Provincie Noord-Brabant



Brabantlaan 1
Postbus 90151
5200 MC 's-Hertogenbosch
Telefoon (073) 681 28 12
Fax (073) 614 11 15
info@brabant.nl
www.brabant.nl
Bank ING 67.45.60.043
Postbank 1070176

Persbericht                                       
                                                  

Discussie over vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen

Het is wenselijk om het gebruik van vrijkomende agrarische gebouwen onder voorwaarden te vergroten. Dat blijkt uit een discussienota die Gedeputeerde Staten vandaag hebben vrijgegeven. De nota wordt naar de statencommissie voor Ruimte en Milieu en verschillende adviesorganen gezonden. Het gaat daarbij om gebouwen aan de randen van dorpen. Ook kunnen mogelijk in de overige delen van het landelijk gebied, in aansluiting op de gebiedsvisies die nu in het kader van de reconstructie, nieuwe vormen van gebruik worden toegestaan.

Een en ander kan leiden tot een herziening van delen van het streekplan en het uitwerken van nieuw beleid. Gedeputeerde Rüpp (Ruimtelijke Ontwikkeling) "De discussie houdt direct verband met de reconstructie. Hier staan de leefbaarheid en nieuwe economische dragers voor het landelijk gebied centraal. Het verrruimen van het beleid voor vrijkomende agrarische gebouwen geeft het platteland letterlijk de ruimte".

Door de beëindiging van agrarische ondernemingen komen bedrijfsgebouwen als stallen en schuren vaak leeg te staan. Er is in het kader van de revitalisering van het landelijk gebied een discussie over nieuwe economische dragers en de leefbaarheid van kleine kernen. Onder andere op grond van het Akkoord van Cork tussen de Zuidelijke Land- en Tuinbouworganisatie, de Brabantse milieufederatie, de waterschappen, gemeenten en de provincie is gekeken naar de problematiek van de vrijkomende gebouwen en hun gebruiksmogelijkheden. Ook is er een verkenning uitgevoerd naar mogelijk nieuw beleid.

Uit het onderzoek blijkt dat het huidige streekplan ruimte biedt voor alternatief gebruik van leegstaande stallen en schuren. Die ruimte van het streekplan wordt vaak beperkt door andere wet- en regelgeving zoals de Wet Openlucht Recreatie en bijvoorbeeld het stankbeleid.

Het rapport beveelt aan om nieuw beleid uit te werken voor nader aan te wijzen randgebieden van bebouwde kommen. Het is daarbij de bedoeling dat de verruiming van de hergebruiksmogelijkheden van de stallen en schuren past in een ontwikkelingsvisie en de schaal van het gebied. Ook wordt aanbevolen om voor het overige delen van het landelijk gebied de gebruiksmogelijkheden van leegkomende stallen en schuren op onderdelen te vergroten. Daarbij moet aansluiting gezocht worden bij de gebiedsvisies van de reconstructie. Een en ander betekent dat voor een landbouwontwikkelingsgebied andere mogelijkheden bestaan dan een gebied aan de rand van een dorp of natuurgebied. Daarbij gelden specifieke aandachtspunten als aandacht voor cultuurhistorisch waardevolle bebouwing, verbrede landbouw, een duidelijk beleid ten aanzien van paardenhouderijen of de mogelijkheden van opslag van goederen die gedurende een langere tijd niet verplaatst hoeven te worden. Er dient er aandacht te zijn voor individueel maatwerk en het behoud van het landelijke karakter van het platteland.