ARBEIDSVOORWAARDENBELEID
2004
Colofon
Uitgave: Stichting FNV Pers
Tekst: FNV Afdeling Arbeid
Productie: FNV / Reproductie
Druk: Drukkerij de Bruijn (kaft)
Realisatie: FNV Mediabureau
Amsterdam, november 2003
Inhoudsopgave
pagina
Inleiding 3
1. De economische situatie 5
2. Speerpunten 2004 7
2.1 Slim en sociaal 7
2.2 Werkzekerheid in een moderne economie 9
2.3 Pensioenen 10
3. Beloningsbeleid en looninzet 13
Inleiding
De FNV wil investeren in de toekomst van mensen, want het kan socialer, beter! Daarom blijft
Nederlands grootste vakcentrale zich inzetten voor een rechtvaardige inkomensverdeling en een eer-
lijke verdeling van de lusten en de lasten.
In het arbeidsvoorwaardenbeleid 2004 heeft werkgelegenheid -vooral voor jongeren- in een moderne
en duurzame economie de hoogste prioriteit voor de FNV. De uitvoering van het `Hoofdlijnenakkoord'
van het kabinet-Balkenende/Zalm zou onomstotelijk tot verslechteringen leiden voor werknemers en
uitkeringsgerechtigden. Vooral de voornemens voor afschaffing van de fiscale facilitering VUT/prepen-
sioen en de plannen rondom het tweede ziektejaar hebben tot grote verontwaardiging geleid bij de
FNV. Het leek wel alsof het kabinet aanstuurde op een frontale botsing met de vakbeweging en ons
ook in detail wilde voorschrijven wat de uitkomst van onderhandelingen moest zijn.
Met het najaarsakkoord dat de FNV gesloten heeft met het kabinet en werkgevers, zijn de ergste
verslechteringen van tafel gehaald. Het kabinet heeft consessies aan de vakbeweging gedaan op het
gebied van ziekenfonds, VUT/prépensioen, WAO, WW en arbeidsmarktbeleid.
Maar niet op alle punten zijn voldoende consessies binnengehaald. Dit houdt in dat de daadwerkelijke
uitvoering van de kabinetsplannen ook gevolgen hebben voor de CAO-onderhandelingen.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 3
4 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004
1 De economische situatie
Het economische beeld is in een paar jaar tijd finaal omgeslagen. Een lange periode van sterke groei
van de Nederlandse economie ligt alweer geruime tijd achter ons. Door die economische voorspoed
groeide de werkgelegenheid heel snel, de arbeidsparticipatie nam toe en de werkloosheid liep fors
terug. In de tweede helft van de jaren negentig lukte het ook om de langdurige armoede te reduce-
ren. Nederland was één van de snelst groeiende economieën in de geïndustrialiseerde wereld. Ons
land onderscheidde zich in gunstige zin van de rest van continentaal Europa.
Sinds 1998 keerde het tij: de economische groei bleef achter bij die in de rest van Europa. Vooral 2002
was een jaar met een bijzondere laag groeicijfer: 0,3 procent. Het wekt dan ook geen bevreemding
dat het oplopen van de werkloosheid nu ook steeds sterker voelbaar is. Vooral laaggeschoolden, min-
derheden, schoolverlaters, gedeeltelijk arbeidsongeschikten en oudere werknemers zijn het kind van
de rekening, zo is de verwachting.
Ook de vooruitzichten zijn niet gunstig: economische groei door een stijging van de arbeidsparticipatie,
zoals in de jaren negentig, is gezien de samenstelling van de (beroeps)bevolking op lange termijn min-
der goed mogelijk. Om de gevolgen van de vergrijzing op te vangen en economische groei te kunnen
realiseren moeten we inzetten op een stijging van de arbeidsproductiviteit, vindt de FNV. Hiervoor die-
nen we dan wel meer te investeren in het `menselijk kapitaal'. Dat kan door in te zetten op het schep-
pen én behouden van werk voor de gehele Nederlandse beroepsbevolking. Maar ook door preventie
en terugdringen van ziekteverzuim. En door te zorgen voor fatsoenlijke arbeidsverhoudingen met zeg-
genschap voor werknemers.
