Socialistische Partij

`Uitbreiding NAVO een slechte zaak'

19-11-2003 * De Tweede Kamer is tegen de zin van de SP akkoord gegaan met de uitbreiding van de NAVO. De NAVO-lidstaten moeten hun fiat geven voor de toetreding van Estland, Letland, Litouwen, Roemenië, Slovenië, Slowakije en Bulgarije. Alleen Harry van Bommel stemde namens de SP-fractie tegen de uitbreiding. De NAVO is een achterhaald instituut uit de Koude Oorlog en is verkeerd bezig om niet de verdediging centraal te stellen, maar te kiezen voor preventieve aanvallen.

Harry van Bommel De bijdrage van Harry van Bommel aan het debat over de goedkeuring van de Protocollen Uitbreiding NAVO:

Voorzitter. De opvattingen van de SP-fractie over de NAVO als geheel zijn geen geheim. De NAVO is een product van de Koude Oorlog met als hoofddoel het beschermen van het eigen grondgebied. Alleen al om het feit dat deze historische periode is afgesloten én omdat de NAVO heeft besloten militaire avonturen, of projecten zo u wilt, in andere delen van de wereld aan te gaan, is het zinnig te concluderen dat de NAVO voor andere veiligheidsorganisaties moet wijken. De feiten zijn anders. De van oudsher collectieve verdedigingsorganisatie wordt meer en meer omgebouwd om andere doelen te dienen. Het vergroten en het versterken van de NAVO vloeit daar rechtstreeks uit voort.

De ontwikkelingen van de transatlantische wereld in alle facetten en van de spanningen in de NAVO in het bijzonder hebben we het afgelopen jaar in diverse gedaanten uitvoerig besproken. Gaat de veiligheid in de ruime zin van het woord er in Europa op vooruit als zich opnieuw zeven staten aansluiten? Of is de NAVO daarvoor niet nodig? Krijgen deze nieuwe landen een invloed die van de NAVO een zinnig instrument voor vrede maken? Of zullen de verhoudingen in de NAVO wellicht nog gecompliceerder worden als opnieuw zeven staten lid worden?

Het debat wordt gehinderd door onduidelijkheid over de precieze stappen die de nieuwe lidstaten nog moeten doorlopen. De Kamer heeft om aanvullende informatie verzocht en deze niet, of nog niet gekregen. De NAVO heeft op twee van de drie thema's njet gezegd, te weten over de onderhandelingen en over de aanpassing in de NAVO-planning. De nieuwe lidstaten zelf zijn door de regering gevraagd de stukken te overleggen voor het derde thema, het tijdschema met betrekking tot de vorderingen van de hervormingen, maar de stukken van de zeven kandidaten zijn ons pas vanochtend onder ogen gekomen.

Op veel van de vragen die we hadden, hebben we het antwoord (nog) niet kunnen vinden. Hopelijk kan de minister ze beantwoorden. De NAVO heeft bij het afsluiten van de toetredingsonderhandelingen met de 7 kandidaten een schriftelijke overeenkomst gesloten, waarin deze landen zich vastleggen om hervormingen binnen een bepaalde termijn te verwezenlijken. Hoe staat het daarmee precies? (noot 1)

In de nota naar aanleiding van het verslag schrijft de regering dat de meeste tijdschema's uitgaan van een moment van afronding, dat ligt na het voorziene moment van toetreding tot de NAVO. Desondanks gaat de regering er vanuit dat de zeven genodigden, tijdig de doelstellingen zullen halen. Wat is het verschil tussen tijdig en na afronding van het moment van toetreding? En hoe verhoudt zich dat tot schriftelijke overeenkomst?

In de nota schrijft de regering bovenaan dat Bulgarije, Litouwen, Roemenië en Slowakije een nieuwe veiligheidsstrategie (hebben) aangenomen die is afgestemd op hun toekomstige NAVO-lidmaatschap. Dat geldt klaarblijkelijk niet voor Estland, Letland en Slovenië. Of ligt dat nog in het verschiet? Wanneer dan?

Naar aanleiding van de deze herfst te presenteren vijfde Membership Action Plan cyclus komt de vraag op hoe de stand van zaken nu is. Er is namelijk een groot aantal doelstellingen geformuleerd waaraan de uitgenodigde landen moeten voldoen.

Nederland draagt met behulp van bilaterale samenwerkingsprogramma's op defensiegebied eveneens actief bij aan de hervorming en de integratie van de strijdkrachten van de toetredende landen. Kan de minister hier uitweiden in hoeverre en zo ja wat er uit de in de komende jaren af te stoten boedel van de krijgsmacht naar deze nieuwe zeven landen gaat? Als ons land straks inderdaad die verfoeide Joint Strike Fighter gaat aanschaffen; gaan de overtollige F 16 's dan naar nieuwe zogenaamde bondgenoten?

Ten aanzien van het nieuwe CSE-verdrag worden Baltische staten en Slovenië genoemd als willige partner voor dit verdrag. Hoe is met de gebleken wil van de overige drie gesteld, d.w.z. Roemenië, Bulgarije en Slowakije?

