Partij van de Arbeid

Den Haag, 12 november 2003

Vragen van het lid Albayrak (PvdA) aan de ministers van Justitie en Buitenlandse Zaken


1. Bent u op de hoogte van de zaak A. v. Z. die al bijna een jaar zit te wachten om haar straf in Nederland te mogen uitzitten op grond van het WOTS-verdrag?


2. Klopt het, dat op basis van dit verdrag een verzoek ligt tot overplaatsing naar Nederland? Kunt u zeggen wat de stand van zaken is omtrent dit verzoek?


3. Bent u bereid om stappen te zetten waardoor mevrouw v. Z. spoedig terug kan keren naar Nederland?


4. Hoe lang duurt het gemiddeld, voordat een verzoek om een in het buitenland opgelegde straf in Nederland te mogen uitzitten, in Nederland in behandeling is genomen en hoe lang duurt het voordat de betrokkene daadwerkelijk overgeplaatst is (dit alles vanaf het moment van het indienen van een verzoek door betrokkene)?


5. Zijn er bij u voorbeelden bekend, waarin door justitie termijnen zijn overschreden bij een in vraag 2 bedoeld verzoek, of waarin betrokkenen onredelijk lang op hun terugkeer naar Nederland hebben moeten wachten?


6. Is het, in het algemeen, duidelijk voor de betrokkenen hoe de procedure loopt? Door wie worden de betrokkenen geïnformeerd, als ze in een buitenlandse gevangenis zitten?


7. Is er in de procedure ook een mogelijkheid om deze procedure te versnellen? Zo ja, hoe werkt deze versnelde procedure?


8. Wat is de functie van de WOTS-lijn voor betrokkenen en derden met betrekking tot het in Nederland uitzitten van de gevangenisstraf?


9. Is het u bekend dat de WOTS-lijn moeilijk te bereiken is en, zo ja, kunt u aangeven wat daarvan de reden is?


10. Indien het antwoord op vraag 8 te maken heeft met organisatorische problemen, welke maatregelen kunt u nemen en denkt u te nemen?


---- --