Gemeente Utrecht



2003 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
89 Vragen van mevrouw N.R. Schipper.
(ingekomen 19 november 2003)

De laatste tijd bereiken de fractie van GroenLinks signalen over trage reacties en lange termijnen bij het Parkeerbedrijf op toelichting en vragen naar aanleiding van een parkeerbon, naheffingsaanslagen en bezwaren.
In één geval zat tussen de datum van de parkeerbon en datum van naheffingsaanslag een termijn van 46 dagen. Tussen het verzenden van een bezwaarschrift en het ontvangen van een ontvangstbevestiging 69 dagen (na het bezwaarschrift nogmaals te hebben gestuurd). In de ontvangstbevestiging wordt vervolgens gemeld dat de behandeling van het bezwaar maximaal 11 maanden in beslag zal nemen. Inmiddels is ons duidelijk geworden dat de 11 maanden termijn voor afhandeling van bezwaarschriften tegen de naheffingsaanslag algemene praktijk is.

De trage afhandeling van correspondentie en de lange wachttijd voor behandeling van bezwaarschriften lijkt de fractie van Groenlinks niet in overeenstemming met 'vraaggericht en servicegericht' bestuur. Wij kunnen ons ook niet voorstellen dat de 11 maandentermijn in overeenstemming is met de wet Algemeen Bestuursrecht.
GroenLinks vreest dat de problemen bij het Parkeerbedrijf alleen maar zullen toenemen nu de komende jaren het belanghebbenden en betaald parkeren fors uitgebreid zal worden. Dit roept de vraag op of het Parkeerbedrijf wel op die taak is berekend. De burgers zijn nu al de dupe van de interne problemen en dreigen daar dan nog meer mee geconfronteerd te worden.

Vindt het College, met GroenLinks, dat betalingstermijnen nagekomen moeten worden?
Dat indien de betalingstermijn, van 30 dagen, niet wordt nagekomen er een naheffingsaanslag moet worden gestuurd? En dat dit dan geen 2 weken op zich moet laten wachten?
Kan het College aangeven binnen welke termijn er op een bezwaarschrift een ontvangstbevestiging moet zijn gestuurd?
Vindt het College niet dat als de bezwaarmaker binnen 6 weken (42 dagen) het bezwaar kenbaar moet maken, een reactietermijn hierop van 69 dagen van het College niet in verhouding staat?
Kan het College aangeven binnen welke termijn een bezwaarschrift, redelijkerwijs, moet worden behandeld?
Is het College met GroenLinks van mening dat 11 maanden onbehoorlijk is?
Is het College met ons van mening dat groei in taken van het parkeerbedrijf in de komende jaren gelijk op zal moeten gaan met verbetering van de service? En zo ja, welke maatregelen neemt zij om tot een goede service te komen?



Antwoord van Burgemeester en Wethouders
(verzonden 9 december 2003)

Ja, betalingstermijnen dienen nagekomen te worden.

Dertig dagen na het versturen van het zogenaamde duplicaat wordt er een aanmaning verstuurd en niet een naheffingsaanslag. De procedure ziet er als volgt uit.

Het opleggen van de naheffingsaanslag parkeerbelastingen (het orgineel).

Deze originele aanslag is de door de parkeerpolitie uitgeschreven bon die achter de ruitenwisser wordt achtergelaten. Deze kan, zoals op de achterzijde van het aanslagbiljet vermeld staat, door de belanghebbende ofwel direct, binnen een werkdag, worden voldaan aan de kas van het Parkeerbedrijf, ofwel door middel van de aan de kentekenhouder toe te zenden acceptgiro.



Het versturen van een duplicaat gegevens naheffingsaanslag (de acceptgiro).

Indien de naheffingsaanslag niet is voldaan, wordt binnen zeven dagen na het uitschrijven van het origineel, een duplicaat gegevens naheffingsaanslag verstuurd (de acceptgiro) aan de kentekenhouder, om deze alsnog in de gelegenheid te stellen om de aanslag te voldoen. Voor wat betreft de regelgeving ten aanzien van het versturen van het duplicaat verwijs ik verder naar de uitspraak van de belastingkamer van het Hof 's Gravenhage 18 juni 2003, nr. 02/01905:

"Aan het verzenden van een duplicaat is geen wettelijke termijn gesteld".

"De omstandigheid dat het duplicaat eerst na bijna acht maanden na het opleggen van de aanslag aan belanghebbende is verzonden, kan niet leiden tot vernietiging van de naheffingsaanslag."


