Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn

Onderzoek pleit voor ruimere subsidieregeling doventolken

Communicatiebehoeften van doven en slechthorenden in kaart gebracht

Utrecht, 25 november 2003 - Een verruiming van de subsidieregeling doventolkuren, een grotere transparantie en flexibelere opzet van de tolkenbemiddeling en een herziening van de tolkenopleiding om het tekort aan tolken op te lossen. Dit zijn de belangrijkste aanbevelingen die onderzoekers van het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn / NIZW doen op grond van hun onderzoek naar de bestaande tolkvoorzieningen voor dove en (ernstig) slechthorende mensen.

Aanleiding
Er zijn in Nederland naar schatting 25.000 dove mensen (waaronder plots- en laatdoven), 80.000 slechthorenden en 5.000 doofblinde mensen. Goede communicatie is voor deze mensen een voorwaarde voor maatschappelijke participatie. Daarbij zijn doven en slechthorenden vaak afhankelijk van ondersteuning door een tolk. Op 1 januari 2002 is een nieuwe financieringssystematiek ingevoerd voor de subsidiëring van doventolken. Om de nieuwe subsidieregeling te evalueren deed het NIZW, in opdracht van het College voor Zorgverzekeringen (CvZ), onderzoek naar de tolkvoorziening voor doven en slechthorenden. Voor het onderzoek is gesproken met vertegenwoordigers van belangenorganisaties en met instellingen die betrokken zijn bij de zorg- en dienstverlening aan doven en slechthorenden. Daarnaast hebben de onderzoekers ruim 350 doven en slechthorenden ondervraagd.

Verschillende groepen
Uit het onderzoek bleek dat de verschillende groepen dove en ernstig slechthorende mensen hun eigen, specifieke communicatiebehoeften hebben. Dat uit zich onder meer in het type tolk dat wordt aangevraagd, maar ook in een verschillend gebruik van hulpmiddelen als computer, e-mail, tekst- en beeldtelefoon. De groepen die in het onderzoek onderscheiden werden, zijn doofgeboren volwassenen, plots- een laatdove volwassenen, ernstig slechthorende volwassenen, dove en ernstig slechthorende jongeren en doofblinde mensen.

Schaarste
Tolken worden in de leefsituatie vooral ingezet bij familieaangelegenheden, bezoek aan bank, notaris of overheidsinstelling, bij culturele uitstapjes zoals het bezoek aan kerk, museum of theater en bij cursussen. Een groot knelpunt is de schaarste aan tolken: er zijn te weinig tolken en het gewenst type tolk is vaak niet beschikbaar. Uit het onderzoek blijkt dat er niet alleen gebrek is aan tolken Nederlandse Gebarentaal (NGT), maar vooral ook aan tolken Nederlands met ondersteunende gebaren (NmG), schrijftolken en tolken Vierhandengebaren. Tegelijkertijd zien de onderzoekers dat een groot aantal doven en slechthorenden het aantal gesubsidieerde tolkenuren per jaar onvoldoende vindt. Desondanks maken de meeste doven en slechthorenden het aantal tolkenuren niet op. Belangrijkste redenen hiervoor zijn dat het gevraagde type tolk niet beschikbaar is of dat ze de uren willen bewaren voor noodsituaties.

Onderzoeksrapport
Het onderzoeksverslag is verschenen bij het NIZW onder de titel Recht van spreken. Onderzoek naar communicatiebehoeften van dove en ernstig slechthorende mensen. Auteurs zijn Juliette Vaal en Alice Schippers . Het rapport kost EUR 15,00. ISBN 90-5957-245-9 en E 33697. Verkrijgbaar via de boekhandel of te bestellen bij NIZW Uitgeverij, Postbus 19152, 3501 DD Utrecht, telefoon (030) 230 66 07, fax (030) 230 64 91.U kunt het boek ook on line bestellen.