Ministerie van Defensie


---

Kamervragen en antwoorden
---

Kamervragen inzake botsing ultralight vliegtuig en F-16

19-11-2003

1. Van de Raad voor de Transportveiligheid is het volgende vernomen. De kamer voor luchtvaartongevallen van de raad heeft een concept-rapport opgesteld ter zake van het in de vraag bedoelde voorval. Conform de Wet Raad voor de Transportveiligheid is dit jongstleden september toegezonden aan de betrokkenen bij het voorval voor de verificatie van geconstateerde feiten en omstandigheden. Een deel van de gemaakte opmerkingen maakt nader onderzoek noodzakelijk. Vervolgens kan de kamer het concept-rapport aanpassen en aan de raad voorleggen.

2. Naar van de zijde van de Raad voor de Transportveiligheid is medegedeeld zal de raad, volgens de planning, het concept-rapport medio december 2003 kunnen bespreken. Verwacht wordt dat publicatie van het rapport ultimo februari 2004 kan plaatsvinden. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat zal aan de raad verzoeken aan dit tijdschema de hand te houden.

3. Voor wat betreft de nabestaanden van de Belgische vlieger geldt dat de afhandeling van claims geschiedt door het Belgische Ministerie van Landsverdediging, overeenkomstig de op de betrokken vlieger toepasselijke (rechtspositionele) voorschriften. Voor de nabestaanden van de burgerpiloot is het Nederlandse Ministerie van Defensie primair aanspreekpunt. De afhandeling van claims vergt een beoordeling omtrent de aansprakelijkheid voor het ongeval, die afhankelijk is van de toedracht van het ongeval. Een belangrijke rol speelt in dat kader het proces-verbaal van het ongeval, dat naar verwachting op korte termijn (eind 2003) beschikbaar zal komen. Eerst daarna zullen beoordeling van de aansprakelijkheid en afhandeling van claims ter hand kunnen worden genomen. Naar verwachting zal een en ander in het eerste kwartaal van het komend jaar zijn beslag kunnen krijgen.

Nieuws