Antwoorden op kamervragen van het kamerlid Kant over de mogelijke ontwikkeling van een
particuliere zorgmarkt in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). (203041650)
---
Wat is uw mening over het feit dat GGZ Groningen Arbeidshulpverlening specialisten betaalt
om mensen aan hen door te sturen? 1)
---
Erkent u dat deze financiële prikkel ook het risico inhoudt van onnodige doorverwijzingen?
---
Deelt u de mening dat een doorverwijzing niet beïnvloed zou moeten worden door financiële
motieven, maar louter op grond van medische criteria dient plaats te vinden?
---
Vindt u dit een gewenste ontwikkeling? Zo neen, wat gaat u hiertegen ondernemen?
---
Wat is uw reactie op de terechte erkenning, van de directeur algemene zaken van het cen-
trum voor GGZ Groningen-Zuid, dat de zorg hierdoor ook alleen maar duurder van wordt?
1 t/m 4 en 6
Ik acht het onwenselijk dat specialisten betaald worden voor hun doorverwijzing. Een door-
verwijzing dient gebaseerd te zijn op medische gronden en dient ervoor te zorgen dat de
cliënt de zorg krijgt waarop hij recht heeft. Het is evident dat door betalingen aan specialis-
ten een extra kostenpost ontstaat die onwenselijk en kostenverhogend is.
Ik heb de hoofdinspecteur GGZ van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en de verant-
woordelijke regionale inspecteur gevraagd om na te gaan welke betalingen door GGZ Gro-
ningen verricht worden en om een oordeel hieromtrent. Naar aanleiding van de rapportage
van de Inspectie zal ik bezien of er aanleiding is om bij Algemene Maatregel van Bestuur ex
artikel 40 van de Wet Beroepen Individuele Gezondheidszorg over dit onderwerp nadere
voorschriften op te stellen.
---
Deelt u de mening dat deze ontwikkeling een gevolg is van de invoering van de vercommer-
cialisering van de Arbo-dienst? Verbindt u consequenties aan dit soort bijeffecten?
---
Deze ontwikkeling zie ik niet als een noodzakelijk gevolg van de vercommercialisering van de
Arbo-dienst. Ik constateer het ontstaan van een zorgaanbod dat wordt gefinancierd met
private middelen. De belangrijkste consequentie die ik hieraan verbind, is de voorwaarde van
een transparante bedrijfsvoering en de voorwaarde van gescheiden financieringsstromen.
---
---
Bent u van mening dat in een gemeente altijd voldoende crisisopvang in de GGZ aanwezig
behoort te zijn?
---
De instellingen in de geestelijke gezondheidszorg zijn verantwoordelijk voor het beschikbaar
hebben van voldoende plaatsen voor de crisisopvang. Deze instellingen maken over de pro-
ductie van de crisisopvang afspraken met het zorgkantoor. De laatste jaren zijn voor de GGZ
middelen beschikbaar gesteld om eventuele knelpunten ook bij de crisisopvang - op te
lossen.
---
Wat is uw reactie op de initiatieven de commerciële activiteiten van GGZ Groningen uit te
breiden tot de crisisopvang?
---
De crisisopvang behoort tot de reguliere taak van een instelling voor geestelijke gezond-
heidszorg voor zover het om mensen met een psychiatrische stoornis gaat die crisisopvang
nodig hebben. Deze patiënten worden vervolgens opgenomen en krijgen de noodzakelijke
zorg. GGZ Groningen biedt, tegen extra betaling, aanvullende zorg die niet AWBZ-verzekerd
is, hetgeen is toegestaan.
---
Wat is volgens u de oorzaak dat gemeenten dit niet zelf kunnen organiseren?
---
Het is niet de taak van de gemeente dit te organiseren. Bekostiging van de crisisopvang
voor mensen met psychiatrische stoornissen verloopt via afspraken tussen het zorgkantoor,
instelling CTG en het CAK. Indien een gemeente zorgen heeft over het zorgaanbod, dient zij
dit op te nemen met het zorgkantoor. Overigens wordt op diverse fronten gewerkt aan een
goede samenwerking bij de crisisopvang aan mensen met psychiatrische stoornissen. Een
voorbeeld hiervan is het convenant over de samenwerking tussen GGZ Nederland en de
politie bij de opvang, begeleiding en behandeling van mensen met psychische en/of versla-
vingsproblematiek.
10
Kan het betalen, voor crisisopvang, aan een commerciële instelling de kosten voor de ge-
zondheidszorg verhogen? Zo ja, wat bent u van plan hiertegen te ondernemen?
10
Door extra uitgaven in het derde compartiment, nemen kosten die ten laste van de publieke
middelen komen, niet toe.
---
Klopt de berichtgeving dat de helft van alle GGZ-instellingen extra inkomsten ontvangt uit
private activiteiten voor derden? 2)
---
Volgens de brancheorganisatie biedt nog geen 20 % van de GGZ instellingen commerciële
zorg. Het commerciële circuit in de GGZ beperkte zich tot op heden tot het aanbod op het
vlak van arbeid en geestelijke gezondheid. GGZ Groningen zou de eerste aanbieder zijn die
dit aanbod uitbreidt.
