Lijst Pim Fortuyn
Den Haag, 24 november 2003
Medy moet nu dóórpakken met nieuw bestel publieke omroep
Staatssecretaris Medy van der Laan van media en cultuur wordt in een
recent portret in NRC gekenschetst als iemand die gedreven wordt door
de wil bestaande patronen te doorbreken en te zoeken naar onorthodoxe
oplossingen. Eigenschappen die haar goed van pas kunnen komen bij het
ontwikkelen van een compleet nieuw bestel voor de Nederlandse publieke
omroep. Haar mediabrief is een stap in de goede richting, maar Van der
Laan gaat nog lang niet ver genoeg. Tijdens de huidige kabinetsperiode
krijgen de publieke omroepen nieuwe uitzendconcessies voor 5 jaar. De
tijd is er rijp voor om in die vijf jaar het publieke omroepbestel
gróndig aan te pakken, nu ook vanuit de omroepen zélf geluiden klinken
dat het helemaal anders moet. Medy kan geschiedenis schrijven als ze
de publieke omroep radicaal wil hervormen. De LPF wil dat in ieder
geval wél.
In de tot dusver gepresenteerde plannen voert de staatssecretaris aan
de ene kant bezuinigingen door, en stelt aan de andere kant
aangescherpte inhoudelijke eisen aan de publieke omroep. Een soort
kaasschaaf-en-duimschroef methode, zullen we maar zeggen. Zolang de
bestuurders van de publieke omroep echter binnen de huidige kaders
blijven denken, kan ik me voorstellen dat zij niet én kunnen
bezuinigen, én verhoogde kwaliteit kunnen leveren.
De LPF is voor een sterke publieke omroep, die op kwaliteit kan
concurreren met de commerciële omroepen. In alle programmagenres, dus
ook wat betreft amusement, sport, film en drama. Daarnaast moet de
publieke omroep natuurlijk zijn publieke taak vervullen op het gebied
van objectieve informatievoorziening, educatie en cultuur. De publieke
omroep moet daartoe voldoende worden toegerust. De LPF is niet voor
een bestel, waarbinnen zon 20 tot 30 omroepverenigingen ook de
concurrentie met elkáar aangaan. Het idee dat ledenaantallen in de
vorm van abonnees op de omroepbladen iets zeggen over het draagvlak
voor een bepaalde identiteit is volledig achterhaald. Eénzesde deel
van alle huishoudens is geabonneerd op Veronica TV Magazine, een blad
van een commerciële omroep! Veel abonnees van een omroepblad zouden
weglopen naar een goedkoper blad als de programmagegevens worden
vrijgegeven. Ik durf de stelling wel aan, dat de gemiddelde
Nederlander niet eens weet waar de afkortingen VPRO, AVRO of VARA voor
staan.
In het huidige bestel blijven veel te veel van de middelen en we
hebben het nog altijd over zon 1,4 miljard in harde Hollandse guldens;
bijna 2 miljard als we de Steropbrengsten meetellen - aan de
strijkstokken van de verschillende omroepverenigingen hangen. Met hun
eigen directies, staf, redacties, reporters, gebouwen, opname- en
uitzendfaciliteiten en kantines. Met de huidige aanpak van Van der
Laan worden de omroepen weliswaar steeds meer gedwongen tot
samenwerking, maar het gaat te langzaam zo. En de omroep-bobos gaan
inleveren op kwaliteit, om vooral de eigen heilige huisjes in de lucht
te houden. Nu mensen als AVRO-programmadirecteur Ad s Gravesande en
VARA-coryfee Paul Witteman er openlijk aan twijfelen of de
omroepverenigingen nog wel van deze tijd zijn, lijkt er zich een
policy window af te tekenen waarbinnen een daadkrachtige
staatssecretaris de contouren kan neerzetten voor een geheel nieuw
omroepbestel.
In de plannen van de LPF gaat de Rijksbijdrage voortaan direct naar
een drietal publieke net-organisaties en niet langer naar de
afzonderlijke omroepverenigingen. De huidige omroepverenigingen zullen
zich moeten omvormen tot volledig zelfstandige toeleveringsbedrijven,
en kunnen zowel voor de publieke als voor de commerciële netten
programmas gaan leveren. Een aantal zal overleven, een aantal niet.
