Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk W&I/IBA/2003/84701

Onderwerp Datum inzet van asielzoekers bij het ruimen van 12 november 2003 kippen in het kader van de vogelpest

Op 10 september jl. hebben de staatssecretaris van Financiën en ik met de vaste commissies voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid en voor Financiën overleg gevoerd over de inzet van asielzoekers bij werkzaamheden in het kader van de bestrijding van de vogelpest. Tijdens dit overleg heb ik toegezegd om de Tweede Kamer op een aantal punten in november nader te informeren. Mede namens mijn ambtgenoot van Vreemdelingenzaken en Integratie doe ik dat met deze brief.


1. Strafrechtelijk onderzoek van SIOD/AID
Ik heb tijdens het Algemeen Overleg van 10 september jl. toegezegd dat de Kamer in november de uitkomsten zal ontvangen van het strafrechtelijk onderzoek van SIOD/AID naar de inzet van asielzoekers bij het ruimen van pluimvee in het kader van de vogelpest. Het betreft hier een strafrechtelijk onderzoek dat onder leiding van het OM plaatsvindt. Bij strafrechtelijke onderzoeken, waarover de rechter zijn definitieve oordeel nog niet heeft uitgesproken moet ik mij, om de rechtsgang niet te frustreren, beperken tot informatie van algemene aard.
Het strafrechtelijke opsporingsonderzoek is aangevangen op 20 mei 2003. Vanaf dat moment heeft een team rechercheurs van de SIOD, de AID en de Vreemdelingenpolitie 4 doorzoekingen gedaan (waaronder 1 in België). Tijdens deze doorzoekingen werden grote hoeveelheden administratie in beslag genomen, waarin vals opgemaakte stukken zijn aangetroffen. Verder zijn 16 getuigen en 9 verdachten gehoord.

Door de verdachte intermediair zijn ruim 300 pluimveebedrijven geruimd. In opdracht van het OM zijn, vanwege deze grote omvang, 10 geruimde pluimveebedrijven a-select geselecteerd en volledig onderzocht. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat gemiddeld 33 personen per bedrijf zijn ingezet, waarvan er 20 (ruim 60%) niet gerechtigd waren om arbeid in Nederland te verrichten zonder de vereiste tewerkstellingsvergunning. Hierbij moet worden opgemerkt dat diverse ruimers mogelijk bij meerdere van de 10 onderzochte bedrijven hebben geruimd, zodat niet automatisch geconcludeerd kan worden dat bij de 10 onderzochte bedrijven 330 verschillende personen hebben geruimd. Het exacte aantal is niet te achterhalen omdat




---

gewerkt is met valse identiteiten. Voorts is geconstateerd dat de verdachte intermediair bij de ruiming van deze 10 bedrijven gebruik heeft gemaakt van 16 alleenstaande minderjarige asielzoekers, welke niet gerechtigd waren arbeid in Nederland te verrichten, omdat de werkgever niet beschikte over de daarvoor vereiste vergunningen. Hoeveel alleenstaande minderjarige asielzoekers totaal hebben geruimd is niet te achterhalen, maar vermoedelijk meer dan de vermelde 16.

Om enig inzicht te verschaffen in het totale aantal (vermoedelijke) overtredingen in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen, kan nog het volgende worden opgemerkt. De SIOD heeft onderzoek verricht naar 531 kopieën van identiteitsbewijzen die door de verdachte zijn verstrekt. Hiervan heeft de verdachte intermediair aangegeven dat deze personen tijdens de vogelpestcrisis pluimveebedrijven hebben geruimd. Door de SIOD is onderzocht in hoeverre op grond van de status van het identiteitsbewijs de houder gerechtigd is arbeid te verrichten. Hieruit blijkt dat voor 372 van de 531 een tewerkstellingsvergunning was vereist of dat arbeid helemaal niet was toegestaan indien op basis van het desbetreffende identiteitsdocument arbeid werd verricht. De verdachte intermediair heeft echter maar 149 tewerkstellingsvergunningen aangevraagd, waarvan er in eerste instantie 96 zijn verstrekt door het CWI, maar op 9 mei er weer 60 werden ingetrokken door de CWI. De verdachte intermediair is desondanks na 9 mei 2003 echter verder gegaan met dit personeel. Derhalve is het vermoeden dat de Wet arbeid vreemdelingen 276 maal is overtreden.

