Persbericht 03/177
Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie
19 november 2003
Nr. 03/177
SER gaat adviseren over kabinetsbeleid WW
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft aan de
Sociaal-Economische Raad (SER) gevraagd om advies uit te brengen over
de aanpassing van de toetredingsvoorwaarden voor de WW. De
adviesaanvraag vloeit voort uit het najaarsakkoord. In ruil voor
loonmatiging in de jaren 2004 en 2005 heeft het kabinet een aantal
kabinetsplannen bijgesteld. Afgesproken is dat geen nieuwe
wetsvoorstellen worden ingediend over de referte-eis en de kortdurende
uitkering in de WW, voordat de SER daarover heeft geadviseerd. Het
kabinet vraagt de SER vóór 1 maart 2004 te adviseren.
Volgens De Geus is het op dit moment ook voor mensen die slechts kort
hebben gewerkt en een relatief zwakke band met de arbeidsmarkt hebben
mogelijk om een beroep te doen op de WW. Het recht op een kortdurende
WW-uitkering van maximaal 6 maanden ontstaat al als iemand 26 van de
voorafgaande 39 weken heeft gewerkt. Het recht op een, van het loon
afgeleide, uitkering ontstaat als een werknemer vier van de
voorafgaande vijf kalenderjaren gedurende minimaal 52 dagen loon heeft
ontvangen. De duur van deze uitkering van maximaal 5 jaar hangt af van
het arbeidsverleden van de werknemer. Het kabinet wil nu de aanspraak
op een WW-uitkering beperken tot werknemers die voldoen aan de
aangescherpte wekeneis (39 gewerkte weken uit de 52 voorafgaande
weken) én aan de arbeidsverledeneis (`vier-uit-vijf'eis).
De aanpassing van de toetredingsvoorwaarden heeft onder meer gevolgen
voor jongeren en starters die nog te kort werken om aan de
arbeidsverledeneis te voldoen. Verder zullen ook werknemers die
afwisselend wel en niet werken minder snel een beroep op de WW kunnen
doen. Uit onderzoek dat het Uitvoeringsinstituut Werknemers
Verzekeringen in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid heeft gedaan, blijkt dat door de beoogde aanpassingen
de instroom in de WW in totaal terugloopt met ruim 26 procent.
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid