CGEY

Cap gemini ernst & young nederland b.v.

Utrecht, 19 november 2003

Als burgers zelf publieke diensten kunnen inkopen

Vandaag zal minister van Economische Zaken mr. L.J. Brinkhorst het eerste exemplaar in ontvangst nemen van 'Vijftig vragen over vraagfinanciering'. In het boek wordt gesteld dat vraagfinanciering over een aantal jaar in vele publieke sectoren zal worden toegepast. Volgens dit concept krijgen burgers budgetten om zelf publieke diensten in te kopen. In het boek worden innovatieve concepten uitgewerkt waarmee onderwijs-, vervoers-, sport-, culturele- en mediadiensten kunnen worden ingekocht. Vraagfinanciering betekent een fundamentele verschuiving van belangen en machtsverhoudingen tussen overheid, burgers en instellingen.


- Vijftig vragen
'Vijftig vragen over vraagfinanciering' is geschreven voor beleidsmakers, het management van publieke diensten, consumentenorganisaties, belangen-vertegenwoordigers, politici en publieke media. Aan de hand van vijftig vragen worden de voor- en nadelen, toepassingsmogelijkheden en gevolgen van vraagfinanciering uiteen gezet. Het boek bestaat uit vier hoofdstukken: het eerste gaat over het concept vraagfinanciering en het tweede deel behandelt vragen die aan de orde komen om het in specifieke situaties in te voeren. Het derde deel gaat over de invoering en het laatste deel behandelt de effecten van de introductie.


- Verschuiving belangen
Vraagfinanciering kan de kwaliteit van de dienstverlening vanuit de overheid sterk verbeteren. Het vermindert bureaucratie en administratieve lasten en geeft inzicht in de besteding van overheidsgelden en aanpassing van budgetten aan de vraag van de burgers. Burgers en dienstverleners krijgen meer invloed en zelfbeschikking. De overheid creëert markten waarin dienstverleners hun producten aanbieden en burgers ze afnemen. De overheid betaalt niet meer de organisaties die diensten leveren, maar stelt budgetten beschikbaar aan burgers en houdt toezicht op de markt. Dienstverleners zijn zelf verantwoordelijk voor het aanbod en afname van hun diensten. Zij moeten zich geheel richten op de kwaliteit en het aanbod van producten die door de burgers wordt gevraagd.


- Praktijkvoorbeelden
Een van de zes fictieve praktijkvoorbeelden betreft het onderwijs. Hiervoor krijgt iedere burger vanaf zijn vierde jaar (tot een bepaalde leeftijd de ouder) een budget. De hoogte is afhankelijk van de leeftijd. De burger kan zelf bepalen naar welke school hij gaat en of er daarnaast nog boeken of bijlessen van worden bekostigd. Op een universiteit kan per vak worden betaald. In dit gehele onderwijsbudget zouden ook kinderopvangskosten, bijscholing- , reïntegratiekosten en welzijnsbudgetten kunnen worden opgenomen. Wat in een jaar niet besteed wordt, kan eventueel het jaar daarop worden aangewend.

De auteurs Michiel de Weger, André Postema, Martien Hols en Wim Schotman van 'Vijftig vragen over vraagfinanciering'zijn allen werkzaam bij Cap Gemini Ernst & Young, waar zij zich bezighouden met strategie en beleidsadvies aan ministeries, provincies, gemeente en nonprofitinstellingen binnen de sectoren onderwijs, cultuur, vervoer en milieu.


- Over Cap Gemini Ernst & Young
Cap Gemini Ernst & Young Group is één van de grootste aanbieders ter wereld op het gebied van consultancy, technologie en outsourcing diensten. De onderneming helpt bedrijven voortdurend nieuwe groeistrategieën te ontwikkelen en de mogelijkheden van technologie optimaal te benutten. De organisatie heeft wereldwijd ongeveer 53.000 medewerkers in dienst en realiseerde in 2002 een omzet van 7.04 miljard euro. Meer informatie over specifieke dienstverlening, kantoren en research is beschikbaar op: www.nl.cgey.com

EINDE PERSBERICHT