Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Azië en Oceanië

Afdeling Zuidoost Azië en Oceanië

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 24 november 2003

Behandeld


- Drs F.L. Keurhorst


Kenmerk


- DAO/711/03

Telefoon


- 070 348 5655


Blad


- 1/4

Fax


- 070 348 5323


Bijlage(n)


- - - frank.keurhorst@minbuza.nl


Betreft


- Uw verzoek inzake de recente politieke ontwikkelingen in Indonesië-

Graag - bied ik u hierbij, mede namens de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de reactie aan op uw verzoek van - 2 oktober 2003 met kenmerk - 03-Buza58 inzake - de recente politieke ontwikkelingen in Indonesië.


- De Minister van Buitenlandse Zaken,

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Huidige politieke ontwikkelingen in Indonesië
In aanvulling op mijn brief van 30 juni 2003 inzake de actuele situatie in Indonesië (buza-03-237) en de brief van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 2 augustus 2003 houdende het verslag van haar werkbezoek aan Indonesië van 23 tot en met 25 juli 2003 (buza-03-259), treft u onderstaand een korte weergave van de recente politieke ontwikkelingen in Indonesië, specifiek met betrekking tot de voorbereidingen van de verkiezingen, de situatie in Atjeh, Papoea en op de Molukken, het visumbeleid en de corruptieproblematiek.

Samenvatting politieke situatie
Indonesië maakt zich op voor de algemene verkiezingen in april 2004 en de eerste directe presidentsverkiezingen in juli en september van dat jaar. De eerste peilingen geven aan dat President Megawati de beste papieren heeft voor een (her)verkiezing.

De afgelopen maanden waait in de Indonesische politiek een nationalistische wind: er wordt veel nadruk gelegd op handhaving van de nationale eenheidsstaat en de bestrijding van elementen die deze zouden kunnen ondermijnen. Zowel operationeel als op politiek terrein hebben de strijdkrachten meer invloed gekregen. De aanpak van het conflict in Atjeh is hiervan een duidelijke illustratie. De politieke wil ontbreekt om verantwoording af te leggen over mensenrechtenschendingen door het leger. Het Ad Hoc Tribunaal voor Oost-Timor heeft helaas weinig opgeleverd. Ook de zaak van Sander Thoenes ligt nog bij de Procureur-Generaal. De dreiging van terroristische aanslagen tegen Westerse doelen in Indonesië blijft onveranderd hoog.

Voorbereiding verkiezingen
Er zijn inmiddels 40 politieke partijen door de administratieve selectie van de Nationale Kiescommissie (KPU) gekomen, naast de zes grote partijen PDI-P, Golkar, PPP, PAN, PBB en PKB, die al aan de vereisten voldoen op grond van de verkiezingsresultaten van 1999. In de peilingen staan President Megawati en haar partij de PDI-P nog steeds bovenaan, maar onder de kiezers leeft veel kritiek op haar beleid en vermeende besluiteloosheid. Megawati treedt behoedzaam op, manoeuvrerend tussen de verschillende facties als het leger, de Orde Baru-kring, de islamitische groepen en haar eigen achterban. Resultaat is dat het reformasi-proces min of meer tot stilstand is gekomen en alle nadruk wordt gelegd op economisch herstel en het behouden van de nationale eenheidsstaat.

Concurrentie voor Megawati komt vooral van oud-president Soeharto's partij Golkar. De strijd binnen Golkar voor het presidentskandidaatschap wordt voornamelijk gevoerd tussen de wegens corruptie veroordeelde parlementsvoorzitter Akbar Tandjung, en Wiranto, de generaal b.d. tegen wie onder andere een aanklacht wegens misdaden tegen de menselijkheid loopt wegens vermeende betrokkenheid bij het geweld op Oost-Timor in 1999. Pas na de parlementsverkiezingen in april 2004 zal duidelijk zijn wie voor Golkar aan de strijd om het presidentschap zal meedoen.

De Nederlandse regering steunt de logistieke voorbereiding van de verkiezingen via UNDP. In EU-verband zal deelgenomen worden aan verkiezingswaarneming.

Atjeh
Volgens de Indonesische regering is de veiligheidssituatie in Atjeh nog niet optimaal en is besloten tot verlenging van de militaire noodtoestand. De Nederlandse regering acht de situatie in Atjeh onveranderd zorgelijk. Toegang van humanitaire hulporganisaties tot de provincie is vrijwel onmogelijk door de vele administratieve vereisten. Cijfers over doden en gewonden zijn niet verifieerbaar bij gebrek aan onafhankelijke monitors. De Nederlandse regering is bezorgd over de gemelde mensenrechtenschendingen en over de zware straffen voor een aantal vreedzame activisten uit Atjeh. Aan de zijde van de strijdende separatisten lijkt weinig animo te bestaan voor vreedzame onderhandelingen.In de Indonesische politiek is Atjeh bovendien geen groot aandachtspunt en de militaire operatie lijkt de steun te hebben van het Indonesische publiek.Deze situatie biedt de internationale gemeenschap niet veel ruimte voor nieuwe vredesinitiatieven.

