Persbericht
Kaderstellende rol bij beleidsvorming eerder waarborgen
Staten gaan eerder meedenken
12-11-2003
Provinciale Staten van Utrecht willen in een eerder stadium betrokken
worden bij de beleidsvorming van de provincie. Zij willen hun
kaderstellende rol beter en in een eerder stadium waar kunnen maken.
Zo luidde tijdens de behandeling van de begroting 2004 de algemene
boodschap aan het adres van Gedeputeerde Staten over het te voeren
beleid. Geen confrontatie achteraf met beleid geformuleerd door GS,
maar een actieve rol vanaf het begin bij het formuleren van het
beleid.
Tijdens de behandeling van de algemene begroting voor 2004 hadden alle
fracties kritiek op het feit dat zij tevoren geen inzage hadden
gekregen in de onderliggende cijfers van de begroting. "Eens maar
nooit weer", luidde de algemene conclusie. Bij de volgende begroting
zullen GS de Staten op een zodanig tijdstip moeten betrekken bij de
voorbereiding van de begrotingsbehandeling, dat ze niet voor voldongen
feiten worden gesteld.
Als voorbeeld noemde de Staten de gebrekkige informatie die ze van GS
krijgen over de problematiek rond het "nieuwe wonen". Ook daarover
willen zij beter en eerder door GS geïnformeerd worden.
Takendiscussie
De Staten willen ook een beter en eerder inzicht krijgen in de
takendiscussie die bij de provincie gaat spelen. Tijdens de
takendiscussie speelt de verhouding tussen beleid en uitvoering. Deze
kan gevolgen hebben voor de personele bezetting van het provinciale
apparaat. De Staten willen dat er een selectief aannamebeleid wordt
gehanteerd. De statencommissie Bestuur en Middelen zal daarover
regelmatig informatie krijgen.
Jeugdzorg
Met de inwerking treden van de Wet op de Jeugdzorg krijgt de provincie
een centrale verantwoordelijkheid voor het nieuwe jeugdzorgstelsel. De
Staten vinden dat er lange wachtlijsten en wachttijden in de
hulpverlening voor de jeugd moeten worden teruggedrongen. Volgend jaar
wordt tijdens de behandeling van de voorjaarsnota besloten of daarvoor
extra middelen nodig zijn.
Kleine kernen
GS zegden toe met een integrale benadering van de kleine kernen
problematiek te zullen komen. Het College van GS had al beloofd aan de
statencommissie Ruimte en Groen met een notitie woonruimteverdeling
voor de kleine kernen te zullen komen omdat de leefbaarheid daarvan
van cruciaal belang is. De motie van de SGP om in die notitie ook op
te nemen op welke wijze een hoeveelheid woningen - via zogeheten
maatschappelijk gebonden eigendom - voor specifieke doelgroepen
(bijvoorbeeld ouderen en starters) uit de betreffende kernen behouden
kan blijven kreeg steun van een grote meerderheid.
Helderheid over bestuurlijke verhoudingen
De minster van Binnenlandse Zaken overweegt om de Kaderwet in te
trekken en in de plaats daarvan de regeling WGR+ voor de stadsregio
Utrecht van toepassing te verklaren. De Staten verklaarden dat zij een
positieve werkrelatie met de stadsregio Utrecht wensen. In het kader
van de productieve verhouding is het nodig dat de bevoegdheden tussen
de provincie en de stadsregio helder zijn, zodat er geen onnodige
energie verspild wordt met discussies over bestuurlijke competenties.
De provincie heeft het primaat bij het bepalen van het regionale
beleid, stelt daarvoor de kaders en toetst deze kaders. Deze
kaderstelling is van toepassing op de plannen die provincie mag maken,
zoals het Streekplan het Mobiliteitsplan, het Milieubeleidsplan, het
Waterhuishoudingsplan en Economische beleidsplan. GS moeten de
minister van Binnenlandse zaken direct op de hoogte brengen dat de
Staten dit primaat niet willen delen met het BRU.
Meer informatie: Frank Santman, telefoon 030-2582522 of
Frank.Santman@provincie-utrecht.nl
Provincie Utrecht