werden gebruikt. Hierdoor zal aanvullend onderzoek nodig zijn om een eenduidig verband tussen slaap-waakpatroon kwaliteit en lichtblootstelling aan te tonen.

Voor meer informatie :

Bovengenoemde resultaten maken deel uit van een afstudeerproject van de faculteit Bouwkunde van de TU Eindhoven:
Afstudeerrapport A.C. Westerlaken (Stud.nr. 496233, augustus 2003) getiteld:
Onderzoek naar visuele en biologische lichtcondities en lichtbehoeften van senioren in verzorgingshuizen.
Tevens zullen zij worden gepresenteerd op het Nationale Lichtcongres van de NSvV ( Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde) dat op 12 november 2003 in de Reehorst te Ede wordt gehouden. Voor info: website: www.nsvv.nl

Stichting Onderzoek Licht & Gezondheid (SOLG); website: www.solg.nl

Contactpersoon:
Ir. Juliëtte van Putten, TNO Bouw; begeleider afstudeerproject en projectleider vervolgonderzoek Licht en Ouderen: e-mail :j.vanputten@bouw.tno.nl
tel: 015-2763330
tel: mobiel: 06 48174745

23 okt 03 09:00