Ambassadeurs van de Europese Unie, waaronder de Nederlandse, hebben afgelopen maand gesproken met de bevelhebber van de Indonesische strijdkrachten om hun zorg over te brengen over de situatie in Atjeh. Aan een voorgenomen bezoek van de ambassadeurs aan Atjeh weigerde de Indonesische regering medewerking om veiligheidsredenen. Ook heeft de Nederlandse regering in bilaterale gesprekken het belang onderstreept van een vreedzame oplossing van het conflict en gepleit voor toegang van humanitaire organisaties tot de provincie.

Papoea
De Speciale Autonomiewet voor Papoea blijft volgens de Indonesische regering uitgangspunt van beleid. Na ruim anderhalf jaar is de implementatie echter nog altijd gebrekkig, verengt de discussie in Indonesië zich tot financiële aspecten van de nieuwe status en zijn er veel berichten over corruptie bij de besteding van fondsen. De Papoea Volksraad (MRP), die een nieuw democratisch besluitvormingsorgaan voor Papoea zou moeten worden, is nog steeds niet ingesteld. Het presidentieel decreet dat voorziet in de opdeling van Papoea in drie provincies staat volgens de regering in Jakarta op gelijke hoogte met de Speciale Autonomiewet. Dit betekent dat zij beide regelingen wil uitvoeren, dus ook speciale autonomie in de nieuwe provincies.

Via de Europese Unie en bilateraal is aangedrongen om opheldering rond de bestuurlijke opdeling en is het belang van implementatie van de Speciale Autonomiewet onderstreept. De regering heeft de indruk dat de politieke stemming rond Papoea sinds 2001 in Indonesië is omgeslagen. Ook de activiteiten in Papoea vanuit het buitenland liggen zeer gevoelig. Het onderzoek van het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis (ING) naar de 'Act of Free Choice' wordt in dit kader met grote argwaan door de Indonesische autoriteiten gevolgd. In bilaterale gesprekken met de Indonesische autoriteiten is benadrukt dat geen sprake is van steun van de Nederlandse regering voor separatistische activiteiten in Papoea. Uitgangspunt van het Nederlandse beleid is steun voor een goede en effectieve uitvoering van de Speciale Autonomiewet voor Papoea.

Molukken en Sulawesi
De situatie op de Molukken blijft zich normaliseren. De gouverneursverkiezingen in augustus jongstleden, vooraf gevreesd als mogelijke bron voor nieuwe onrust en derhalve lang uitgesteld, zijn voorspoedig en vreedzaam verlopen. Mede in het licht van dit succes is op 15 september de noodtoestand in de provincie Maluku opgeheven. Tevens heeft President Megawati een decreet uitgevaardigd waarin zij oproept tot een speciale behandeling voor de provincies Maluku en Noord-Maluku. Hierdoor zouden fondsen moeten vrijkomen voor wederopbouwactiviteiten van de Indonesische overheid.

Na ruim een jaar van kalmte en beginnende terugkeer van ontheemden is de situatie in Centraal-Sulawesi onrustig sinds recente aanvallen op christelijke dorpen rondom de stad Poso en in het district Morowali. Tot op heden heeft de christelijke bevolking zich gematigd getoond in haar reactie. Er zijn aanwijzingen voor betrokkenheid van Jemaah Islamiyah bij de aanvallen. De Indonesische regering zet hard en publiekelijk in op het vinden van de daders en heeft aangekondigd hen te zullen berechten onder de nieuwe antiterrorisme wetgeving.Zoals aangegeven in mijn antwoorden van 7 november jl. (DAO-/701/03) op de vragen van de leden Huizinga-Heringa en Van der Staaij zal Nederland de ontwikkelingen in Sulawesi nauwlettend blijven volgen en zonodig bilateraal of internationaal aandacht vragen voor de situatie.

Visumbeleid
De Indonesische regering heeft wereldwijd haar visumbeleid geëvalueerd. Een nieuwe ontwerp-visumregeling is daarna opgesteld op basis van de criteria: economisch belang; reciprociteit; en veiligheid. Nederland zou aan de hand van deze criteria op een lijst komen te staan waarvoor de visumafgifte restrictiever zou worden dan voor de meeste andere Schengenlanden. Nederlandse paspoorthouders zouden voortaan een visum bij de Indonesische ambassade moeten aanvragen en niet meer bij aankomst in Indonesië. Op ambtelijk en regeringsniveau is met de Indonesische autoriteiten gesproken over deze ontwerp-visumregeling. Daarbij is een regeling bepleit die inhoudt dat visa aan Nederlandse paspoorthouders bij aankomst in Indonesië kunnen worden afgegeven. Tevens is de Nederlandse visumafgifte in Indonesië tegen het licht gehouden. Het is nog onduidelijk wanneer de nieuwe visumregeling ingaat.

Corruptiebestrijding
In bilaterale gesprekken op regeringsniveau is aangegeven dat corruptie onaanvaardbaar is. Met de Wereldbank is strenger toezicht overeengekomen op de besteding van OS-gelden in Indonesië. Op aanwijzing van Nederland betrekt de Bank in de monitoring nu ook de door de Indonesische overheid op te leggen sancties bij bewezen gevallen van corruptie. Ook via het door Nederland meegefinancierde Partnership for Governance Reform is corruptiebestrijding prioritair.


---