Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 25/11/2003


---

Vrije Universiteit verwerft zeldzaam getijdenboek

De Universiteitsbibliotheek van de Vrije Universiteit heeft onlangs een zeldzaam, fraai uitgevoerd handschrift aangeschaft: een op perkament geschreven getijdenboek, rond 1470-1490 gemaakt in een klooster bij Groningen. De VU kan heeft dit getijdenboek een belangrijke bron van de voorreformatorische lekenvroomheid in de oorspronkelijke vorm in huis gehaald. Studenten en onderzoekers op gebieden zoals geschiedenis, kunstgeschiedenis, Nederlands en kerkgeschiedenis kunnen daarmee hun voordeel doen.

Het handschrift bevat de uit het Latijn vertaalde tekst van de gebeden voor de vaste tijden van de dag, zoals de Mariagetijden, de zeven boetpsalmen, de litanie van alle heiligen en het dodenofficie. De vertaling is van Geert Grote (1340-1384), grondlegger van de religieuze beweging van de Moderne Devoten. Dit getijdenboek, in de Middeleeuwen een van de meest gelezen teksten, was populair bij leken. Veel van deze boeken werden vervaardigd in kloosters in Overijssel, waar de beweging haar thuisbasis had, en in Holland.

Het bijzondere van het boek is vooral dat het niet in een van de vanouds bekende centra is geschreven, maar in een benedictijnenklooster in Selwerd bij Groningen. Dankzij onderzoek van de Groningse handschriftenkundige prof. dr. J.M.M. Hermans weet men pas vrij recent dat in en rond Groningen handschriften werden geproduceerd. Er zijn er niet veel meer dan honderd bekend, met een uiteenlopende inhoud.

Het handschrift is uitbundig gedecoreerd. Opvallend zijn de zeven geschilderde en met goud gehoogde grote initialen en de talrijke kleinere versierde hoofdletters. In deze initialen en tussen de versieringen in de marge zijn gefantaseerde bloemen en vruchten afgebeeld. De uitvoering en de kleuren van deze decoraties zijn kenmerkend voor de Groningse handschriften. Het boekje (198 bladen van 130 bij 93 mm.) is gestoken in een roodbruine kalfsleren band uit het begin van de zestiende eeuw, versierd met vergulde stempeltjes.

Uit een inscriptie blijkt dat het getijdenboek is gebruikt door de taalkundige Jakob Verdam (1845-1919), die er citaten aan ontleende voor het Middelnederlandsch woordenboek. Het boekje was toen van de Amsterdamse antiquaar en veilinghouder Frederik Muller. Naderhand kwam het in Franse handen, om nu, na een tussenfase bij het antiquariaat, opgenomen te worden in publiek Nederlands bezit.

Deze Groningse handschriften komen praktisch niet op de markt. Heel toevallig heeft de Groningse universiteitsbibliotheek onlangs eveneens een handschrift uit de regio kunnen bemachtigen, namelijk een gebedenboek van rond 1520 uit het klooster Thesinge. Beide aankopen vergroten onze kennis over de handschriftenproductie in het noorden.