Belangrijk is tenslotte de constatering dat de arbeidsvoorwaardenruimte in de marktsector, maar nog sterker
in de collectieve sector, negatief beïnvloed wordt door de financiële problemen van de pensioenfondsen.
Om dat in de toekomst te voorkomen, blijft de FNV inzetten op moderne en houdbare pensioenen.
Kortom: het middellange economische en budgettaire beeld is drastisch verslechterd ten opzichte van
kort geleden. Maar juist dat gegeven beklemtoont de noodzaak om als FNV en FNV-bonden de regie
niet uit handen te geven. We willen de lasten zo goed en eerlijk mogelijk verdelen. En we willen de
rechtspositie en inkomenszekerheid van alle groepen in de samenleving beschermen. Daarom zet de
FNV in 2004 in op de volgende drie speerpunten:
· `slim en sociaal' werken (verhoging arbeidsproductiviteit);
· werkzekerheid;
· moderne en houdbare pensioenen.
Die inzet kunnen we alleen veiligstellen als we ook een beleid voeren dat bijdraagt aan een herstel van
de economische groei. We moeten proberen de productiviteit te verhogen door slimmer, veiliger en
gezonder te gaan werken. De FNV streeft naar een productiviteitsgroei die economisch perspectiefrijk
en ecologisch inpasbaar is. De economie moet in de versnelling. Daar is het arbeidsvoorwaardenbeleid
van FNV en bonden op alle fronten van doortrokken.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 5
6 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004
2 Speerpunten 2004
2.1 Slim en sociaal
De FNV wil de volgende marsroute volgen om de economie in de versnelling te krijgen:
· slimmer en gezonder werken door verlaging van de werkdruk en investeren in arbeidsomstandigheden;
· moderne arbeidsverhoudingen;
· investeren in employability, scholing en loopbaanbeleid.
Slimmer en gezonder werken door verlaging van de werkdruk en investeren in arbeidsomstandigheden
De FNV wil meer prioriteit geven aan organisatieaspecten die zich op de wat langere termijn terugver-
dienen. Hierbij denken wij aan zaken als: meer aandacht voor een gezonde werkplek, het borgen van
een acceptabele werkdruk, preventie door een goed arbobeleid en zeggenschap van werknemers.
Kortom, het gaat om het verbeteren van de arbeidsorganisatie als geheel.
Je beïnvloedt productiviteit positief door te zorgen voor goed afgestemde planning, deugdelijk
onderhoud en een goede technische dienst. Maar ook door vervanging van mensen die voor langere
tijd afwezig zijn, een goede communicatie tussen leiding en werknemers, voldoende zeggenschap voor
werknemers et cetera. Precies die factoren die ook de werkdruk sterk beïnvloeden. De arbeidsproduc-
tiviteit en de werkdruk in Nederland zijn al hoog. Het verbeteren van arbeidsomstandigheden en het
verlagen van de werkdruk zijn juist middelen om de productiviteit te verhogen. FNV en bonden zien
daarom voldoende mogelijkheden gelijktijdig goede arbeidsomstandigheden te waarborgen, de werk-
druk te verlagen en de productiviteit te verhogen.
Het terugdringen van het ziekteverzuim is een blijvend aandachtspunt voor de FNV. De eerste stap is
preventie: het voorkomen van uitval door onder andere goede arbeidsomstandigheden te creëren. De
FNV wil dat werkgevers actief meewerken aan het ontwikkelen van een adequaat preventiebeleid vol-
gens de lijnen van het FNV-preventieplan. In dit plan hameren vakcentrale en bonden op reïntegratie
en preventie als hoeksteen van het WAO-beleid. Ook willen we het instrument van de arboconvenan-
ten actief gebruiken.