---
12
Bent u van mening dat het ministerie van VWS en het College Tarieven Gezondheidszorg
(CTG) deze initiatieven, en de daaruit voortvloeiende inkomsten moeten kunnen controleren?
Zo neen, waarom niet? Zo ja, zijn er al initiatieven dit te controleren, en hoe zien deze con-
troles eruit?
12
De verantwoordelijkheid voor de naleving van de CTG-beleidsregels ligt bij de partijen. Zorg-
kantoor en zorgaanbieder dienen hun overeenkomst, die op basis van de AWBZ is gesloten,
na te leven en elkaar aan naleving te houden. Het CTG heeft een beleidsregel aanvullende
inkomsten vastgesteld waarbij als randvoorwaarde geldt dat instellingen transparant zijn
over aanvullende inkomsten. De beleidsregel geeft aan welk soort aanvullende inkomsten
dienen ter dekking van het reguliere budget en welk soort mag worden behouden ter dek-
king van extra gemaakte kosten. Verder is het niet toegestaan dat voor commercieel aange-
boden zorg hogere dan de door het CTG vastgestelde tarieven in rekening worden gebracht.
Indien een zorgkantoor over harde aanwijzingen beschikt dat er bij een instelling sprake is
van het ongeoorloofd vermengen van financieringsstromen of dat er onjuiste tarieven in
rekening worden gebracht (een economisch delict), behoort het zorgkantoor dit te melden
aan VWS en CTG. (het meldpunt onwettelijke declaraties van het CTG). Bij de jaarlijkse con-
trole kan het CTG ook zelfstandig ongeoorloofd handelen constateren. Tenslotte zal ook de
accountant van de aanbieder dienen te beoordelen of de aanvullende inkomsten op een juis-
te wijze in de jaarrekening zijn verwerkt. In overleg bepalen VWS en CTG of het CTG de
kwestie zal voorleggen aan OM en FIOD/ECD. Gezamenlijk bepalen deze partijen of er aan-
leiding is voor vervolging.
13
Klopt het dat AWBZ-instellingen geen extra geld mogen binnenhalen?
13
Neen, dat klopt niet. Het is AWBZ-instellingen onder voorwaarden toegestaan om extra in-
komsten te verwerven. Instellingen die bepaalde vormen van zorg commercieel willen aan-
bieden, dienen de financieringsstromen strikt gescheiden te houden. Dit om te voorkomen
dat commerciële activiteiten met algemene middelen bekostigd worden. Enkele instellingen
geven invulling aan deze eis door de privaat gefinancierde zorg in een aparte BV onder te
brengen. Voorts kunnen extra inkomsten worden verworven met een beroep op de CTG-
beleidsregel 'aanvullende inkomsten zorginstellingen'. Deze beleidsregel geeft aan onder
welke omstandigheden ABWZ-toegelaten instellingen bepaalde aanvullende (niet zijnde een
verstrekking in het kader van de AWBZ) diensten mogen aanbieden. Hiertoe dienen ze het
CTG op de hoogte te brengen van deze inkomsten.
14
Erkent u dat de 'wildgroei' ertoe heeft geleid dat vermenging van financieringssystemen
plaatsvindt? Erkent u dat dit ongewenst is?
14
Zoals ik bij mijn antwoord op vraag 12 al duidelijk heb gemaakt, kan van 'wildgroei' binnen
de geldende randvoorwaarden geen sprake zijn. Ik ben het met u eens dat transparantie in
de bedrijfsvoering een must is. Ik verwacht van de Zorgkantoren dat zij hier een scherp oog
op houden.
---
15
Wat is uw reactie op de uitspraak van een ambtenaar van het ministerie van VWS: "Com-
mercieel werken met AWBZ-geld is uit den boze (..). We hebben geen goed zicht op de
ontwikkelingen"?
16
Bent u van mening dat instellingen hierover openheid van zaken moeten geven? Zo ja, bent
u bereid een onderzoek te verrichten naar private inkomsten bij reguliere GGZ-
Zorginstellingen?
17
Gaat u gepaste maatregelen nemen ten aanzien van instellingen die activiteiten en/of finan-
ciële constructies hanteren?
18
Deelt u de mening van de in het artikel bedoelde ambtenaar van VWS dat GGZ-Groningen
een economisch delict pleegt? Zo ja, welke stappen gaat u hiertegen ondernemen?
15 t/m 18
Bij de antwoorden op vraag 13 en 14 heb ik aangegeven dat het financieren van commercië-
le activiteiten met publieke middelen niet is toegestaan. Het zorgkantoor is mede verant-
woordelijk voor de naleving van de CTG-beleidsregels. In lijn met de hierboven beschreven
procedure, heeft VWS aan zorgkantoor Groningen gevraagd of men kennis heeft genomen
van deze activiteiten van GGZ Groningen en welke acties men denkt te ondernemen. De
verdere eventueel te volgen procedure is bij het antwoord op vraag 12 beschreven.
De Raad van Bestuur van GGZ-Groningen heeft inmiddels afstand genomen van de toonzet-
ting en de inhoud van het artikel in Psy. Het Zorgkantoor heeft mij per brief laten weten dat
zij de financiële gegevens die haar door GGZ Groningen zijn verschaft, momenteel onder-
zoekt.
1) Psy, nr. 10, 2003
2) Psy, nr. 11, 2003
---- --
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport