Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 24 oktober 2003, nr. 2030401830 AV/IR/2003/82861

Onderwerp Datum Kamervragen van de leden Bussemaker en 12 november 2003 Van Dijken

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van de leden Bussemaker van Van Dijken (beiden PvdA) over het mogelijke bombardement van open-sollicitatiebrieven.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)




---


Vraag 1: Bent u op de hoogte van het feit dat bedrijven, zowel publiek als privaat, de laatste tijd worden gebombardeerd met open-sollicitatiebrieven en dat veel van deze brieven rechtstreeks de prullenbak ingaan?1

Antwoord:
De berichten hierover in diverse kranten zijn mij bekend.2 Uit deze berichten is mij overigens ook gebleken dat veel bedrijven open (blijven) staan voor open sollicitaties en open- sollicitatiebrieven in behandeling nemen.

Vraag 2: Wat vindt u ervan dat een bedrijf als ABN-AMRO kieskeurig te werk gaat door alleen kandidaten met een HBO- of academische opleiding en die niet ouder zijn dan respectievelijk 26 en 30 jaar de mogelijkheid te geven om hun CV achter te laten?

Antwoord:
Raadpleging van de website van ABN-AMRO leert dat de bank in zoverre kieskeurig te werk gaat dat zij leeftijdsgrenzen hanteert bij de toegang tot traineeships. Het HBO-traineeship bij ABN-AMRO staat open voor personen die een hbo-diploma met maximaal twee jaar werkervaring hebben en niet ouder zijn dan 26 jaar. Het WO-traineeship staat open voor personen die een universitaire opleiding hebben afgerond en niet ouder zijn dan 30 jaar. ABN-AMRO hanteert dus leeftijdsgrenzen bij de toelating tot traineeships. Naar mijn mening is dit op grond van het wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid (kamerstuknummer 28 170), dat nu bij de Eerste Kamer in behandeling is, alleen toegestaan indien er een objectieve rechtvaardiging is voor het hanteren van deze leeftijdsgrenzen. Een objectieve rechtvaardiging kan bijvoorbeeld zijn gelegen in de bescherming van veiligheid of gezondheid of een ander zwaarwegend bedrijfs- of dienstbelang. Voor de continuïteit en de bedrijfsvoering van een onderneming kan het bijvoorbeeld van belang zijn om werknemers uit een bepaalde leeftijdscategorie te werven voor managementfuncties om een meer evenwichtige leeftijdsopbouw van het management binnen de onderneming te realiseren, omdat de meerderheid van het leidinggevende personeel tegen de pensioengerechtigde leeftijd aan zit. Op grond van het wetsvoorstel zou ook de reden voor het hanteren van de objectief gerechtvaardigde leeftijdsgrenzen op de website moeten worden vermeld, aangezien het hier om een openlijke aanbieding van een vacature gaat. Overigens is mij niet gebleken dat ABN- AMRO leeftijdsgrenzen hanteert bij het achterlaten van een CV op de website (een open sollicitatie).

Vraag 3: Is het u bekend dat meerdere bedrijven dit als beleid hanteren? Zo ja, om hoeveel bedrijven gaat het hier?

Antwoord
Het is mij niet bekend dat meerdere bedrijven leeftijdsgrenzen hanteren bij de mogelijkheid om een CV achter te laten, zoals u aangeeft in vraag 2. Mij is wel bekend dat meerdere bedrijven gebruik maken van leeftijdsgrenzen in wervingsadvertenties. Uit het onderzoek `Hoe Werven Bedrijven 2002' van het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) blijkt dat in 2002 bij 11% van de vacatures melding werd gemaakt van een


1 Dagblad van het Noorden, 4 oktober jl.


2 Zwolse Courant, 30 september 2003; De Telegraaf, 2 oktober 2003; Dagblad van het Noorden, 4 oktober 2003.




---


maximumleeftijdseis. Hierbij is sprake van een lichte stijging ten opzichte van 2001. Toen was dat bij 8% van de vacatures het geval. In het onderzoek `Hoe Werven Bedrijven 2001' wordt vermeld dat het aandeel van vacatures waarin een maximumleeftijdseis wordt genoemd, in de afgelopen jaren, wellicht onder de naderende dreiging van een wettelijk verbod op leeftijdsdiscriminatie, sterk is gedaald van 25% in 1995 tot 8% in 2001.

Vraag 4: Hoe verhoudt dit zich tot de onlangs door de Tweede Kamer aangenomen wet die leeftijdsdiscriminatie bij arbeid verbiedt? Wat bent u van plan te doen tegen deze vorm van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt in zijn algemeenheid, maar ook in dit specifieke geval?

Antwoord:
Bij het antwoord op vraag 2 is al ingegaan op de vraag hoe dit beleid zich verhoudt tot het wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs, dat op 23 september jl. door Uw Kamer is aangenomen. Op grond van het wetsvoorstel is dit beleid niet toegestaan, tenzij er een objectieve rechtvaardiging is voor het hanteren van deze leeftijdsgrenzen.
In reactie op de vraag wat ik van plan ben te doen tegen deze vorm van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt, laat ik u het volgende weten. Daarbij vermeld ik dat ik onder `deze vorm van leeftijdsdiscriminatie' versta: het hanteren van niet objectief gerechtvaardigde leeftijdsgrenzen bij werving en selectie. Om te beginnen is het bovengenoemde wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid van belang bij het bestrijden van deze vorm van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. Als het wetsvoorstel ook door de Eerste Kamer wordt aangenomen, zal het op zo kort mogelijke termijn in werking treden. Het wetsvoorstel zal sollicitanten bescherming bieden tegen (onder meer) deze vorm van leeftijdsdiscriminatie op de arbeidsmarkt. De inwerkingtreding van het wetsvoorstel zal worden ondersteund door voorlichtingsactiviteiten. Hierbij zal ik specifiek aandacht besteden aan de regels rond het hanteren van leeftijdsgrenzen bij werving en selectie. Ook wordt in verschillende projecten doorlopend aandacht besteed aan gelijke behandeling op grond van leeftijd. Hierbij denk ik bijvoorbeeld aan een project van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) gericht op werkgevers in het MKB. Een ander voorbeeld is het door SZW gesubsidieerde project Leeftijd en Arbeid van het LBL Expertisecentrum leeftijd en maatschappij dat is gericht op (aankomende) personeelsfunctionarissen en ondernemingsraden. Ten slotte wijs ik u op de aanbevelingen voor een zorgvuldige sollicitatieprocedure, die zijn opgesteld door de Stichting van de Arbeid (StvdA). Het ministerie van SZW subsidieert de StvdA om te bevorderen dat de aanbevelingen door individuele ondernemingen in de praktijk worden gebracht. Met betrekking tot uw vraag naar wat ik van plan ben te doen in dit specifieke geval, merk ik op dat het niet aan mij is om op te treden in individuele gevallen van mogelijke leeftijdsdiscriminatie. Dat is voorbehouden aan de Commissie Gelijke Behandeling en uiteindelijk aan de rechter.

Vraag 5: Hoe verhoudt dit beleid zich tot de sollicitatieplicht voor mensen van 57,5 jaar en ouderen die vanaf 2004 wordt ingevoerd en het besluit dat gemeenten moeten beslissen over de sollicitatieplicht van jonge bijstandsmoeders met jonge kinderen?

Antwoord




---


Een verhoging van de arbeidsparticipatie van onder meer mensen van 57, 5 jaar en ouder en vrouwen is een belangrijke doelstelling van het kabinetsbeleid. De invoering van een sollicitatieplicht voor ouderen en alleenstaande ouders met jonge kinderen in de Wet Werk en Bijstand (WWB) moet mede worden beschouwd tegen het licht van deze beleidsprioriteiten. Om deze doelstelling te kunnen realiseren, is het van belang dat daarvoor voldoende randvoorwaarden aanwezig zijn. Het bovengenoemde wetsvoorstel Gelijke behandeling op grond van leeftijd bij arbeid, beroep en beroepsonderwijs is een van deze randvoorwaarden. Het wetsvoorstel biedt ouderen, die op grond van de WWB een sollicitatieplicht hebben, betere kansen op de arbeidsmarkt. Voor de groep alleenstaande ouders met jonge kinderen is in dit verband het wetsvoorstel basisvoorziening kinderopvang (Wbk) relevant. In die gevallen dat het aanbod van arbeidskrachten (nog) niet aansluit op de vraag naar arbeidskrachten, moet tevens geïnvesteerd worden in een versterking van het aanbod. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt voorzover het mensen met een bijstandsuitkering of zonder uitkering betreft, bij de gemeenten.
Gemeenten hebben door het vrij besteedbaar reïntegratiebudget de beschikking over een breed scala aan reïntegratie-instrumenten dat zij kunnen inzetten om de mogelijkheden voor arbeidsinschakeling te bevorderen. Mede gelet op het antwoord op vraag 4 wordt naar het oordeel van het kabinet aldus voldoende gewaarborgd dat aan deze groepen voldoende kansen worden geboden op de arbeidsmarkt.