Een onderwerp dat steeds meer aandacht vraagt, is de toenemende sociale onveiligheid op en rond
het werk: die leidt regelmatig tot ernstige ongevallen en incidenten. De FNV dringt aan op maatregelen
en wil zelf een actieve bijdrage leveren. In het recent gepresenteerde plan van aanpak `Een veilig idee'
doet de FNV concrete voorstellen - ook voor het CAO-overleg - om dit probleem aan te pakken.
De FNV wil ook een eind maken aan de situatie dat mensen - tegen hun wil en zonder dat zij daaraan
iets kunnen doen - de WAO instromen. Naast het voorkómen van arbeidsongeschiktheid is het van
groot belang dat we de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers verbeteren. De FNV wil CAO-
afspraken maken die meer helderheid aan werknemers bieden over de voorwaarden waaronder je
ander werk voor een arbeidsongeschikte werknemer als passend kunt beschouwen. Door de Wet
Verbetering Poortwachter kunnen werknemers veel eerder dan voorheen in de positie komen dat ze
ander werk moeten accepteren, zelfs bij een andere werkgever. Voorlopig blijft nog veel onduidelijk-
heid over welk werk, met welke arbeidsvoorwaarden, passend is. Aanvullende CAO-afspraken op dit
punt zijn dan ook hard nodig. Ook wil de FNV op CAO- of sectoraal niveau afspraken maken over het
invullen van het bipartiete opdrachtgeverschap voor reïntegratie en over concrete verzuimdoelstellingen
in een bepaalde periode.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 7
In de Stichting van de Arbeid zijn in 2002 niet alleen afspraken gemaakt over de aanvullingen in het
tweede ziektejaar, maar ook over preventie en reïntegratie. De FNV vindt die samenhang van groot
belang en zal daarom alleen afspraken maken over het afschaffen van de bovenwettelijke aanvullin-
gen in het tweede ziektejaar als er tegelijkertijd afspraken gemaakt worden over preventie, reïntegra-
tie en poortwachter.
Daarnaast vindt de FNV het belangrijk dat mensen een goede ziektekostenverzekering hebben. De
plannen van het kabinet leiden tot een aantasting van de toegankelijkheid van de aanvullende zieken-
fondsverzekeringen en daarmee ook tot de toegankelijkheid van de betreffende zorg. De FNV zal
daarom streven naar een collectieve aanvullende verzekering voor ziekenfondsverzekerden en naar
werkgeversbijdragen in de ziektekosten.
Moderne arbeidsverhoudingen en verantwoordelijkheden
Het verbeteren van de arbeidsorganisatie is nauw verbonden met de wijze waarop de arbeidsverhou-
dingen binnen het bedrijf zijn te beïnvloeden. De FNV wil dat arbeidsverhoudingen in de pas lopen met
de ontwikkeling van de kenniseconomie en de toenemende diversiteit in leefpatronen. Hierbij spelen
arbeid en zorg, gezond werken, zeggenschap, alsmede keuzemogelijkheden voor werknemers een rol.
Daarom heeft de FNV vorig jaar gepleit voor de invoering en concretisering van het levensloopperspectief.
Voor de FNV is de kern van de levensloopbenadering: vergroot de zeggenschap van werknemers om
arbeid en inkomen te spreiden over het leven. Werknemers moeten meer mogelijkheden krijgen om
keuzes te kunnen maken tussen betaalde arbeid en (on)betaald verlof. Maar ook om te kunnen kiezen
tussen werken in loondienst of als zelfstandige zonder personeel (zzp'er).
De FNV wil in de CAO nadere afspraken maken over het sparen van tijd en geld en het opnemen van
verlof, en over het behoud van rechten bij verandering van baan. Ook aanspraken op basis van pre-
pensioenregelingen zou je op een eerder moment in de loopbaan kunnen benutten in een dergelijke
levensloopregeling. En omgekeerd kun je niet-benutte spaartegoeden op de levenslooprekening inzet-
ten voor het prepensioen.
Levensloop is geen geheel nieuw thema. Het nieuwe zit in de onderlinge samenhang waarin je de
bestaande thema's arbeid, zorg, scholing en vrije tijd beziet. Het centrale doel is de zeggenschap van
werknemers te vergroten binnen de collectieve kaders.