Met betrekking tot de financiën. De kosten van de Force Goals, de doelstellingen van de NAVO zoals die in Praag zijn vastgesteld, waaraan de zeven nieuwe en niet rijke Oost-Europese landen moeten voldoen, lijken een zware belasting voor de economieën van deze nieuwe EU-leden. De SP fractie vreest dat de kosten van de nieuwe wapensystemen voor de bevolking van deze landen komen. Dat is toch ook de praktijk gebleken bij eerdere uitbreiding? Moet een land als Polen niet diep in de buidel tasten om de in de Verenigde Staten bestelde gevechtsvliegtuigen te financieren? Vz, we moeten er sterk rekening mee houden dat er voor de VS een economisch argument is om haar eigen wapenindustrie overeind te houden via uitbreiding van de NAVO. Wat is de visie van de regering hierop?

De regering stelt dat thans de vraag of de uitbreiding de komende jaren zal leiden tot hogere bijdragen voor de huidige lidstaten slechts ten dele kan worden beantwoord. Mij lijkt dat wel waarschijnlijk. Verdere afstemming, integratie en samenwerking met nieuwe NAVO-partners zal altijd gepaard gaan met kosten. Kan de minister duidelijk maken waar die kosten volgens de regering uit zouden kunnen bestaan. Dat de nieuwe staten duur uitkomen, lijkt dan ook voor de hand liggend.

Over de besluitvormingsprocedure van het NAVO-besluitvormingsproces. Deze moet `losser en beter' ('gestroomlijnd en informeler', op blz 5) zo kunnen we concluderen. We hebben hierover vorige week tijdens het AO over de NAVO ook al algemene opmerkingen gehad. Toen ging het vooral over de Nato Reaction Force. Nu wordt gesproken over ministeriële bijeenkomsten, verbetering werkwijze van de NAVO-ambassadeurs, enz, etc. Wat betekent dat precies voor de feitelijke inbreng van de oude en nieuwe lidstaten? Het gewicht van grote leden is zwaarder dan dat van de kleintjes. Speelt hier niet Orwell's adagium dat we parafraseren als `alle landen zijn gelijk, maar sommige landen zijn meer gelijk dan andere'?

De SP fractie heeft de volgende (concrete) bezwaren tegen de uitbreiding van de NAVO. De Wij vrezen een stimulering van de bewapening door middel van ofwel het (beruchte) principe van cascading (het watervalsgewijs doorverkopen of misschien zelfs cadeau doen van zogeheten verouderde wapensystemen naar arme bondgenoten) of het opvoeren van de defensiebegroting in de nieuwe lidstaten. Meer afdankertjes van wapensystemen van oude NAVO-leden naar nieuwe. Waar gaan onze overbodige wapensystemen heen? Dat is nog onduidelijk, maar de SP fractie wil aantekenen dat het overdoen van deze en andere overbodige systemen aan nieuwe bondgenoten, weliswaar betekent dat Nederland een kleinere krijgsmacht krijgt, maar dat dit argument onhoudbaar is voor de hele NAVO. En ook als er van verkoop sprake is, dan belast dat de kwetsbare sociaal-economische ontwikkeling van de nieuwe zeven. Daar komt nog bij dat ook in de voorziene nieuwe grondwet van de EU landen meer geld aan defensie moeten uitgeven. De bevolking van de zeven nieuwe staten zitten tussen de hamer van de NAVO en het aambeeld van de EU.
Bovendien zou het de nieuwe buren van de NAVO (Oekraïne, Wit-Rusland en vooral Rusland) kunnen aanzetten opnieuw een vergrote defensie-inspanning te doen. Dit is uit het oogpunt van een veilige situatie en een gezonde economische ontwikkeling in de nieuwe NAVO landen en bij de nieuwe buren een ongewenste ontwikkeling.

Het is de gangbare opvatting van de voorstanders van de uitbreiding van de NAVO dat de Europese veiligheid er mee gebaat zou zijn. In de defensiebegroting die wij onlangs behandelden is nadrukkelijk aangegeven dat er géén bedreiging is van het bondgenootschappelijke gebied. Dat geldt, volgens de SP-fractie, ook voor de nieuwe leden van de NAVO. Dat wil niet zeggen dat er niets zóu kunnen gebeuren. Maar reële dreigingen zijn er niet. Anticipatie daarop, van bijvoorbeeld hernieuwde Russische dreiging en bezetting, is nu niet aan de orde. Deze dreigingsanalyse zegt meer over de mensen die hem uitspreken dan over de werkelijke situatie.

Gesterkt in onze bevindingen in de vanochtend ontvangen overzichten van NAVO doelen en de mate waarin de regeringen van de nieuwe 7 zich in bochten moeten wringen om te voldoen aan deze eisen, komt de SP-fractie tot de volgende conclusie. De nieuwe NAVO-leden zullen van het oude militarisme van het Warschau pact veranderen in het high-tech militarisme én het gangbare denken in de NAVO over interveniëren. In het licht van de ervaring die zes van de zeven nieuwe leden met Warschau Pact of Sovjet-Unie gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw hebben gehad, is dit, op zijn zachtst gezegd, een vreemde gang van zaken.

Voorzitter.
De SP fractie keert zich tegen de uitbreiding van de NAVO. De NAVO is een achterhaald Koude Oorlogs instituut. De NAVO dwingt prille democratieën om bakken met geld aan bewapening te besteden, terwijl andere noden veel hoger zijn. De NAVO heeft ambities die haar niet toebehoren en een steeds actievere militaristische politiek, inclusief `preventieve aanvallen' zal de vrede nergens ter wereld dichterbij brengen. De SP-fractie geeft daarom geen goedkeuring aan de voorliggende Protocollen.