Standaard beleid bij het PGU is dat binnen een week de duplicaten worden verstuurd. Als gevolg van de overstap naar een nieuw automatiseringspakket (begin 2002) en de hiermee gepaard gaande automatiseringsproblemen is het tijdelijk niet mogelijk geweest om de duplicaten te versturen. Hierdoor is een tijdelijke achterstand ontstaan die in de loop van 2003 is ingelopen. Vanaf juli 2003 wordt er weer standaard binnen een week een duplicaat verstuurd.

Het versturen van de aanmaning.

Indien er, na het versturen van het duplicaat (de acceptgiro), geen betaling wordt ontvangen, wordt er na 30 dagen een aanmaning verstuurd. Dit wordt al aangekondigd in de begeleidende tekst van het duplicaat.

De ontvangstbevestiging wordt direct na ontvangst van het bezwaarschrift verzonden.

Standaard is dat een ontvangstbevestiging direct na ontvangst van het bezwaarschrift verzonden wordt. In het hierboven aangegeven voorbeeld (69 dagen) is het niet met zekerheid te bepalen wat er aan de hand geweest kan zijn. Uit de omschrijving maken wij op dat pas na het versturen van een tweede bezwaarschrift de ontvangstbevestiging is ontvangen. Wellicht is het eerste bezwaarschrift nooit bij het Parkeerbedrijf aangekomen. Sporadisch verneemt het Parkeerbedrijf dat een brief niet bij hen is aangekomen. Hierbij is er geen blijk van regelmaat. Het Parkeerbedrijf ontvangt jaarlijks circa 23.000 poststukken.

Het heffen van parkeerbelasting en de afhandeling van bezwaarschriften met betrekking tot naheffingsaanslagen parkeerbelastingen valt op basis van artikel 231 Gemeentewet onder de werking van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR). Voor de volledigheid verwijs ik u naar de volgende uitspraak "De termijn voor het doen van uitspraak bedraagt op grond van art. 25, eerste lid, Algemene wet inzake rijksbelastingen één jaar." (Hof 's Gravenhage 18 juni 2003).


Het Parkeerbedrijf streeft ernaar om bezwaren op naheffingsaanslagen spoedig maar zorgvuldig af te handelen. De afhandelingstermijn is mede afhankelijk van de inhoud en complexiteit van het bezwaar. De wettelijke maximale termijn waarbinnen een bezwaar moet zijn afgehandeld bedraagt één jaar. Vanaf het moment dat het bezwaarschrift door het Parkeerbedrijf is ontvangen gaat de afhandeltermijn lopen.


Standaard beleid van het Parkeerbedrijf is, dat na ontvangst van een bezwaarschrift de invorderingsacties stopgezet worden tot er uitspraak is gedaan op het bezwaar.

Nee, zoals in vraag 5 is aangegeven, is de termijn voor het afhandelen van bezwaarschriften door de AWR bepaald op 12 maanden. Momenteel is de afhandelingstermijn maximaal 10 maanden.



De vaststelling van de Parkeernota heeft organisatorische consequenties voor het Parkeerbedrijf. De uitbreiding van betaald parkeergebieden en de verruiming van de venstertijden leidt tot een personele uitbreiding. Zo zal er een toename zijn van het aantal vergunningaanvragen, de invorderingsacties, het aantal bezwaarschriften, het onderhoud en ledigen van parkeerautomaten, onderhoud van garages en dergelijke. De vraag naar parkeerfaciliteiten zal toenemen (24-uurs vraag) hetgeen op termijn consequenties heeft voor de organisatie. Het Parkeerbedrijf wil hierbij vooruitzien om de beoogde kwaliteit te kunnen leveren. Een noodzakelijke voorwaarde hierbij is dat er sprake is van voldoende capaciteit binnen de organisatie. Het niet of te laat vervullen van belangrijke formaties is hierbij een risico.

Door de overgang naar een nieuw automatiseringssysteem is reeds ingespeeld op de toekomst. Na de aanloopproblemen met dit nieuwe systeem, zoals gemeld op 16 juni tijdens de commissievergadering Verkeer & Beheer, wordt de achterstand in de naheffingen ingelopen. Inmiddels is een plan ontwikkeld om een inhaalslag uit te voeren en zal door middel van extra inzet bij het afhandelen van de bezwaarschriften deze inhaalslag binnen vier maanden uitgevoerd zijn. Het streven is deze inhaalslag nog in december te starten.


---- --