Meer zeggenschap over de eigen werktijden kan - bijvoorbeeld door de kennis en kunde van werkne-
mers mee te nemen bij het maken van roosters - ook bijdragen aan een verhoging van de arbeidspro-
ductiviteit. De FNV vindt dat werknemers in het belang van hun eigen welzijn en in dat van een orga-
nisatie als geheel, invloed moeten kunnen uitoefenen op hun eigen arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden
en arbeidsomstandigheden.
Om de combinatie van werken en leven ook voor werknemers met kinderen beter te kunnen vormge-
ven, is uitbreiding van de kinderopvang nog steeds een belangrijk issue. Inzet van de FNV is om zoveel
mogelijk afspraken in CAO's te maken, zodat de werknemers die kinderopvang nodig hebben daar
ook aanspraak op kunnen maken. Versnelde invoering van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang
biedt vele werknemers (m/v) op korte termijn de mogelijkheid de arbeidsmarkt te betreden. Ook uit-
breiding van de afspraken naar buitenschoolse opvang is wenselijk.
Investeren in employability, scholing en loopbaanbeleid
Vooral in tijden van oplopende werkloosheid is werk- en inkomenszekerheid voor velen van groot
belang. Het is te simpel om te zeggen dat werkgelegenheid behouden blijft als werknemers hun loon-
eisen omlaag schroeven. Er moet meer gebeuren. Voor het behouden van werkgelegenheid is een
8 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004
pro-actief beleid nodig. De FNV gaat voor de inzetbaarheid van werknemers en werkzoekenden. Juist
in deze onzekere tijden moeten we investeren in de beroepsbevolking. De positie van laaggeschoold
personeel moeten we versterken. Dit kan door scholing, assessment en afspraken over loopbaanontwik-
keling. De mobiliteit tussen sectoren kun je vergroten door O&O-fondsen ook in te zetten voor scho-
lingstrajecten, loopbaanbeleid en van-werk-naar-werk-routes die het eigen bedrijf of de eigen bedrijfstak
overstijgen, bijvoorbeeld door een systeem van vereveningsgelden te ontwikkelen tussen sectoren.
De laatste jaren heeft employability steeds hoog op de agenda van de FNV gestaan. Continue scholing
van alle werknemers van alle leeftijden op alle niveaus is noodzakelijk. De FNV wil dit stimuleren door
op het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) in te zetten. In zo'n plan staan de voorkeuren en ideeën
van werknemers, waardoor het kan bijdragen aan een grotere onafhankelijkheid van werknemers. Het
plan is de gedeelde verantwoordelijkheid van werknemers en werkgevers.
Hoewel op dit terrein de verschillen tussen de diverse groepen werknemers afnemen, lijkt een aantal
groepen nog buiten de boot te vallen. In veel organisaties bestaat een harde kern van vaste medewer-
kers waarin behoorlijk wordt geïnvesteerd in termen van onderwijs en scholing. Daaromheen vind je
een schil van uitzendkrachten, parttimers, herintreders en mensen met een tijdelijke of flexibele
arbeidsrelatie voor wie dit minder geldt. We constateren ook dat hoger opgeleide werknemers beter
toegang hebben tot scholing en opleiding dan lager opgeleiden. Wellicht dient dit de belangen van de
werkgever op korte termijn, maar op langere termijn zullen het kwalificatieniveau van de werknemers
en de economische groei hieronder lijden.
De FNV wil investeren in alle groepen werknemers en werkzoekenden. Een goed opgeleide beroeps-
bevolking draagt onomstotelijk bij aan een hogere groei van de arbeidsproductiviteit en daarmee aan
de economische groei van Nederland.
De FNV wil:
· Gelijktijdig waarborging van goede arbeidsomstandigheden en verlaging van de werkdruk.
· Preventie van ziekteverzuim volgens de lijnen van het FNV preventieplan en het instrument van
de arboconvenanten.
· Alleen afspraken maken over het afschaffen van de bovenwettelijke aanvullingen in het tweede
ziektejaar als er gelijktijdig afspraken gemaakt worden over reïntegratie, poortwachter en preventie.
· Afspraken maken over werkgeversbijdragen in ziektekosten en over collectieve aanvullende
verzekeringen voor ziekenfondsverzekerden.
· Maatregelen ter verbetering van de sociale veiligheid op het werk.
· Verbetering van de reïntegratie van arbeidsongeschikte werknemers.
· Meer zeggenschap voor werknemers over de eigen arbeidstijden, arbeidsvoorwaarden en
arbeidsomstandigheden en een verdere invulling van de levensloopregeling.
· In de CAO zoveel mogelijk afspraken maken over kinderopvangregelingen.
· Een goed employability-beleid voor álle groepen werknemers, bijvoorbeeld door POP's af te spreken.
2.2 Werkzekerheid in een moderne economie
Naast het investeren in de beroepsbevolking, pleit de FNV ook voor concrete maatregelen om de oplo-
pende werkloosheid actief te lijf te gaan. In het geval van reorganisatie en gedwongen ontslagen, wil
de FNV dat werkgevers worden verplicht om overtollige werknemers te begeleiden naar nieuw werk.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 9
Hierbij denken wij aan:
· reorganisatiepools;
· voorrang voor gedwongen ontslagen bij vacatures van bedrijven uit dezelfde sector of branche;
· actieve outplacement-trajecten.
Vooral werknemers die lastiger plaatsbaar zijn op de arbeidsmarkt, dienen de volle aandacht te krijgen.
De FNV pleit voor een intensievere sectorale samenwerking op het vlak van werkgelegenheidsbeleid.
Ook maakt de FNV zich sterk voor terugkeergaranties voor mensen die gedwongen ontslagen zijn. Dit
soort raamafspraken passen ook in de CAO.
De FNV vindt dat we alle zeilen moeten bijzetten om te voorkomen dat jongeren werkloos worden. De
snelle toename van de jeugdwerkloosheid baart ons dan ook grote zorgen. Daarom willen wij in de
CAO afspraken maken over bestrijding van de jeugdwerkloosheid, zoals het creëren van werkerva-
ringsplaatsen en het bekostigen van scholing en opleiding voor jongeren.
Daarnaast pleit de FNV voor een betere verdeling van het werk. Dit kan door de invoer van een 36-
urige normwerkweek in die sectoren waar dat nog niet zo is, maar waar dit wel tot de mogelijkheden
behoort. Een betere verdeling van werk kan ook door variatiemogelijkheden in de gemiddelde werk-
week in te voeren. Let wel: dit mag niet leiden tot een verdere toename van overwerk of verhoging
van de werkdruk.
Omdat bij toenemende werkloosheid de mensen aan de onderkant van de arbeidsmarkt het meest de
dupe zijn, moeten we het in dienst nemen en houden van lager betaalde werknemers bevorderen.
Werknemers die nu werkzaam zijn in een gesubsidieerde baan, moeten beter kunnen doorstromen
naar regulier werk. Een effectief stelsel van gesubsidieerde arbeid blijft voor een gemoderniseerd
arbeidsmarktbeleid dan ook van wezenlijk belang. Daarbij zet de FNV zich ervoor in, dat een evenredig
aantal van de beschikbare en vervulbare functies in arbeidsorganisaties (op alle functieniveaus) toeko-
men aan werknemers uit een etnische minderheidsgroep en jongeren. De diversiteit van het perso-
neelsbestand in een organisatie moet niet verslechteren bij reorganisaties. Ontslag van oudere werk-
nemers wil de FNV voorkomen door het aanbieden van vrijwillige vertrekregelingen.
De FNV wil:
· Afspraken maken over `van-werk-naar-werk-trajecten' voor gedwongen ontslagen.
· Invoer van een 36-urige werkweek en variatiemogelijkheden in de werkweek voor behoud van
werkgelegenheid.
· CAO-afspraken maken ter bestrijding van de jeugdwerkloosheid.
· Evenredige participatie op alle functieniveaus van werknemers uit etnische minderheidsgroepen
en jongeren.
· Betere doorstroom vanuit gesubsidieerde arbeid naar regulier werk.
2.3 Pensioenen
De FNV wil een solide en solidair pensioenstelsel met moderne en houdbare pensioenen. Dat moet
gepaard gaan met een eerlijke verdeling van de lusten en de lasten tussen de generaties. Na jaren van
zeer gunstige rendementen over pensioenbeleggingen deed zich sinds 2000 een dramatisch slechte
ontwikkeling voor. Nadat vanaf eind jaren `90 de rente geleidelijke begon te dalen, klapten in het
10 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004
nieuwe millennium de beurskoersen op een historische ongekende wijze wereldwijd in elkaar. Een
flink aantal pensioenfondsen verkeert in een situatie van onderdekking. En bij een ruime meerderheid
zijn de buffers - bedoeld om te kunnen indexeren en beleggingsrisico's op te vangen - weggeslagen.
Pensioenfondsen staan voor de opgave om een herstelbeleid te voeren om zo de pensioenlasten te
beheersen.
De consequenties van dit herstelbeleid dienen we op een evenwichtige en duurzame wijze te verdelen
tussen de generaties. Het kan niet zo zijn dat de jongere generaties de stijging van de pensioenpre-
mies voor hun kiezen krijgen, terwijl de oudere generaties geen beweging zouden maken op de
indexatie van de ingegane pensioenen, of andersom. Andere mogelijkheden om de pensioenlasten te
beheersen zijn een verantwoorde loonontwikkeling en herijking van de pensioenregelingen.
De FNV streeft naar een pensioenregeling die een redelijke relatie waarborgt tussen het laatst verdien-
de loon en het pensioen (een defined-benefit systeem). De FNV heeft onoverkomelijke bezwaren
tegen beschikbare premieregelingen. Dit zijn regelingen waarbij het pensioenresultaat volledig afhan-
kelijk is van de beleggingsopbrengsten (en van de verhouding tussen dit rendement en de verdere
loonontwikkeling). Met deze regelingen ontstaat een grote onzekerheid voor werknemers over de uit-
eindelijke pensioenuitkomst en krijgen vrouwen gemiddeld een lager pensioen vanwege hun langere
levensverwachting. Maar ook bouwen oudere werknemers slechts zeer lage pensioenen op en is de
positie van werknemers die arbeidsongeschikt raken ontoereikend geregeld.
De FNV blijft zich in de komende jaren met kracht verzetten tegen uitsluiting van jongere werknemers
en flexwerkers in de pensioenregeling. Zij wil dus de witte vlekken verder terugbrengen. Ook blijft de
FNV inzetten op een verdere modernisering van de pensioenregelingen, op een uitbreiding van de
individuele keuzemogelijkheden en op een verbetering van de transparantie.
De FNV streeft ernaar om oudere werknemers op een duurzame en verantwoorde manier aan het
werk te houden. Daarom wil de FNV door positieve prikkels, zoals een goed employability-beleid en
goede arbeidsomstandigheden, oudere werknemers de kans geven op een gezonde manier aan het
werk te blijven. Dat neemt niet weg dat voor veel groepen werknemers het eerder kunnen stoppen
met werken pure noodzaak is, gezien de zware fysieke belasting van het werk.
De FNV wil:
· Een solide, solidair en eigentijds pensioenstelsel.
· Een evenwichtige verdeling van de lusten en de lasten tussen de generaties.
· Pensioenregelingen op basis van een geclausuleerd gegarandeerd pensioenresultaat (defined-
benefit systeem).
· Vervroegde pensionering / prepensioenregelingen in stand houden en inpassen in levensloop-
regelingen.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 11
12 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004
3. Beloningsbeleid en looninzet
De FNV wil werknemers zo veel mogelijk zekerheid op werk en op inkomen bieden. Daarop zal de FNV
ook haar beloningsbeleid en de looninzet richten. In het beloningsbeleid staan de begrippen
`rechtvaardig' en `gelijkwaardig' voor de FNV centraal. Ongerechtvaardigde beloningsverschillen tussen
mannen en vrouwen en ook tussen allochtonen en autochtonen moeten verdwijnen. De FNV spant
zich in CAO-afspraken te maken over het gebruik van de checklist `Je verdiende loon' van de Stichting
van de Arbeid
De FNV bepaalt de onderhandelingsruimte voor de in CAO-onderhandelingen overeen te komen
arbeidsvoorwaardenverbeteringen door te kijken naar de ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit en
de ontwikkeling van de producentenprijzen over het vorige, het lopende en het komende jaar. In sep-
tember heeft de FNV op grond daarvan de onderhandelingsruimte voor deze arbeidsvoorwaardenver-
beteringen in 2004 vastgesteld op 4%. Het door de FNV overeengekomen najaarsakkoord met de cen-
trale werkgeversorganisaties en het kabinet heeft voor werknemers en groepen uitkeringsgerechtig-
den positieve gevolgen, omdat het kabinet een aantal beleidsvoornemens heeft bijgesteld en andere
in afwachting van nadere advisering door de SER en de STAR heeft uitgesteld.
Maar er zijn ook gevolgen voor het arbeidsvoorwaardenbeleid 2004. Afgesproken is om in CAO's die
in 2004 vernieuwd worden, geen stijging van het contractloon overeen te komen. De inzet van de FNV
is dan ook in de eerste plaats gericht op het oplossen van de brede pensioenproblematiek alsmede op
de bestrijding van de jeugdwerkloosheid, het stimuleren van scholing en het bieden van werkzeker-
heid en goede arbeidsomstandigheden. Het beter combineren van arbeid en zorg is eveneens een
belangrijk thema. In dit verband zijn met name afspraken over de werkgeversbijdrage aan de kinder-
opvang aan de orde. Daarnaast zullen er afspraken gemaakt worden over bijdragen aan de stijging
van de ziektekosten. Deze afspraken vallen buiten de afspraak over het contractloon. Eenmalige resul-
taatafhankelijke beloningen vallen niet onder de contractloondefinitie. Als daarvoor de ruimte is kun-
nen deze ook worden overeengekomen.
Hoewel de scherpe kantjes van het kabinetsbeleid door het najaarsakkoord eraf zijn gehaald, blijven
een aantal maatregelen van het kabinet bepaalde groepen - ook lager betaalde - werknemers in hun
portemonnee raken. Dat steekt buitengewoon schril af bij de schaamteloze zelfverrijking van topma-
nagers. En uit niets blijkt dat het kabinet, noch zijzelf - gegeven de reacties op de voorstellen van de
commissie Tabaksblat daar een einde aan willen maken. In het najaarakkoord is overeengekomen
dat voor de ontwikkeling van de niet-CAO inkomens eenzelfde terughoudendheid moet worden
betracht als voor degenen die onder een CAO vallen. De FNV zal de werkgevers en hun organisaties
nadrukkelijk aan deze afspraak houden.
ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004 13
De FNV komt voor 2004 tot de volgende inzet:
a) Het overgrote deel van de onderhandelingsruimte wordt ingezet om de brede pensioenproblematiek
te helpen oplossen, de jeugdwerkloosheid te bestrijden, scholing te stimuleren, werkzekerheid en
goede arbeidsomstandigheden te bieden en de combinatie van arbeid en zorg beter mogelijk te
maken in het bijzonder door afspraken over de werkgeversbijdragen aan de kinderopvang.
b) De FNV zal afspraken maken over de bekostiging van aanvullende collectieve ziektekostenverzeke-
ringen voor ziekenfondsverzekerden en over overige werkgeversbijdragen in de ziektekosten.
Deze afspraken vallen buiten de centrale afspraak over de contractloonstijging.
c) Eventuele eenmalige, resultaatafhankelijke bonussen of uitkeringen, worden geheel of gedeeltelijk
in centen overeengekomen.
d) De FNV zal niet inzetten op een verhoging van het contractloon.
14 ARBEIDSVOORWAARDENNOTA 2004