Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
2509 LV Den Haag
der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk
139-03-SZW ASEA\LIV\83169
Onderwerp Datum
Betrokkenheid SER bij ontwerp-besluit 27 november 2003
vaststelling WML
In antwoord op uw brief van 25 november j.l., waarin u informeert naar de betrokkenheid van
de SER bij de totstandkoming van het ontwerp-besluit vaststelling wettelijk minimumloon in
2004, bericht ik u het volgende.
De oorspronkelijk in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (hierna Wet WML)
opgenomen verplichting de SER te raadplegen alvorens een dergelijk besluit zoals genoemd
in de voorgaande alinea kan worden genomen, is komen te vervallen met de Wet afschaffing
adviesverplichtingen van 10 juli 1995. Lid 14 van artikel 14 van de Wet WML is hierop
aangepast. Sindsdien bestaat er derhalve geen wettelijke verplichting meer tot een dergelijke
adviesaanvraag.
In mijn brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer, gedateerd 16 september 2003 (kenmerk
ASEA\LIV\68780), heb ik u ingelicht over mijn voornemens met betrekking tot de systematiek
van de richtinggevende koppeling. Over deze voornemens heb ik met u van gedachte
gewisseld tijdens een spoeddebat op 9 september j.l. In deze brief is opgenomen dat
gelijktijdig de SER in de gelegenheid is gesteld om binnen vier weken een reactie uit te
brengen over de in deze brief opgenomen voornemens. De brief die uitvoering geeft hieraan is
eveneens op 16 september verzonden aan de voorzitter van de SER. Hiervan is de Kamer
nogmaals op 13 oktober j.l. in kennis gesteld via de antwoorden op de vragen van het lid De
Ruiter (nr. 2030400800, kenmerk ASEA\LIV\77617).
Per brief van 17 oktober j.l. (AV/CAM/80298) heb ik u geïnformeerd over de uitkomsten van
het Najaarsoverleg. Naast de afspraken die daarbij zijn gemaakt over de koppeling heb ik u
daarin tevens ingelicht over het komen te vervallen van mijn brief van 16 september aan de
Tweede Kamer over de richtinggevende koppeling, evenals de aan de SER gevraagde reactie.
Over de definitieve status van deze uitkomsten bent u ingelicht per brief van 19 november j.l.
(AV\CAM\88784).
---
./.. Ik heb contact gehad met de voorzitter van de SER en met de voorzitter van de SER-
Commissie Minimumloon over de stand van zaken met betrekking tot de toepassing van de
koppeling en de verdere procedure en dit schriftelijk bevestigd per brief van 18 november j.l.
Deze brief treft u als bijlage aan. De SER heeft inmiddels laten weten niet met een reactie te
zullen komen.
Op 11 november j.l. is in het kader van de wettelijk verplichte voorhangprocedure van
maximaal tien dagen het ontwerp-besluit ter vaststelling van het wettelijk minimumloon in
2004 aan het parlement toegezonden. Met het oog op voldoende tijd voor zorgvuldige
advisering door de Raad van State en het bieden van voldoende mogelijkheden om dit besluit
in administraties en systemen te implementeren, is tijdige publicatie en bekendmaking van dit
besluit voor 1 januari 2004 zeer gewenst.
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
Bijlage
- Brief aan de Voorzitter van de SER-Commissie Minimumloon van 18 november 2004.