Ingezonden persbericht

Woonbond biedt Dekker alternatief

Korting huursubsidie-ontvangers niet nodig

De Nederlandse Woonbond heeft nogmaals een dringende oproep gedaan op minister Dekker van VROM om af te zien van de voorgenomen kortingen op de huursubsidie. Dekker zegt het te betreuren dat er op de huursubsidie wordt bezuinigd, maar geen alternatief te hebben. De Woonbond wijst erop dat dit alternatief wel degelijk voorhanden is. En ook nog binnen het akkoord over het huurbeleid tussen VROM, verhuurders en de Woonbond voor de periode 2002-2005. Dit akkoord laat voldoende ruimte om lagere huurstijgingen vast te stellen voor het jaar 2004, zodat er in 2004 op de huursubsidie-uitgaven wordt bespaard zonder dat huursubsidieontvangers op hun bijdrage hoeven te worden gekort.

Aanleiding voor de oproep van de Woonbond tot een spoedoverleg vormen de sterk gewijzigde sociaal-economische omstandigheden. Op het moment dat het akkoord werd gesloten lag er nog geen sociaal akkoord dat de inkomensontwikkeling twee jaar lang op nul zet, er was nog geen sprake van economische malaise en het was dus ook niet bekend dat de overheid sterk zou gaan bezuinigen. Volgens de Woonbond is het spoedoverleg nodig om gezamenlijk te bekijken welke mogelijkheden er zijn om de huurontwikkeling volgend jaar te matigen en tegelijkertijd te besparen op de VROM-uitgaven. Volgens de Woonbond is dat een uitstekend alternatief voor de kortingen op de huursubsidie. Het past ook binnen het Hoofdlijnenakkoord van het kabinet.

In haar huurbrief van 17 oktober 2003 aan de Tweede Kamer gaat de minister ervan uit dat in 2004 bij een te hanteren inflatiepercentage van 2,9% huurverhogingen tot 4,9% mogelijk zijn. Dit betekent dat de huren in 2004 ver boven inflatie zullen stijgen, terwijl de lonen, uitkeringen en pensioenen worden bevroren. In combinatie met de korting op de huursubsidie leidt dit ongewijzigde huurbeleid tot verarming bij huurders met de allerlaagste inkomens. Bovendien leidt een boveninflatoire huurstijging bij gelijkblijvende inkomens tot hogere huursubsidie-uitgaven dan voorzien. De budgettaire problemen waar minister Dekker mee te kampen heeft worden dan alleen maar groter in plaats van dat ze worden opgelost.

Het alternatief van de Woonbond heeft grote voordelen:
1. U haalt uw bezuinigingstaakstelling binnen en uw plannen met de 56 aandachtswijken kunnen zonder verdere stagnatie worden doorgevoerd. Want geen huurder met huursubsidie verhuist nog uit de huidige huurwoning, wanneer er én op de huursubsidie wordt gekort én de huur met 2,9% of meer kan worden verhoogd, terwijl lonen, uitkeringen en pensioenen worden bevroren.

2. De onrust onder huurders zal afnemen, omdat zij zekerheid hebben over behoud van de huursubsidie en van een zeer gematigde huurontwikkeling, waardoor hun koopkrachtverlies wordt beperkt.

3. Gemeenten zullen toejuichen dat het beroep op de woonlastenfondsen niet zal toenemen en dat bij bewoners ook draagvlak zal blijven voor herstructurering van wijken en buurten, omdat bij gedwongen verhuizing huurders met lage inkomens er niet financieel op achteruit zullen gaan.
4. Een lagere huurverhoging in 2004, dan in uw huurbrief wordt voorgesteld, brengt de gunstige rendements- en vermogenspositie van verhuurders (Aedes 10,8% en IVBN 8,3% in 2002) niet in gevaar. Het recente CFV-rapport 'Investeren uit steen. Vermogensovermaat woningcorporaties' toont opnieuw aan hoe de corporatiesector -marktleider op de huurwoningenmarkt- uitstekend in staat is om met het totale vermogen, inclusief een inflatievolgend huurbeleid, te investeren in de stedelijke vernieuwing, wonen & zorg en de nieuwbouw.

5. Wanneer huursubsidiebesparingen via de weg van matiging van de huurstijging wordt gerealiseerd, dan heeft dit een gunstige doorwerking naar de huursubsidie-uitgaven in de jaren daarna. Gezien de bezuinigingstaakstellingen in de jaren 2005- 2008 is dat een niet te onderschatten voordeel, en voorkomt pijnlijke ingrepen in de regeling zelf.

U03.774
Amsterdam, 12 november 2003