Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
VVA. 2003/3411
datum
25-11-2003

onderwerp
Vragen over mogelijke import van BSE-vlees en BSE en voedselveiligheid TRC 2003/8643

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Bijgaand ontvangt u, mede namens de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, de antwoorden op de schriftelijke vragen van het lid Van den Brand (GroenLinks) en de aanvullende vragen van de leden Atsma en Ormel (beiden CDA) over de mogelijke import van BSE-vlees (nummer 2030402560) respectievelijk BSE en voedselveiligheid (nummer 2030402610).

datum
25-11-2003

kenmerk
VVA. 2003/3411

bijlage

Vragen lid Van den Brand (nummer 2030402560)


---
Kent u het bericht, dat er een risico bestaat dat er vlees van BSE-besmette dieren op de Nederlandse markt komt, afkomstig uit nieuwe EU-landen als Polen?

Ja.


---
Kunt u aangeven hoe groot het risico is dat er inderdaad nog steeds risicovol diermeel in de Poolse veeteelt wordt gebruikt, ondanks dat dit niet meer is toegestaan voor toetredende landen? Welke gegevens komen hierover uit de voortgangsrapportages naar voren?

Uit de voortgangsrapportage van de Europese Commissie blijkt dat Polen op dit moment al een totaalverbod op het vervoederen van diermeel kent. Overigens bestaat er in Polen al een verbod op de vervoedering van diermelen aan herkauwers sinds 1999. Het toezicht op de naleving ervan is echter onvoldoende, zo stelt de Commissie. Dat beeld komt ook naar voren uit het meest recente rapport van het Voedsel en Veterinair Bureau (FVO) van de Europese Commissie (januari 2003). Uit de voortgangsrapportage komen geen gegevens naar voren over de grootte van de risico's hiervan of waarvoor dit een risico zou kunnen vormen. Duidelijk is echter dat Polen, in de maanden die nog resten tot het moment van toetreding, op dit onderdeel een toezichtstructuur zal moeten ontwikkelen.


---
Zijn er nog meer kandidaat-lidstaten die nog niet voldoen aan de eisen voor voedselveiligheid? Zo ja, welke en om welke risico's gaat het hier?

De Commissie concludeert in de monitoringrapporten dat de tien toetredende lidstaten grote voortgang hebben geboekt bij de overname en implementatie van het acquis, maar dat voorafgaand aan hun toetreding nog een aantal belangrijke taken moet worden uitgevoerd. Er zijn een aantal punten van zorg geïdentificeerd. De punten van zorg op voedselveiligheidsgebied, zoals ook in de regeringsnotitie 'De vijfde uitbreiding van de Europese Unie' aangegeven, zijn de volgende:
* In Hongarije, Polen, Slowakije en Tsjechië zal de voedselverwerkende industrie (onder andere slachterijen, uitsnijderijen en melkverwerkende bedrijven) bij het huidige tempo van aanpassing haar verplichtingen in het kader van de toetredingsonderhandelingen niet tijdig kunnen nakomen. Het gaat hier om bedrijven die geen overgangstermijn hebben en die op de datum van toetreding zeer waarschijnlijk niet zullen voldoen aan de eisen die het acquis stelt. De Commissie geeft aan dat specifieke maatregelen genomen zullen worden, zoals het opleggen van beperkingen van productie en op de markt brengen van de producten van deze bedrijven.
* Polen heeft nog onvoldoende voortuitgang geboekt bij de organisatie van de controle op het verkeer van levende dieren. Dit zet de integratie van de Poolse diersector in de interne markt op het spel. In Letland, Malta en Polen zijn de maatregelen en de infrastructuur voor de verwerking van dierlijk afval nog niet op orde. De Commissie geeft aan dat specifieke maatregelen nodig kunnen zijn om te voorkomen dat deze gebreken een risico vormen voor de voedselveiligheid en het dierenwelzijn in de Europese Unie.
* Versterkte inspanning is met name bij Polen, Tsjechië en Hongarije nodig op het gebied van implementatie van de EU-wetgeving op BSE-gebied. Het probleem betreft voornamelijk de grote hoeveelheid acquis (beleid) die de nieuwe toetreders op het gebied van bestrijding en voorkoming van BSE moeten overnemen.

De Commissie geeft duidelijk aan op welke gebieden zij maatregelen zal nemen in het geval de achterstanden bij de overname en implementatie van het acquis niet tijdig worden ingelopen. De regering sluit zich aan bij de conclusies van de Commissie en wacht de eventuele maatregelen van de Commissie op dit gebied af.
Op het gebied van het veterinair acquis zal de regering in het bijzonder de voortgang op het gebied van bestrijding en voorkoming van BSE en de aanpassing van voedselverwerkende bedrijven nauwgezet blijven volgen.


---
Erkent u dat er druk wordt uitgeoefend op de Europese Commissie om lankmoedig op te treden naar nieuwe lidstaten, wanneer zij ondanks de gestelde eisen hun zaakjes nog niet op orde hebben?

Zoals in de regeringsnotitie 'De vijfde uitbreiding van de Europese Unie' is aangegeven, is het kabinet van mening dat de Kopenhagen-criteria, het acquis en het toetredingsverdrag waarborgen bieden voor verzekering, indien nodig, van de goede werking van het acquis en de veiligheid van de Europese burger in brede zin. De mogelijkheden om maatregelen te treffen wanneer toetredende lidstaten hun verplichtingen niet tijdig nakomen, vormen op zichzelf een extra aanmoediging aan de toetreders om hun inspanningen met kracht voort te zetten. In de rapporten stelt de Commissie dat zij vastbesloten is, wanneer noodzakelijk, passende maatregelen te nemen om de goede werking van de Unie te verzekeren. De Commissie geeft aan welke maatregelen mogelijk zullen moeten worden getroffen wegens het niet tijdig nakomen van de verplichtingen en toezeggingen van het toetredingsverdrag, zoals het ontzeggen van het recht van onderdanen van bepaalde lidstaten hun bepaalde beroepen uit te oefenen in andere lidstaten en het beperken van de productie en verkoop van voedingsmiddelen uit bepaalde bedrijven.
De regering gaat ervan uit dat de Commissie inderdaad, als daar reden voor is, passende maatregelen zal treffen. De regering zal terzake alert blijven door bij de Commissie aan te dringen op tijdige informatie over bij toetreding nog bestaande problemen en voorgenomen passende maatregelen naar aanleiding daarvan. In het geval de Commissie onvoldoende maatregelen zou nemen, zal de regering gebruik maken van het recht te verzoeken om vrijwaringsmaatregelen.


---
Heeft u zekerheid gekregen van de Europese Commissie dat zij gebruik zullen maken van het vrijwaringartikel, om Pools vlees van de markt te weren, wanneer blijkt dat er nog steeds een kans bestaat dat Pools vlees afkomstig is van BSE-besmette dieren?

Zie antwoord 4.


---
Bent u bereid bij de Europese Commissie erop aan te dringen de markt te sluiten voor Pools vlees, of vlees uit andere kandidaat-lidstaten, wanneer er geen garanties zijn dat dit vlees veilig is?

Wanneer een EU-lidstaat niet voldoet aan bepaalde EU-wetgeving, waardoor er een risico ontstaat op het gebied van voedselveiligheid voor onder andere Nederland, kan de Europese Commissie op basis van het EU-acquis op eigen initiatief of op initiatief van een EU-lidstaat maatregelen nemen. Nederland heeft reeds eerder de Commissie verzocht maatregelen te nemen bij risico's vanuit een EU-lidstaat voor de voedselveiligheidssituatie in Nederland en zal dat indien nodig vanzelfsprekend weer doen. Ik verwijs hierbij naar bovengenoemde regeringsnotitie.


---
Bent u eventueel bereid om zelf de Nederlandse grenzen te sluiten voor Pools vlees, of vlees uit andere lidstaten, wanneer er geen garanties zijn dat dit vlees veilig is, teneinde de Nederlandse consument te beschermen? Zo neen, waarom niet?

In de Interne Markt van de Europese Unie kan een lidstaat niet eenzijdig de grenzen sluiten voor producten uit een of meerdere andere lidstaten. Er is altijd een besluit op communautair niveau vereist waarbij de lidstaat of lidstaten waar de omstreden producten van afkomstig zijn, worden verplicht deze producten niet meer op de communautaire markt te brengen. Dit is een fundamenteel uitgangspunt van de werking van de Interne Markt.
Zoals in het antwoord bij vraag 4 reeds is gesteld, is de Europese Commissie de eerstverantwoordelijke om vrijwaringsmaatregelen te nemen op basis van de mogelijkheden die de huidige communautaire wetgeving daarvoor biedt.


---
Bent u bereid bovenstaande vragen te beantwoorden vóór het debat over de toetredingsverdragen?

Ter voorbereiding van het overleg met uw Kamer over het Toetredingsverdrag bent u reeds per brief van de minister en de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken geïnformeerd over de algemene lijn die het kabinet kiest met betrekking tot maatregelen op het gebied van voedselveiligheid, waaronder ook maatregelen op het gebied van BSE behoren. Deze verdere beantwoording geeft, in aanvulling daarop, nog een nadere specificatie.

Aanvullende vragen van de leden Atsma en Ormel (nummer 2030402610)


---
Wat is uw mening over de vernietiging van 78 ton rundvlees vanwege het feit dat er bij één rund een fout in de monsterneming voor de BSE-test heeft plaatsgevonden?

De vernietiging van veilig en goed vlees dient zoveel mogelijk voorkomen te worden. Echter, als er twijfel bestaat aan de veiligheid, dan dient het betreffende vlees met het oog op het voorzorgsprincipe vernietigd te worden. In dit geval bestond die twijfel, omdat de test niet goed was uitgevoerd.
Besloten is dat vlees terug te halen, waarin het betreffende karkas of de delen daarvan aanwezig zou kunnen zijn. De omvang van de partij werd mede bepaald door de batchgrootte die slachterijen hanteren.


---
Wat is het risico voor de volksgezondheid als de kans dat het verkeerd geteste rund BSE zou hebben, zeer klein is?

Het risico is zeer gering, te meer omdat alle risicomaterialen (SRM) standaard op de slachterijen worden verwijderd en uiteindelijk vernietigd.


---
Wat is het risico voor de volksgezondheid als er een kans is dat één rund uit een groep van meer dan 100.000 dieren BSE zou hebben?

Het risico is zeer gering, immers ten aanzien van BSE bestaat een pakket van maatregelen, waaronder de verwijdering en vernietiging van risicomateriaal (SRM) en de Feed-ban, dat de volksgezondheid borgt.


---
Wat is uw mening over de vernietiging van het vlees van meer dan 100.000 gezonde runderen?

Zie antwoord 1.


---
Is de wijze van testen op BSE in de Europese Unie (EU) geharmoniseerd? Zo neen, waarom niet? Is het waar dat er verschillende soorten testen in de EU zijn gevalideerd? Waarom mag in Nederland dan slechts één test worden gebruikt?

De wijze van testen op BSE is binnen de EU geharmoniseerd. In 2001 werd aanvankelijk slechts één test toegestaan. Sinds 2002 zijn ingevolge de TSE-Verordening vijf testen toegestaan, die alle zijn toegelaten na een uitgebreide validatie. In het kader van de Regeling erkenning laboratoria snelle BSE-testen kan elk laboratorium een erkenning aanvragen voor één (of meerdere) van deze testen. Het laboratorium kan dus vrijelijk kiezen. In Nederland worden op dit moment twee van de vijf geaccepteerde testen gebruikt.


---
Is het waar dat een aantal nieuw toetredende landen tot de EU nog niet voldoet aan de EU-eisen ten aanzien van de controle op en bestrijding van BSE? Wordt hier niet met twee maten gemeten? Zo ja, wat wordt hieraan gedaan? En hoe is de controle op BSE aan de buitengrenzen van de EU geregeld?

De controle op de uitvoering van de BSE-maatregelen is in een aantal landen nog niet voldoende. Er wordt op dit punt echter niet met twee maten gemeten. Het uitgangspunt is dat de toetredende landen alle bestaande communautaire wetgeving overnemen bij toetreding. In het Toetredingsverdrag zijn daar in beperkte mate uitzonderingen op vastgelegd, maar niet voor BSE-gerelateerde regelgeving.

Vlees uit derde landen dient net zo veilig te zijn als vlees afkomstig uit EU-lidstaten. Daartoe dienen derde landen gelijkwaardige garanties te geven. Om hierop toe te zien worden communautaire inspecties en controles verricht om na te gaan of de exporterende derde landen aan de invoervoorschriften voldoen. Aangezien BSE aan het karkas niet te diagnosticeren is, dienen dieren en producten vergezeld te gaan van een diergezondheidscertificaat.
De inhoud van de verklaring is afhankelijk van de herkomst van het vlees. Landen worden hiertoe ingedeeld in BSE-risicocategorieën. Bij invoer uit BSE-vrije derde landen dient een internationaal diergezondheidscertificaat overgelegd te worden waaruit blijkt dat het land voldoet aan de voorwaarden om in die BSE-vrije categorie te worden ingedeeld. Er worden in dat geval geen aanvullende BSE-eisen gesteld. Bij invoer uit landen die geen BSE-vrije status hebben, dient in de certificaten onder meer aanvullend verklaard te worden dat het product geen risicomateriaal bevat. Daarnaast dient het vlees voorzien te zijn van een etiket dat informatie bevat over de herkomst van het dier, dit om een snelle tracering mogelijk te maken.


---
Wordt vlees dat van buiten de EU komt gecontroleerd op BSE? Zo ja, wordt dat op gelijke wijze gedaan? Zo neen, waarom wordt dat vlees dan toegelaten?

Zie antwoord 6.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

Zie ook:
'Import BSE-vlees dreigt', Trouw, 5 november jl. Agrarisch Dagblad, 4 november jl.


---