Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Regeling van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 november 2003, Directie Sociale Verzekeringen, nr. SV/R&S/03/80107, houdende regels omtrent de hoogte van aan scholingsinstituten te verstrekken subsidie op grond van artikel 44 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Regeling subsidiëring scholingsinstituten 2004)

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 44, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten;

BESLUIT:

Artikel 1 Subsidiebedrag
De totale subsidie voor alle, op grond van artikel 44 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten, door de Minister aangewezen scholingsinstituten bedraagt voor de periode 1 januari 2004 tot en met 31 december 2004 11.668.025.

Artikel 2 Intrekking regeling De Regeling subsidiëring scholingsinstituten 20031 wordt ingetrokken.

Artikel 3 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2004.

Artikel 4 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling subsidiëring scholingsinstituten 2004.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

`s-Gravenhage, 18 november 2003
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,


1 Stcrt. 2002, 246.




---


(A.J. de Geus)




---

Toelichting

Op grond van artikel 44, eerste lid, van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (de Wet REA) zijn vijf gespecialiseerde scholingsinstituten aangewezen als bodemvoorziening waarmee de inzet van adequate scholing voor arbeidsgehandicapten in het kader van arbeidstoeleiding wordt gewaarborgd. Het betreft
· Stichting Arbeidsbemiddeling en Vakopleidingen Sonneheerdt te Ermelo; · Stichting Hoensbroeck Centrum voor Arbeidsperspectief te Hoensbroek; · Stichting Beroepsopleidingen Werkenrode te Groesbeek; · Stichting EEGA Educatie te Borne; en
· Stichting Instituut voor Arbeidsintegratie en Scholing Heliomare te Wijk aan Zee.

Als tegemoetkoming in de handicapgerelateerde kosten van deze REA-scholingsinstituten wordt op grond van artikel 44, eerste lid, van de Wet REA per kalenderjaar ten laste van het reïntegratiefonds een basissubsidie vastgesteld. Het voor de basissubsidie maximaal beschikbare bedrag wordt elk jaar opnieuw vastgesteld. Bij de jaarlijkse vaststelling van het maximaal voor de basissubsidie beschikbare bedrag wordt een loonindex en prijsindex toegepast. Uitgaande van de over het jaar 1996 bekende financiële gegevens van de scholingsinstituten kan worden vastgesteld dat de basissubsidie voor 70% loongevoelig en voor 30% prijsgevoelig is. Voor de vaststelling van het voor het jaar 2004 maximaal voor de basissubsidie beschikbare bedrag wordt de ontwikkeling van de lonen in de gezondheidszorg en de ontwikkeling van het prijsindexcijfer van de consumptie overheid van goederen en diensten gehanteerd. Het in artikel 1 genoemde bedrag is berekend na correctie voor het in 2002 eenmalig beschikbaar gestelde bedrag van 1.500.000 voor toepassing van de garantieregeling. (Stcrt 2002, 246) Momenteel wordt de financieringsstructuur van de REA-scholingsinstituten, waarvan deze subsidiëring een onderdeel vormt, geëvalueerd. Op grond van deze evaluatie zal worden bezien hoe de financieringsstructuur in de toekomst zal worden vorm gegeven. In artikel 1 van deze regeling wordt de basissubsidie voor de gezamenlijke REA- scholingsinstituten vastgesteld op 11.668.025. De subsidie wordt aan de REA- scholingsinstituten betaald door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Ten overvloede wordt opgemerkt dat het UWV aan de subsidieverstrekking, onder de in de Algemene wet bestuursrecht gestelde condities, voorwaarden kan verbinden, zoals bijvoorbeeld administratieve verplichtingen of verwachte minimum prestaties.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(A.J. de Geus)