VU ziekenhuis

Inzicht in voorkómen osteoporose vergroot
Botten eerder volgroeid dan gedacht

De botontwikkeling van jongeren is eerder voltooid dan tot nu toe werd aangenomen.Tot voor kort dachten onderzoekers dat de botdichtheid zich pas rond het dertigste jaar niet meer wijzigt. Uit promotieonderzoek van Silvia van Coeverden blijkt dat dit rond het zestiende tot achttiende levensjaar is. De resultaten zijn van belang bij het voorkomen van osteoporose.

Het onderzoek betekent dat interventies ter voorkoming van osteoporose voor het zestiende levensjaar moeten plaatsvinden. Als kinderen groeien, neemt de hoeveelheid bot in het skelet toe. Als de botten zijn uitgegroeid, is de piek bereikt. Dat wordt de piekbotmassa genoemd. Vanaf dat moment kan de totale hoeveelheid bot alleen nog maar stabiel blijven of afnemen. Na die tijd heeft ingrijpen weinig zin meer.

Van Coeverden onderzocht onder andere de rol van hormonen bij de botopbouw. Bij meisjes bleek de opbouw van het bot samen te hangen met het pubertijdsstadium. Hoe vaak meisjes bewegen, welke melkproducten zij innemen en in welke hoeveelheid, speelde geen rol bij de botontwikkeling. Alleen de oestrogenen bleken bepalend te zijn. Het toedienen van extra oestrogenen aan pubers zal volgens Van Coeverden echter nooit een optie zijn om osteoporose te voorkomen.

Het vrouwelijke hormoon oestrogeen blijkt niet alleen bij meisjes van belang. Ook jongens ontlenen de botontwikkeling aan dit hormoon. Het hormoon testosteron zorgt bij jongens voor dikkere en grotere botten.

Van Coeverden deed haar onderzoek onder 350 kinderen in en om Amsterdam. Zij mat de botdichtheid met de dual energy x-ray absorbtiometry of dexascan. Deze metingen herhaalde zij vier keer in twee jaar tijd.

De resultaten van het onderzoek zijn positief voor twintigers met een aandoening waarbij behandeling de botontwikkeling had kunnen beïnvloeden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij kankerpatiënten die chemotherapie krijgen. Omdat het bot rond hun zestiende tot achttiende levensjaar volgroeid blijkt te zijn, is de behandeling minder schadelijk voor de botopbouw dan in de pubertijd. Silvia van Coeverden promoveert op 14 november in het VU medisch centrum.