Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Bestuurlijke Afspraken 2003-2004 tussen SZW en de gemeente Amsterdam

De Staatssecretaris van SZW en wethouder Oudkerk van de gemeente Amsterdam hebben de volgende afspraken gemaakt.

Op 2 mei 2002 hebben SZW en de gemeente Amsterdam bestuurlijke afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst gemaakt voor het jaar 2002. Daarbij is afgesproken om later te bezien of er ook afspraken over 2003 en 2004 konden worden gemaakt. Op 21 mei 2003 hebben SZW en de gemeente Amsterdam bestuurlijk overleg gevoerd over de bestuurlijke afspraken in het kader van de Agenda voor de Toekomst. Daarin is het volgende geconcludeerd:

· dat op de gemeente Amsterdam een zware taak rust om zowel de rechtmatigheid op orde te krijgen als meer inspanningen te leveren op het terrein van de reïntegratie; · dat de gemeente Amsterdam met forse inspanningen in de organisatie een behoorlijke verbeterslag heeft gerealiseerd. De gemeente Amsterdam onderkent daarbij dat zeker op het punt van rechtmatigheid deze verbetering nog moet worden doorgezet om in 2003 duurzaam de Abw adequaat uit te voeren. Zeker vanuit het perspectief van reïntegratie bestaat er voldoende vertrouwen om meerjarige afspraken te maken.

Gelet op het bovenstaande is besloten om bestuurlijke afspraken over 2003 en 2004 te maken. De gemeente Amsterdam wordt hierbij in de gelegenheid gesteld om de trajecten en uitstroom die in 2002 niet zijn gerealiseerd in te halen in 2003 en 2004.

Aan deze afspraken wordt de voorwaarde verbonden dat de uitvoering van de Abw in Amsterdam op adequate wijze plaatsvindt. De Inspectie Werk en Inkomen zal hierop toezicht houden.

De door Amsterdam te leveren extra inspanning bestaat uit:

· het uitvoeren van 21.909 trajecten in 2003 en 2004 plus de niet gerealiseerde trajecten uit 2002.
· de uitstroom uit de trajecten in het kader van de afspraken over 2003 en 2004 én de afspraken over 2002 loopt op tot 40% in 2006.
· de uitstroom uit de Wiw van de na 1 januari 1998 ingestroomde Wiw-ers wordt opgehoogd naar tenminste 30 procent.
· het realiseren van trajecten en uitstroom voor allochtonen naar evenredigheid. · een actieve fraudebestrijding (misbruik en oneigenlijk gebruik) en een stringente en consistente toepassing van de sancties op basis van de Wet boeten en maatregelen. Dit houdt onder meer in dat de uitkering van uitkeringsgerechtigden die niet of onvoldoende meewerken aan de afgesproken werktoeleidingstrajecten wordt stopgezet. · Een actieve benadering van niet-uitkeringsgerechtigden. · het voortzetten van een kwalitatief goede cliëntenparticipatie als integraal onderdeel van de beleidscyclus, waarbij de komende jaren periodieke klanttevredenheidsonderzoeken worden gehouden.

---


· het realiseren van een zodanige aanpassing van de werkprocessen dat de werkwijze van het casemanagement integraal werkzaam is in de organisatie en heeft geleid tot een zichtbare versnelling en vergroting van de effectiviteit van de sluitende aanpak.

De Minister van SZW stelt daarvoor, onder de hieronder genoemde voorwaarden, een bijdrage beschikbaar voor:
· de invoering van een intensieve aanpak door middel van het casemanagement een bedrag van 29.770.875,- plus de middelen die horen bij de niet gerealiseerde trajecten uit 2002. · kinderopvang die noodzakelijk is om de afspraken te realiseren een bedrag beschikbaar van 9.358.808,- plus de middelen die horen bij de niet gerealiseerde trajecten uit 2002. · de uitvoering van vernieuwende projecten en experimenten een bedrag van 1.135.002,-. · een intensieve activering van nieuwkomers een bedrag van 1.528.032,-.

Als voorwaarden voor de bijdrage van het Rijk gelden:


1. De Rijksbijdrage wordt beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat er sprake is van een adequate uitvoering van de Abw in Amsterdam. Dit wordt afgemeten aan een zo actueel mogelijk inzicht in de wetsuitvoering (op basis van oordeel IWI over de uitvoering dat gebaseerd is op kwartaalrapportages van de gemeente Amsterdam) en gerelateerd aan de ontwikkelingen die zich in Amsterdam hebben voltrokken na het 1e kwartaal 2003, zoals weergegeven in het IWI-rapport dat op 21 mei 2003 aan het parlement is gezonden. De door IWI gerapporteerde tekortkomingen dienen in betekenisvolle omvang te zijn afgenomen en er mogen geen nieuwe uitvoeringsproblemen zijn ontstaan die het vertrouwen in het welslagen van de door de gemeente te leveren extra inspanningen te zeer aantasten. Voorts geldt dat een volledige rijksbijdrage voor de inzet van casemanagement alleen gerechtvaardigd kan worden indien ook ten aanzien van reïntegratie sprake is van een beduidend hoger kwaliteitsniveau ten opzicht van het 1e kwartaal 2003. Indien de Staatssecretaris van oordeel is dat er in bovengenoemde zin geen sprake is van adequate uitvoering van de Abw in Amsterdam, kan de Staatssecretaris de afspraken en de financiering daarvan herzien. Daaraan voorafgaand wordt de gemeente in dat geval door middel van een bestuurlijk overleg gehoord om haar zienswijze kenbaar te maken. Het bovenstaande wordt nader geregeld via de subsidiebeschikking.
2. De Inspectie Werk en Inkomen (IWI) zal zorgdragen voor een adequaat toezicht op de uitvoering van de Abw en de bestuurlijke afspraken in Amsterdam.
3. De rijksbijdrage wordt beschikbaar gesteld onder de voorwaarde dat de gemeente Amsterdam in 2003 een volumereductie realiseert meer dan evenredig dan het landelijk gemiddelde zonder de gemeente Amsterdam. Indien sprake is van volumestijging zal de stijging in Amsterdam geringer zijn dan het landelijk gemiddelde zonder de gemeente Amsterdam.

4. Elk kwartaal zal, mede op basis van kwartaalrapportages van de gemeente Amsterdam over de voortgang, een evaluatie uitgevoerd worden teneinde te bepalen of de gemaakte afspraken zijn gerealiseerd.

5. De afrekening voor casemanagement vindt plaats op basis van de volgende systematiek:
50% van de middelen wordt bepaald op basis van het overeengekomen aantal trajecten en
50% van de middelen wordt bepaald op basis van de overeengekomen uitstroom. De bevoorschotting in 2003 is 67%. Over de hoogte van de bevoorschotting in volgende jaren worden nadere afspraken gemaakt.

---



6. Ten behoeve van een adequate informatievoorziening wordt overeengekomen dat de gegevens voor de Abw-statistieken (uitkerings-, fraude- en debiteurenstatistiek) en de monitor scholing en activering zorgvuldig, tijdig en betrouwbaar worden aangeleverd.
7. Voor het overige gelden de voorwaarden zoals opgenomen in de Algemene Regeling SZW subsidies op basis van de Kaderwet SZW subsidies (inclusief een accountantsverklaring).

Den Haag/Amsterdam, september 2003

De Staatssecretaris van Sociale Zaken Wethouder sociale infrastructuur van de en Werkgelegenheid, de gemeente Amsterdam, onder voorbehoud van bestuurlijke goedkeuring,

(M. Rutte) ( R. Oudkerk)


---