Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk FEZ/ASV/2003/88094

Onderwerp Datum WWOW en amendement Aptroot c.s. 19 november 2003

In het debat over de WWOW van woensdag 12 november 2003 hebben wij argumenten gewisseld over effectiviteit en noodzaak van het betreffende wetsvoorstel. De discussie spitste zich toe op de wenselijkheid en effectiviteit van positieve en negatieve prikkels. In deze brief zal ik allereerst, zoals ik heb toegezegd, de effecten van het amendement Aptroot c.s. en van het wetsvoorstel WWOW bespreken en vervolgens geef ik u mijn oordeel.

Amendement Aptroot c.s.
Het amendement Aptroot c.s. geeft werkgevers een premievrijstelling voor het in dienst houden en nemen van oudere werknemers. Voor werknemers die met een leeftijd van 50 jaar of ouder worden aangenomen krijgen werkgevers een premievrijstelling op de WAO- basispremie en de WW-premies. Voor het in dienst hebben van werknemers van 55 jaar en ouder krijgt een werkgever een premievrijstelling op de WAO-basispremie. Daarbovenop komt voor werkgevers een premievrijstelling op de WW-premies bij het in dienst hebben van werknemers van 60 jaar en ouder. Uitgaand van de premiestelling in 2003 leidt het amendement Aptroot c.s. tot de volgende additionele premievrijstellingen op het niveau van de individuele werknemer.

Gemiddelde Opmerkingen
premievrijstelling
Aof 680 - 1130 Premievrijstelling bedraagt gemiddeld 1130. Voor werknemers vanaf 57 jaar geldt al een 2%-punt premiekorting, vrijstelling leidt tot 680 additionele premiekorting. Wgf 270 De premievrijstelling bedraagt gemiddeld 270. Per sector bestaat een andere wachtgeldpremie. Voor sectoren met een lage wachtgeldpremie zal de vrijstelling beperkt zijn. Daar ontstaat geen prikkel om ouderen in dienst te houden. Awf 140 In het Awf bestaat een franchise. Voor oudere werknemers met een laag loon zal derhalve geen beschermende werking van de premievrijstelling uitgaan.




---

Macro gezien zal de premievrijstelling voor het in dienst houden van werknemers door het amendement worden verhoogd tot een bedrag van circa 700 mln. De omvang van de premievrijstelling voor het vanaf 50 jaar in dienst nemen van werknemers bedraagt naar de beste inzichten 150 mln. De inschatting van de totale premievrijstelling wanneer het amendement Aptroot c.s. wordt aangenomen bedraagt daarmee circa 850 mln. De berekening is mede gebaseerd op cijfers uit de Enquête Werkgelegenheid en Lonen van het CBS. De premievrijstellingen voor ouderen zal een opwaarts effect hebben op de premiestelling voor jongere werknemers. Op basis van bovenstaande vrijstellingen kan de WAO-basispremie oplopen met 0,3 á 0,4%-punt, de Awf-premie met circa 0,1%-punt en de gemiddelde Wgf-premie eveneens met circa 0,1%-punt. Voor de Wgf-premies zal dit afhankelijk van de sector sterk variëren.

Het voorstel leidt tot besparingen vanwege gedragseffecten, voornamelijk in de leeftijdsgroep tussen 57,5 en 65 jaar. In deze leeftijdsgroep is er namelijk een substantieel verhoogd WW- instroomrisico. In de ondergelegen leeftijdsgroepen wijken de respectievelijke instroomrisico's nog slechts beperkt van elkaar af. Het voorstel leidt in de leeftijdsgroepen tussen 50 en 57,5 jaar niet tot besparingen, maar voorkomt wel verdringing van ontslaggedrag naar deze leeftijdscategorie. De verwachte structurele besparingen van het amendement Aptroot c.s. bedragen op basis van deze uitgangspunten 22 mln.

WWOW
Het voorstel tot extra WW-bijdrage per ontslagen oudere werknemer betekent een beperkte premieschuif van 45 mln. Dit voorstel leidt tot een gedragseffect, namelijk een verlaging van het WW-instroomrisico in de leeftijdsgroep 57,5 tot 65 jaar. De verwachte structurele besparing van dit voorstel bedraagt 55 mln. Wel gaat dit voorstel gepaard met een (in omvang onbekend) risico van verdringen van ontslaggedrag naar de leeftijdsgroep net onder 57,5 jaar.

Oordeel
Het vermijden van verdringing vind ik een reëel belang. Daarom ben ik bereid het amendement Aptroot c.s. uit te voeren. Ik geef de indieners van het amendement daarbij dringend in overweging om het amendement zo te wijzigen dat de premievrijstelling beperkt wordt tot de WAO-basispremie. Vrijstelling van WW-premies zou een extra aanpassing van de Awf-premie en van alle sectorale wachtgeldpremies vragen om budgettaire neutraliteit van de premieopbrengsten te handhaven. Bovendien is het gedragseffect van de Awf- premievrijstelling door de franchise in de premiegrondslag voor de dienstverbanden met lage lonen vrijwel nihil. Daarnaast heeft het UWV aangegeven dat de premievrijstelling voor het in dienst nemen van 50+ ers en de WW-premievrijstelling voor het in dienst hebben van 60+ers nog niet uitvoerbaar is per 1 januari 2004.

Vervolgens wil ik mij nader beraden over de noodzaak van aanvullende maatregelen, inclusief de door het kabinet voorgestelde WWOW-bijdrage, ter bevordering van de participatie van ouderen. Daartoe zal ik de effecten van de per 1 januari 2004 in te voeren premievrijstelling WAO-basispremie en van de afschaffing van de vrijstelling van de sollicitatieplicht volgen. Tevens ziet het kabinet eind 2003 aanbevelingen van de Taskforce ouderen tegemoet om de arbeidsparticipatie van ouderen te bevorderen. Een kabinetsreactie zal op basis van deze aanbevelingen aan de Tweede Kamer worden aangeboden. Het kabinet zal de aanbevelingen, mede gelet op de afspraken in het Najaarsakkoord, bespreken met de organisaties van werkgevers en werknemers.
Dit alles betekent dat ik u in de loop van 2004 eventueel volgende voorstellen zal doen.




---

Hiermee heb ik u de gevraagde nadere informatie verstrekt alsmede mijn oordeel over het amendement Aptroot c.s. gegeven.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)