Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de voorzitter van de Sociaal-Economische Raad, Postbus 90801
de heer dr. H.H.F. Wijffels 2509 LV Den Haag
Postbus 90405 Anna van Hannoverstraat 4
Telefoon (070) 333 44 44
2509 LK 's GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
SV/F&W/03/88647WW
Onderwerp Datum
Adviesaanvraag over aanpassing 19 november 2003
toetredingsvoorwaarden WW
Als uitkomst van het Najaarsoverleg heeft het kabinet toegezegd geen nieuwe
wetsvoorstellen in te dienen ten aanzien van de referte-eis en de kortdurende uitkering in de
WW, alvorens de Sociaal-Economische Raad in de gelegenheid te stellen hierover voor
1 maart 2004 advies uit te brengen. Hierbij verzoek ik u mij vóór de genoemde datum
hierover te adviseren.
Tevens zal het kabinet de Raad begin 2004 om advies vragen over de
toekomstbestendigheid van de WW. Dit advies ziet het kabinet graag vóór het zomerreces
2004 tegemoet.
Op dit moment kent de WW twee verschillende uitkeringstrajecten. De werknemer die bij
werkloosheid uitsluitend voldoet aan de eis dat hij binnen de referteperiode van 39 weken in
26 of meer weken heeft gewerkt, heeft in beginsel recht op een kortdurende uitkering. Deze
bedraagt (ten hoogste) 70% van het wettelijk minimumloon en duurt maximaal 6 maanden.
De werknemer die tevens voldoet aan de voorwaarde dat hij in ten minste 4 van de 5
kalenderjaren voorafgaand aan het ontstaan van de werkloosheid, over 52 dagen of meer
loon heeft ontvangen, heeft in beginsel recht op een loongerelateerde uitkering. Deze
uitkering kent een variabele duur die afhangt van het arbeidsverleden van de werknemer
(minimaal 6 maanden, maximaal 5 jaar). De hoogte van de uitkering is 70% van het genoten
loon.
Het kabinet is van oordeel dat bij de huidige toetredingsvoorwaarden een relatief zwakke
band met het arbeidsproces volstaat om aanspraak te kunnen maken op een WW-uitkering.
De voorgenomen afschaffing van de kortdurende uitkering en de aanpassing van de
wekeneis strekken beide tot aanscherping van de toetredingsvoorwaarden voor de WW. De
---
aanspraak op WW wordt met deze maatregelen beperkt tot werknemers die bij werkloosheid
zowel voldoen aan de wekeneis (i.c. 39 uit 52 weken), als aan de arbeidsverledeneis.
Het kabinet wil de toetredingsvoorwaarden tot de WW bij de voorgenomen aanpassing
eveneens harmoniseren, door intrekking van het Besluit verlaagde wekeneis WW.
De WW biedt werknemers een verzekering tegen het risico van loonderving als gevolg van
werkloosheid. De WW kent - naast het karakter van een werknemersverzekering -
verschillende opbouwelementen, zoals de wekeneis, de arbeidsverledeneis en de verhouding
tussen de duur van het arbeidsverleden en de duur van de loongerelateerde uitkering. De
aanscherping van de toetredingsvoorwaarden versterkt het opbouwkarakter van de WW.
Een WW-uitkering wordt immers voortaan toegekend aan personen die al enige tijd als
werknemer werkzaam zijn, waarbij overigens in aanmerking genomen dient te worden dat
aan de opbouw van arbeidsverleden zeer lichte eisen worden gesteld (52 loondagen per jaar
waarop 1 uur is gewerkt). De effecten van de aanpassing van de toetredingsvoorwaarden
./. zijn door het UWV onderzocht (Onderzoek afschaffing kortdurende WW-uitkering en
aanscherping wekeneis van oktober jl.). De aanpassing van de toetredingsvoorwaarden heeft
in het bijzonder gevolgen voor bepaalde categorieën werknemers.
Dit betreft in de eerste plaats jongeren en starters althans voor zover zij niet voldoen aan de
arbeidsverledeneis, omdat zij daar nog te kort voor werken.
De voorgenomen aanpassing van de toetredingsvoorwaarden zal daarnaast voor werknemers
met een kortlopend tijdelijk contract en voor werknemers van wie het recente
arbeidspatroon onregelmatig is tot gevolg hebben dat zij minder vaak in aanmerking komen
voor een WW-uitkering. Afwisselend wel en niet werkzaam zijn, wat nogal eens voorkomt
bij flexibele contractsvormen, leidt bij de huidige voorwaarden relatief vaak tot een
aanspraak op een WW-uitkering. Uitzendkrachten en werknemers die bij herhaling werken
op basis van niet nauw aansluitende tijdelijke contracten (waaronder seizoenwerkers),
veroorzaken thans een aanzienlijk deel van het beroep op de WW.
Ik verzoek u in uw advies aandacht te besteden aan de gevolgen van de voorgenomen
aanpassing van de toetredingsvoorwaarden voor de functie van de WW in het stelsel van
sociale zekerheid en als arbeidsmarktinstrument.
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)