Vraag 6: Bent u van plan bij de invoering van de sollicitatieplicht voor ouderen rekening te houden met genoemde kieskeurigheid op de arbeidsmarkt?

Antwoord

Met de herinvoering van de sollicitatieplicht wil ik een signaal uitdragen aan werkgevers, werknemers, ouderen en jongeren, namelijk dat werken tot het 65e jaar in de toekomst de norm is. In het licht van dit uitgangspunt kan bij de herinvoering van de sollicitatieplicht geen rekening worden gehouden met de kieskeurigheid van werkgevers. Uit het onderzoek Werkhervattingkansen oudere werknemers (LISV, juli 2001) is gebleken dat het al dan niet hebben van een sollicitatieplicht van grote invloed is op de werkhervattingkansen van oudere werknemers. Met de herinvoering van de sollicitatieplicht wil het kabinet de werkende ouderen stimuleren zo lang mogelijk door te werken en bevorderen dat werkzoekende ouderen de weg naar de arbeidsmarkt terug weten te vinden.

Vraag 7: Bent u tevens van plan om, als blijkt dat dit beleid veelvuldig voorkomt, gemeenten de mogelijkheid te geven jonge bijstandsmoeders met jonge kinderen een vrijstelling te geven?

Antwoord

De WWB heeft nadrukkelijk als uitgangspunt dat ook van alleenstaande ouders met jonge kinderen wordt verwacht dat zij beschikbaar zijn voor de arbeidsmarkt. Indien het om uiteenlopende redenen niet lukt om op korte termijn een betaalde baan te vinden, zal vaak eerst geïnvesteerd (moeten) worden in scholing, training of het opdoen van werkervaring door bijvoorbeeld vrijwilligerswerk. De gemeente kan tevens tijdelijk een loonkostensubsidie inzetten. Een vrijstelling van de arbeidsverplichtingen vanwege de omstandigheden op de arbeidsmarkt is om deze reden in beginsel niet aan de orde.




---


De WWB biedt gemeenten wel de beleidsruimte om in individuele gevallen iemand (de alleenstaande ouder met jonge kinderen) tijdelijk te ontheffen van de arbeidsverplichtingen, als daarvoor dringende redenen aanwezig zijn. Deze mogelijkheid ziet echter primair op omstandigheden die betrekking hebben op de persoonlijke situatie (van de alleenstaande ouder) welke wel gerelateerd kunnen worden aan de situatie op de arbeidsmarkt. De feitelijke omstandigheid dat de (lokale) arbeidsmarkt tijdelijk weinig ruimte voor nieuwe instroom biedt, zal dus in beginsel onvoldoende zijn om over te gaan tot het verlenen van een individuele ontheffing van de arbeidsverplichtingen.

Vraag 8: Klopt het dat het ministerie van Justitie het mensen afraadt om open- sollicitatiebrieven te sturen?

Antwoord
Ja, dat klopt. Op www.justitie.nl wordt mensen geadviseerd te solliciteren op de door Justitie extern opengestelde vacatures.

Het aantal open sollicitaties dat Justitie ontvangt, is aanzienlijk hoger dan het aantal vacatures dat beschikbaar is. Op de website van Justitie wordt mensen daarom afgeraden een open- sollicitatie brief te sturen en geadviseerd om, naast het eerder genoemde advies te solliciteren op vacatures, hun interesse voor het werken bij Justitie kenbaar te maken door een carrièredossier aan te maken en het CV te plaatsen op www.werkenbijdeoverheid.nl, de vacaturesite van de overheid. De gedachte hierachter is dat mensen aan kunnen geven wat voor functie ze ambiëren waarna Justitie zelf mensen kan benaderen wanneer er een passende functie blijkt te zijn. Uiteraard kunnen mensen een open-sollicitatie brief sturen en het beleid van Justitie is dat iedereen die een open-sollicitatie brief stuurt hierop een passende reactie ontvangt. Hoewel er zeker mensen door middel van een open-sollicitatie brief bij Justitie aan de slag zijn gegaan, is dit niet de wijze van solliciteren met de grootste kans op een nieuwe baan.

Vraag 9: Betekent dit dan ook dat het ministerie van Justitie deze brieven niet in behandeling neemt?

Antwoord
Nee, dat betekent dit niet. Zoals ook bij vraag 8 reeds is vermeld is het beleid dat iedereen die een open-sollicitatie brief stuurt hierop een passende reactie ontvangt. Indien er geen passende functies zijn, wordt een open-sollicitatie brief 6 maanden in portefeuille gehouden om te bezien of er in deze periode nog een passende functie vacant komt.