Tegen de verdachte is door de SIOD proces-verbaal opgemaakt op grond van valsheid in geschrift, ontduiking van belasting, sociale verzekeringspremies en overtreding van de Wet arbeid vreemdelingen.
Ik hecht eraan te benadrukken dat de rechter zich moet uitspreken over de onderzoeksbevindingen. Tevens wil ik aangeven dat ik deze kwestie beschouw als een individueel geval, waarvoor via de strafrechtelijke procedure passende maatregelen zijn en worden genomen. Overige maatregelen acht ik in dit verband niet passend.

2. Werkgroep verbetering werkafspraken van Justitie, COA, CWI en IND Ik heb op 10 september jl. tevens toegezegd dat de Tweede Kamer tegelijkertijd wordt geïnformeerd over de voorstellen van de werkgroep "verbetering werkafspraken" van het Ministerie van Justitie, Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA), Centrale organisatie werk en inkomen (CWI) en Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Ik heb tijdens het Algemeen Overleg gezegd, dat deze werkgroep voorstellen zal doen om de procedure rond de aanvraag van tewerkstellingsvergunningen, die nu maximaal 13 weken duurt, te versnellen en zal aangeven welke voornemens er zijn met betrekking tot handelen in noodsituaties.

De werkgroep heeft een voorstel gedaan voor een (nood)procedure voor eventuele toekomstige acute crisissituaties met een duur van maximaal 72 uur. Of er sprake is van een acute crisissituatie, waarbij op zeer korte termijn tewerkstellingsvergunningen zouden moeten worden afgegeven om asielzoekers in staat te stellen werkzaamheden te laten verrichten, is ter beoordeling van de betrokken instanties CWI, COA en IND. Uiteraard moet hierbij geheel voldaan worden aan de geldende wet- en regelgeving. Indien van overheidswege is aangegeven dat een dergelijke inzet wenselijk is, kan ook in samenspraak tussen de ministers van SZW en V&I in overleg met de betrokken minister, die verantwoordelijk is voor het betreffende beleidsterrein waarop de crisissituatie betrekking heeft, besloten worden of de noodprocedure in werking gesteld moet worden.




---

Ik wil opmerken, zoals ik eerder in het overleg van 10 september heb gedaan, dat ik op het standpunt sta, dat de trend niet mag zijn dat in Nederland louter asielzoekers worden ingezet voor lastig, zwaar of moeilijk werk in crisissituaties. Reeds eerder heb ik in het overleg gezegd, dat asielzoekers wel de mogelijkheid moet worden geboden te werken binnen de wettelijke mogelijkheden en dat die mogelijkheid er ook moet zijn indien asielzoekers het zware werk, zoals hier bedoeld, willen doen. Dat geldt eveneens voor de alleenstaande minderjarige asielzoekers (ama's), die onder bepaalde voorwaarden mogen werken. De toets of er voor deze werkzaamheden ander geschikt aanbod op de Nederlandse arbeidsmarkt beschikbaar is (het prioriteitgenietend aanbod), in geval van een verzoek om een tewerkstellingsvergunning voor een asielzoeker, behoeft op grond van de Uitvoeringsregels Wav niet plaats te vinden. Ik heb in het overleg van 10 september jl. toegezegd te bevorderen dat CWI zijn diensten als bemiddelaar (zoeken naar ander geschikt aanbod in Nederland) indien mogelijk in deze situaties wel zal aanbieden. Dit is zeker wenselijk in geval er tewerkstellingsvergunningen worden aangevraagd voor ama's. Dit leidt er toe dat CWI naast de tijd die CWI nodig heeft om de feitelijke beslissing in het kader van de Wav te nemen, te weten 24 uur, maximaal 24 uur extra de tijd nodig heeft om dit goed te kunnen onderzoeken. COA en IND kunnen de benodigde tijd in de procedure terugbrengen tot 24 uur, zodat de totale proceduretijd (COA, IND en CWI) in acute noodsituaties kan worden teruggebracht tot maximaal 72 uur.

