Ministerie van Buitenlandse Zaken

Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag


- Directie Zuidoost- en Oost-Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag


Datum


- 24 november 2002

Behandeld

DZO


Kenmerk


- DZO-270/03

Telefoon


- 070 348 60 98


Blad


- 1/3

Fax


- 070 348 53 29


Bijlage(n)


- Email


- - DZO@minbuza.nl


Betreft


- Beantwoording vragen van de leden Ferrier en Van Winsen over het verloop van de verkiezingen in Azerbaidzjan.


---

Graag - bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - - de leden Ferrier en Van Winsen over het verloop van de verkiezingen in Azerbaidzjan- . Deze vragen werden ingezonden op - 4 november 2003 met kenmerk - 2030402420.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Mr. J.G. de Hoop Scheffer

Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Ferrier en Van Winsen over het verloop van de verkiezingen in Azerbaidzjan.

Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het feit dat de op 11 oktober 2003 gehouden verkiezingen in Azerbaidzjan niet geheel verlopen zijn volgens democratische rechtsregels?

Antwoord
Ja, ook de internationale waarnemingsmissie onder leiding van OVSE/ODIHR is in haar rapport tot de conclusie gekomen, dat de presidentsverkiezingen in Azerbaidzjan op 15 oktober jl. niet overeenkomstig internationale standaarden zijn verlopen.

Vraag 2
Heeft u er kennis van genomen dat een aantal mensenrechtenexperts van de VN een verzoek heeft ingediend bij de regering van Azerbaidzjan om een onderzoek in te stellen naar buitensporig geweld en marteling na afloop van de presidentsverkiezingen? (voetnoot 1)

Antwoord
Het is mij bekend dat op 28 oktober jl. vier VN Speciale Rapporteurs in een persverklaring aandacht hebben gevraagd voor de nasleep van de verkiezingen en in het bijzonder de aandacht vestigden op de arrestaties en het geweld dat tegen demonstranten is gebruikt. De Speciaal Rapporteurs, onder wie de Nederlander Theo van Boven (rapporteur voor martelingen), riepen de regering van Azerbaidzjan met klem op een onafhankelijk onderzoek in te stellen om ieder wangedrag te onderzoeken, waarbij de regering eraan wordt herinnerd dat de overtreders berecht moeten worden, overeenkomstig nationale en internationale normen en regelgeving.

Vraag 3
Ziet u mogelijkheden om vanuit internationale fora, zoals de OVSE en de Raad van Europa, de situatie in Azerbaidzjan op het gebied van mensenrechten en democratische processen nader aan de orde te stellen? Zo ja, welke concrete maatregelen zouden naar uw mening daaruit moeten voortvloeien?

Antwoord
Zowel vanuit de OVSE, als vanuit de Raad van Europa worden de autoriteiten in Azerbaidzjan voortdurend herinnerd aan hun internationale verplichtingen, waaronder die op het gebied van politieke gevangenen. Bij mijn bezoek als OVSE Chairman in Office heb ik de toen nog niet geĂŻnaugureerde president eveneens verzocht aandacht te willen besteden aan de vele personen die bij de demonstraties na de verkiezingen werden gearresteerd. In het algemeen heb ik opgeroepen tot verzoening met de oppositie, vrijlating van politieke gevangenen en een eerlijk proces voor diegenen die om andere reden (zoals geweldgebruik) gearresteerd zijn. Inmiddels is het merendeel van de honderden oppositieleden die bij de demonstraties werden gearresteerd weer vrijgelaten en zijn de 77 resterende personen formeel in staat van beschuldiging gesteld. Personen die deel uitmaken van deze laatste groep zouden binnenkort aan de rechter worden voorgeleid en inmiddels hebben allen ook een beroep kunnen doen op rechtsbijstand. De kantoren van OVSE en Raad van Europa ter plaatse blijven de ontwikkelingen nauwgezet volgen.

(voetnoot 1) ANP, 30 oktober jl.: 'VN wil onderzoek naar verkiezingen Azerbaidzjan'.