Het staat de omroepverenigingen natuurlijk vrij de krachten te
bundelen, televisiegidsen uit te geven of andere omroepproducten aan
te bieden. Daarnaast zou je je kunnen voorstellen, dat in de tijd die
we voor de invoering van dit plan willen uittrekken, een deel van de
omroepverenigingen als founding fathers fuseren tot of opgaan in de
bedrijven die de net-organisaties uiteindelijk zullen zijn. De huidige
discussies over ledenaantallen en wervingsacties behoren daarmee ook
gelijk tot het verleden.
De drie netten krijgen wettelijk omschreven profielen en een
wettelijke taak om nauw omschreven doelgroepen te bedienen en worden
aangestuurd door een eindredacteur. Wat de LPF betreft zou één van de
netten een jeugd- en jongerenzender kunnen worden; over de profielen
van de andere twee netten kan nog gediscussieerd worden. Als je één
van de netten kenschetst als een brede familiezender en één als net
voor intellectuele, culturele, progressieve, levensbeschouwelijke en
wetenschappelijke uitzendingen, dan dienen de kandidaten voor
toeleveringsbedrijf of founding father zich al ongeveer automatisch
aan. Voor een jeugd- en jongerenzender kun je denken aan BNN en
Z@ppelin, RVU en Teleac, maar óók aan bedrijven die zich bewegen op
het grensvlak van televisie, journalistiek en internet, zoals
RebelToday of de Nationalekinderkrant.nl. Het overgrote deel van het
budget dient rechtstreeks ten goede te komen aan de programma-inhoud;
een en ander in combinatie met een wettelijk plafond voor
overheaduitgaven.
Het Commissariaat v/d Media en Raad van Bestuur van de Publieke Omroep
moeten we opheffen en vervangen door een breed samengestelde
Adviesraad Publieke Omroep, die de verschillende eindredacteuren van
adviezen voorziet, en tevens een ombudsfunctie vervult.
Vertegenwoordiging vanuit programmamakers, journalisten,
ouderorganisaties en jeugd is in ieder geval een must. Het laatste
woord is echter aan de eindredacteuren, die op hun beurt weer direct
verantwoording afleggen aan de staatssecretaris. Zodoende kan ook de
gekozen volksvertegenwoordiging de regering weer zinvoller aanspreken
op het functioneren van de publieke omroep.
Dát het beter kan, bewijst naar mijn mening de Vlaamse omroep.
Vlaanderen heeft, met 6 miljoen inwoners, 2 TV-zenders, 5
radiozenders, een internationale zender en een internetzender in het
publieke bestel. In vergelijking met de Nederlandse situatie lijkt dit
dus ruim bemeten. De Vlamingen weten dit echter te realiseren met
slechts een derde van de kosten die wij hiervoor in Nederland maken!
En dat vrijwel zonder reclame! In Vlaanderen heeft elk van de genoemde
zenders een haarscherp profiel. Sinds de invoering daarvan is het
aantal kijkers en luisteraars gestegen; men is erin geslaagd méér
kijkers en luisteraars te trekken dan de commerciële omroepen. Dit,
ondanks of juist dankzij het feit dat de Vlaamse omroep besloot vast
te houden aan kwalitatief hoogstaande programmas. Ook op dit punt
blijkt: Belgen doen het beter! Het zou goed zijn om eens intensief met
de Vlaamse collegas te overleggen. Sterker nog: wellicht is ook
verdere inhoudelijke samenwerking met de Belgen wel één van de
richtingen die Medy van der Laan zou moeten onderzoeken.
Het moge duidelijk zijn, dat de LPF Medy van der Laan best het
voordeel van de twijfel wil geven, en dat ze met haar eerste plannen
richting de publieke omroep in ieder geval een daadkrachtige aanpak
uitstraalt. Maar er kan zoveel méér! De geldverslindende en
inefficiënte publieke omroep is de meerderheid van het publiek al
járen een doorn in het oog. Laten we streven naar een efficiënte,
kwalitatief hoogstaande omroep, die recht doet aan de uiteenlopende
wensen en behoeften van de Nederlandse bevolking. De LPF wil daarin
echt dóórpakken; nu Medy nog!
Margot Kraneveldt
Woordvoerder Media van de Lijst Pim Fortuyn