Ik wil nogmaals benadrukken dat ik van mening ben dat niet alleen asielzoekers voor onaangenaam of zwaar werk in crisissituaties kunnen worden ingezet. In het kader van werkzaamheden ten behoeve van ruimingen vanwege de vogelpest is dit feitelijk ook niet gebeurd. Er zijn ongeveer 4000 arbeidskrachten ingezet bij ruimingen in het kader van de vogelpest.

CWI heeft een interne procedure voor noodsituaties reeds klaarliggen. Ook COA en IND zullen een eigen noodprocedure vaststellen en verankeren in hun organisaties. Het streven is om de integrale noodprocedure op 1 februari 2004 gereed te hebben.

In het kielzog van de noodprocedure heeft de werkgroep tevens gekeken naar mogelijkheden om de reguliere procedure bij verzoeken om een tewerkstellingsvergunning voor asielzoekers efficiënter te laten verlopen en zodoende ook te verkorten. Het lijkt er op, dat de totale proceduretijd kan worden teruggebracht van maximaal 13 weken nu tot maximaal 5 weken. De streefdatum voor implementatie door alle betrokken organisaties is 1 februari 2004. De minister van V&I en ik zullen erop toezien dat zowel de noodprocedure als de versnelde reguliere procedure zo spoedig mogelijk ingevoerd zijn.




---

3. IWI rapportage "Vreemdelingen en arbeid, het vergunningenbeleid van CWI"

Ik heb in het Algemeen Overleg van 10 september jl. tevens gezegd, dat de Kamer de resultaten van een begin 2003 door IWI uitgevoerd onderzoek naar de uitvoering van de Wav door CWI zal ontvangen. Ik heb u toegezegd dat ik aan IWI zou vragen om bij het onderzoek naar de procedure voor het verstrekken van tewerkstellingsvergunningen door CWI tevens aandacht te schenken aan de taakverdeling centraal (toetsende rol bij afgeven tewerkstellingsvergunningen) versus lokaal (bemiddelende functie met aandacht voor de lokale arbeidsmarkt) bij CWI.
Hierbij bied ik u het rapport van IWI aan. In het rapport belicht IWI de wijze waarop CWI verzoeken om vergunningen van werkgevers, die vreemdelingen in dienst willen nemen, behandelt. Met het onderzoek heeft IWI vooral beoogd een indicatie te krijgen hoe CWI de uitvoering van de Wav heeft georganiseerd en hoe CWI de regels voor restrictieve toelating toepast. De inspectie heeft tevens onderzocht hoe CWI verband legt tussen haar arbeidsbemiddelingstaak, waarbij CWI vacatures vervult vanuit haar bestand werkzoekenden, en haar taak om de Wav uit te voeren. De inspectie heeft geconstateerd dat CWI op uitvoerend niveau geen verband heeft gelegd tussen de arbeidsbemiddelingstaak en de uitvoering van de Wav. Omdat CWI in het kader van de uitvoering van de Wav in dossiers niet vastlegt welke actie CWI heeft ondernomen om in de vacature te voorzien na de melding ervan, onthoudt de inspectie zich op dit punt van een oordeel. CWI geeft in haar reactie op het rapport aan de tekortkomingen, zoals door IWI vastgesteld, te onderschrijven en hiervoor verbeteracties in te zetten. Voor de inzet van de arbeidsbemiddelingstaak geeft CWI aan voortaan in rapportages vast te leggen hoe zij de aanvragen toetst en welke stappen zijn genomen om een gemelde vacature te doen vervullen vanuit haar eigen bestand werkzoekenden. Met implementatie van deze maatregel maakt CWI het controleerbaar hoe CWI haar arbeidsbemiddelingstaak inzet. Ik wil hier nogmaals benadrukken, dat in het geval van asielzoekers CWI niet hoeft te toetsen of voor de betreffende werkzaamheden ander geschikt aanbod op de Nederlandse arbeidsmarkt aanwezig is. Om echter te voorkomen dat louter asielzoekers ingezet worden voor lastig en zwaar werk, zal CWI haar diensten als bemiddelaar (zoeken naar ander geschikt aanbod in Nederland) indien mogelijk in deze situaties wel aanbieden.

Ik heb de vraag van de VC SZW naar de LNV-draaiboeken (op basis van ervaringen met eerdere ruimingen) doorgeleid naar de minister van LNV. Ik heb mijn ambtgenoot gevraagd om hierover rechtstreeks aan de Tweede Kamer te rapporteren.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)