Gemeente Utrecht

Berichten uit het college van b en w Utrecht d.d. 25-11-'03; als platte tekst en bijvoegsel

week 48.doc

Toelichting op besluiten van het college van burgemeester en wethouders

25 november 2003

Persconferentie naar aanleiding van de collegevergadering om 16.00 uur in de perskamer van het stadhuis.

1. EUR 1,5 miljoen voor integraal accomodatiebeleid

Het college van burgemeester en wethouders heeft besloten om een bedrag van EUR 1,5 miljoen beschikbaar te stellen voor de uitvoering van het integraal accomodatiebeleid. Dit beleid is één van de punten uit het collegeprogramma 2001 - 2006 "Utrecht in uitvoering". Dit beleid is er op gericht om efficiënter en effectiever gebruik van voorzieningen in de wijken te stimuleren. In de nota "Integraal Accommodatiebeleid maatschappelijke voorzieningen" van april 2001 is beschreven op welke wijze dit proces tot stand moet komen. Zo worden voor alle wijken wijkvoorzieningenplannen opgesteld. Zo'n plan biedt inzicht in het wenselijke voorzieningenniveau in de betreffende wijk. Door het aanbod van maatschappelijke organisaties, de vraag en behoefte aan accomodatie en de mogelijke kansen in beeld te brengen is het mogelijk om wijksgewijs een effectiever en efficiënter accomodatiebeleid te voeren. Daarbij staat vanzelfsprekend de gebruiker centraal.

De wijkvoorzieningsplannen geven een kader om organisaties, waar mogelijk, te laten samenwerken of zelfs in multifunctionele behuizing onder te brengen. Voor de wijken Noordwest en Noordoost zijn als pilot reeds zulke plannen gemaakt, eerstvolgende wijken zijn die wijken waar herstructureringsplannen spelen.

Naast het opstellen van de wijkvoorzieningsplannen worden vanuit het integraal accomodatiebeleid projecten voor multifunctionele voorzieningen gestimuleerd. Voorbeelden daarvan zijn projecten als Tuindorp Forum (welzijn, onderwijs en sportfaciliteiten), Goeree 4 (sport en buitenschoolse opvang) en de aanleg van kunstgrasvelden voor meerdere gebruikers.

2. Voorlichting door brandweer op scholen

De brandweer gaat op scholen voorlichting geven over veiligheid. Hiermee wordt het besluit van het college van burgemeester en wethouders van 25 juni 2002 over brandveiligheid op scholen uitgevoerd. In dat besluit is onder meer vastgelegd dat alle scholen worden voorzien van een ontruimingsinstallatie. Er is een projectplan brandveiligheid schoolgebouwen gemaakt, waarin ook aandacht is voor voorlichting over de veiligheid van schoolgebouwen. Om die voorlichting te kunnen geven stelt het college nu een bedrag van EUR 56.000 beschikbaar.

Vertegenwoordigers van de brandweer gaan in een periode van 12 maanden de Utrechtse basisscholen bezoeken. Onder de naam "de eerste 8 minuten... zelfredzaamheid bij ontruimen en vluchten" maken zij de schoolbesturen, leerkrachten en ouders duidelijk dat dit de tijdsperiode is waarin adequaat handelen essentieel is. Bij een incident of calamiteit zijn de scholen altijd eerst op zichzelf aangewezen en kunnen ze veel doen aan de veiligheid van werknemers en leerlingen. De eerste prioriteit is ontruimen en vluchten. De brandweer komt voor het blus- en reddingswerk. Ieder heeft dus zijn eigen taken en verantwoordelijkheden. De scholen worden attent gemaakt op zelfredzaamheid en eigen verantwoordelijkheid en krijgen handvatten aangereikt om er vorm en inhoud aan te geven.

3. Extra functies voor locatie Hamweg

Het college laat onderzoeken of de lokatie Hamlaan mogelijkheden biedt voor de inpassing van een begraafplaats, zorgboerderij en een manege. Voor de aanleg van de Verlengde Parkweg en voor de aanleg van een watergang worden gronden aan de Hamweg (Vleuten) verworven. De aan te kopen oppervlakte valt groter uit dan voor de aanleg van de weg en watergang nodig is. Vandaar een studie naar de inpassing van extra functies. De kosten worden gefinancierd uit de grondexploitatie Leidsche Rijn.

4. Beroep bestemmingsplan Voordorp-Voorveldse polder

De gemeente gaat in beroep bij de Raad van State tegen het onthouden van goedkeuring aan een deel van het bestemmingsplan Voordorp-Voorveldse polder. Gedeputeerde Staten heeft dit bestemmingsplan op 19 augustus 2003 goedgekeurd met uitzondering van de bestemming 'verblijfsrecreatie' op de plek van camping De Berekuil. Het college heeft echter een toetsingskader nodig voor het beoordelen van al of niet toe te laten bouwwerken. Bovendien heeft het rijk hoge prioriteit gesteld aan het handhaven van beleid op het gebied van illegale permanente bewoning. De gemeenten zijn gehouden om dit beleid uit te voeren. De onthouding van goedkeuring van de provincie voor dit deel van het bestemmingsplan bemoeilijkt dit. Overigens heeft de beroepsprocedure geen invloed op de door de gemeente ingezette aanpak van illegale bewoning op camping De Berekuil.

5. Structuurvisie Utrecht: ruimtelijk toetsingskader voor toekomstige stadsontwikkeling

Hoogstedelijke dynamiek, een bruisend podiumleven en geborgenheid in woonwijken: je vindt het pas écht in Utrecht. Utrecht kiest ervoor om deze combinatie van kwaliteiten ook op lange termijn te behouden. In de structuurvisie Utrecht 2015/2030 krijgen deze drie kernkwaliteiten van de stad letterlijk de ruimte. In samenhang worden plekken in de stad aangewezen waar de stedelijke dynamiek zich de komende jaren gaat manifesteren en waar de juist wat luwere gebieden in de stad zich bevinden. Tegelijkertijd wordt in de structuurvisie aandacht gevraagd voor de bijzondere herkenningspunten in de stad: de plekken waar mensen elkaar ontmoeten, waar buitenstaanders Utrecht van kennen en waar Utrecht in grote mate haar identiteit aan ontleent.

Het college van burgemeester en wethouders kiest in de Structuurvisie Utrecht voor één stad met twee elkaar aanvullende centra: Utrecht CS (binnenstad én stationsomgeving) en Leidsche Rijn Centrum. Daartussen bevindt zich de nieuwe centrale zone van de stad. Hier concentreren zich de belangrijke bouwopgaven, bijvoorbeeld voor kantoorontwikkeling en infrastructuur, maar ook voor het toevoegen van hoogstedelijke woonmilieus. Tegelijkertijd blijft de stad oog houden voor het onderhoud en beheer van de bestaande wijken. Herstructurering van de bestaande woningvoorraad is daarbij één van de belangrijke instrumenten.

Het college wil graag reacties op de structuurvisie. Een aantal stedelijke partners is daartoe reeds uitgenodigd. Op 10 december is een algemene bijeenkomst voor geïnteresseerden. Deze vindt plaats in het stadhuis vanaf 19.30 uur. Daarnaast bestaat de mogelijkheid schriftelijk te reageren tot 5 januari 2004. Meer informatie en het complete rapport zijn te vinden op de website van de gemeente Utrecht: www.utrecht.nl. (zoekterm: structuurvisie).

6. Aanpassing en versterking van dorpskern Vleuten

De bouw van Leidsche Rijn maakt aanpassing en versterking nodig van de dorpskern van Vleuten. Met name de positie van het winkelapparaat dreigt onder druk te komen. Maar ook de verkeersstructuur en daarmee de inrichting van de openbare ruimte moeten aangepast worden aan de nieuwe situatie.Het Stedenbouwkundig Plan kern Vleuten is daarvoor een belangrijk instrument. De gemeente heeft samen met vertegenwoordigers van bewoners, ondernemers en organisaties, verenigd in het Platform kern Vleuten, gewerkt aan de opstelling en afronding van het stedenbouwkundig plan. Vandaag heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht besloten om dit conceptplan voor inspraak vrij te geven.

Voor het Stedenbouwkundig Plan kern Vleuten gelden de volgende uitgangspunten:

Een herprofilering van het dorpslint met parkeren langs de straat. Het huidige wegprofiel zal in de kern worden heringericht. Hierbij wordt het profiel aangepast aan de dorpse schaal en ingericht met vooral gebakken materiaal. Hiermee wordt ook duidelijk gemaakt welk gedeelte tot 'de kern' gerekend wordt. Daarnaast zal de kruising Hindersteinlaan / Pastoor Ohllaan worden aangepast om in het wegprofiel duidelijk aan te geven dat de hoofdroute voor het autoverkeer in het dorp via het lint loopt;
Een intensivering van het dorpslint. Met name het lint representeert de historie van Vleuten. Bij het vrij komen van panden zouden vooral functies als detailhandel, kantoren e.d. in het lint ondergebracht moeten worden om het bijzondere van het lint te vergroten;
Creëren van een centraal dorpsplein met een "wand". Naast het lint vormt het Dorpsplein een uniek punt in de kern. De beslotenheid van dit plein zou vergroot moeten worden door een duidelijke afscheiding te creëren rondom het plein. Daarbinnen kunnen verschillende sferen ontstaan die samenhangen met de te realiseren bebouwing.

Binnen het totaalplan zijn vijf deelgebieden afzonderlijk beschreven. Per deelgebied is sprake van één of meer ruimtelijke varianten, afhankelijk van nog te maken beleidskeuzen. Vermoedelijk zal het concentreren van verspreide winkels in het deelgebied Hindersteinlaan het eerst worden opgepakt.

Na verwerking van de inspraakreacties wordt door het college een definitief stedenbouwkundig plan vastgesteld. De inspraak start op 11 december 2003. Schriftelijke reacties kunnen tot en met 21 januari worden ingeleverd. Op 15 december wordt tussen 20.00 en 22.00 uur een informatieavond gehouden in AC Restaurant De Meern.

7. Hoogbouw in Utrecht: verbindingschakel tussen bestaande en nieuwe stad

Het door hoogbouw accentueren van een centrale zone tussen het Stationsgebied en Centrum Leidsche Rijn kan van Utrecht een eenheid maken. Tegelijk kan het kleinschalige karakter van de meeste woonwijken benadrukt worden door hoogbouw te vermijden. Deze twee uitgangspunten liggen ten grondslag aan de Hoogbouwvisie Gemeente Utrecht.

De hoogbouwvisie geeft antwoord op de vraag wanneer en waar hoogbouw een bijdrage kan geven aan de ontwikkeling van de stad. De visie levert een toetsingskader voor het beoordelen van hoogbouwplannen. Tot nu toe ontbrak zo'n beoordelingskader. De hoogbouwvisie is ontwikkeld in nauwe samenhang met Structuurvisie Utrecht, waarin een beeld wordt geschetst van de toekomstige ontwikkeling van de stad. De ene stadswijk is hoger dan de andere. De gemiddelde hoogte bedraagt in Utrecht circa 15 meter. De hoogbouwvisie gaat bij maatvoering van nieuwbouw uit van de gemiddelde hoogte van een stadswijk. Daarbij kan het gewenst zijn om deze wijkmaat op bepaalde plekken te verdubbelen: hoogteaccenten zorgen voor orientatiepunten, maken een wijk herkenbaar en duiden soms de overgang van de ene naar de andere wijk aan.

In de centrale zone tussen de stadscentra van Leidsche Rijn en het Stationsgebied wordt uitgegaan van een basismaat tussen de 25 en 45 meter. Onder andere langs verbindingsassen zijn hoogteaccenten tot 80 meter mogelijk. Het Stationsgebied en Centrum Leidsche Rijn zijn potentiële locaties om met een piek tot 140 meter de identiteit en het karakter van Utrecht binnen de Randstad te versterken. Buiten de centrale zone heeft alleen De Uithof, vanwege het bijzondere karakter van de bebouwing in dit universiteitscentrum, de mogelijkheid van hoogbouw tot 80 meter.

De hoogbouwvisie stelt voor om in een aantal cultuurhistorisch waardevolle gebieden geen hoogbouw toe te staan. Het gaat daarbij onder meer om de historische binnenstad, maar ook om tuindorpjes als Elinkwijk en de Lessepsstraat en het gebied van de forten en lunetten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Ook de zichtlijnen op de Dom worden ontzien, waardoor met name vanuit het noordoosten en zuidoosten de meer "klassieke" skyline van Utrecht behouden blijft. Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor om de Hoogbouwvisie Gemeente Utrecht te bespreken in samenhang met de Structuurvisie Utrecht.

8. Nieuwe gemeentelijke nota volksgezondheid

"Gezonde mensen als motor van de stad" is de titel van de nieuwe nota Volksgezondheid 2003-2007 van de Gemeente Utrecht. Het gemeentebestuur spant zich in om alle burgers van Utrecht optimale kansen op gezondheid te bieden. De wijze waarop de gemeente dit nu al doet en in de toekomst wil doen, wordt in de nieuwe nota uiteengezet. De nota is opgesteld door de GG&GD in samenspraak met in- en externe betrokkenen. Het college van burgemeester en wethouders heeft de nota vastgesteld.

Rode draad van de nieuwe nota Volksgezondheid is het creëren van een sluitende zorgketen voor elke Utrechtse burger. Aandachtspunten hierbij zijn: voorkomen is beter dan genezen; zorg in de wijk; actuele kennis en kunde bij buitensporige situaties. In de nota wordt ingezet op het faciliteren van de eerstelijnszorg, het versterken van gezondheidsbevordering en het veiligstellen van technische hygiënezorg door de mogelijkheden van externe financiering te onderzoeken.

Het faciliteren van de eerstelijnszorg omvat voor de bestaande stad het creëren van een centraal loket ("front-office") en de inzet van zogenoemde procesversnellers. Bij het toekomstige front-office kunnen zich zorgverleners melden die zich willen vestigen in de gemeente. Ze worden geïnformeerd over bestaande procedures en richtlijnen en worden zo nodig doorverwezen. De procesversnellers begeleiden de zorgverleners, bewaken ontwikkelingen en versnellen ze. Voor Leidsche Rijn gaat het om het realiseren van zeven wijkzorgcentra. Tenslotte omvat gezondheidsbevordering het creëren van een gezonde leefomgeving en het bevorderen van gezond gedrag, vooral bij mensen die zich moeilijk zelf kunnen redden bij bij allochtonen. Technische hygiënezorg betreft de advisering over preventiemaatregelen bij grootschalige evenementen en de inspectie van tatoeage- en piercingstudio's.

De nieuwe nota volksgezondheid 2003-2007 is vanaf begin dit jaar ontwikkeld in nauw overleg met in- en externe betrokkenen. De nota wordt aangeboden aan de commissie Maatschappelijke Ontwikkeling.

9. Oplossen financiële knelpunten bij GG&GD

De wijkgebouwen jeugdgezondheidszorg sluiten en de medewerkers centraal huisvesten per 2004. Het college van burgemeester en wethouders neemt deze maatregelen als onderdeel van de nog openstaande taakstelling in de begroting 2004 om efficienter te werken bij de GG&GD. Het gaat hierbij om kostenbesparingen die het voorzieningenpakket van de GG&GD niet zullen aantasten. Verder wordt gezondheidsonderzoek voortaan zoveel mogelijk uitgevoerd op de scholen.

Het college neemt bovendien een aantal bezuinigingsmaatregelen in de begroting 2004 van de GG&GD voor EUR 0,4 miljoen.

Zo wordt epidemiologisch onderzoek versoberd, beëindigd de sociaal medische advisering en worden de opleidingsplaatsen voor artsen Maatschappij en Gezondheid opgeheven. Ook wordt het budget voorlichting allochtonen verlaagd en komen er minder medische spreekuren op de inloopcentra. Verder stopt de voorlichting jeugdgezondheidszorg ouderavonden en deskundigheidsbevordering leerkrachten en vervallen de functies ICT-manager en bode.

Deze maatregelen zijn nodig om aanhoudende financiële knelpunten bij de GG&GD op te lossen. Daarna blijft over een structureel knelpunt van EUR 0,7 miljoen op de GG&GD-begroting. Gezien de maatschappelijke gevolgen acht het college verdergaande bezuinigingen op het terrein van de volksgezondheid op dit moment niet mogelijk.

Het college heeft besloten dat een aantal gezondheidstaken moeten worden voortgezet, zoals het uitvoeren van jeugdgezondheidszorg en infectieziektenbestrijding, epidemiologisch onderzoek, hygiënische inspectie van kindercentra, opvoedingsondersteuning en de ondersteuning van de eerstelijnszorg en de periodieke screening van dak- en thuislozen op TBC.

In totaal kwam de GG&GD EUR 4,5 miljoen structureel tekort. Daarvan had de dienst zelf al EUR 3,4 miljoen opgelost. Zo zijn gelden geworven voor verslavingzorg, ruim EUR 11 miljoen komt ten gunste van de stad Utrecht. Ook zijn efficiencymaatregelen getroffen. Het gaat hier om vermindering van huisvestingslasten en het verrichten van meer taken met minder middelen. Tenslotte is de overhead teruggebracht door een aantal functies te laten vervallen.

Daarnaast heeft het college besloten per 2005 een aantal beleidsombuigingen te treffen. Het betreft het opheffen van het wijkgericht volksgezondheidbeleid en de beperking van logopedie tot screening.

Het college zal het resterende knelpunt van structureel EUR 0,7 miljoen bespreken bij de behandeling van de Begroting 2005, waarbij de integrale afweging plaatsvindt.