Unicef

Persbericht
Afrikaanse aidswezencrisis blijft explosief groeien

26 november 2003, Den Haag - Zuidelijk Afrika telt in 2010 naar schatting 20 miljoen aidswezen. In landen als Botswana en Zimbabwe heeft dan één op de vijf kinderen één of beide ouders verloren. Dat blijkt uit het rapport 'Africas Orphaned Generations' dat Unicef vandaag, aan de vooravond van Wereld Aids Dag, presenteert. Het rapport brengt de huidige aidscrisis en de situatie in 2010 in de 46 landen onder de Sahara statistisch in kaart. De onbereikbaarheid van aidsmedicijnen voor ouders die nu al met HIV besmet zijn, is een belangrijke reden voor de toename van het aantal wezen. Unicef roept op tot veel meer hulp voor de opvang van weeskinderen, zeker nu het familievangnet steeds meer op moeders en grootouders steunt.

Eind 2001 telde de regio nog 11 miljoen aidswezen, zo blijkt uit het rapport dat Carol Bellamy, internationaal directeur van Unicef, vandaag in Johannesburg presenteert. Bellamy: "In plaats van moedeloos, moeten we woest worden over het onaanvaardbare leed van weeskinderen. We moeten hun ouders in leven houden, zorgen dat weeskinderen op school blijven en beschermd worden tegen uitbuiting en misbruik."
Het rapport biedt een gedetailleerde inkijk in de levensomstandigheden van aidswezen tot 15 jaar in 46 landen in zuidelijk Afrika. Voor het eerst zijn statistieken beschikbaar van het aantal kinderen dat een vader of een moeder of beide ouders heeft verloren als gevolg van aids. Bovendien is onderzocht in hoeverre deze weeskinderen worden opgevangen door familie en wat de gevolgen daarvan zijn voor de kinderen zelf en voor de families.

'Africas Orphaned Generations' maakt duidelijk dat kinderen van ouders die HIV-besmet zijn, al ver vóór het overlijden van vader of moeder de ernstige gevolgen van de ziekte ondervinden: vanwege het verminderde gezinsinkomen groeien ze op in armoede, gaan eerder van school af en raken ondervoed. Na het overlijden van de ouders krijgen aidswezen te maken met psychische problemen, raken ze vaak dakloos en lopen ze een grotere kans op uitbuiting en misbruik. Bij seksuele uitbuiting lopen met name meisjes grote kans op HIV-besmetting.

Enige opvallende cijfers en conclusies:
In 1990 had minder dan 1 miljoen kinderen onder de 15 jaar in zuidelijk Afrika één of beide ouders verloren als gevolg van aids; eind 2001 is dit aantal gestegen tot 11 miljoen; zonder ingrijpen stijgt dit in 2010 door naar 20 miljoen.
Momenteel heeft slechts 1 procent van de 29 miljoen mensen met aids in de regio toegang tot levensreddende medicijnen en behandelingen. Vanwege het besmettingsrisico van aids raken steeds meer kinderen niet één ouder maar beide ouders kwijt.
In juist die landen waar het aantal HIV-besmettingen onder de bevolking al hoger is dan ooit voor mogelijk werd gehouden (meer dan 30 procent) zal de toename van het aantal wezen het hoogste zijn: Botswana, Lesotho en Swaziland. In deze drie landen en in Zimbabwe zullen in 2010 meer dan 20% van alle kinderen wees zijn.

Zelfs in een land als Oeganda, waar het aantal HIV-besmettingen sinds enige tijd een dalende trend vertoont, zal het aantal aidswezen voorlopig hoog blijven omdat volwassen ouders die nu al besmet zijn, zullen overlijden aan de ziekte.

Desastreuze gevolgen voor weeskind en familie
Een kind dat in zuidelijk Afrika wees wordt, wordt in 90% van alle gevallen opgevangen door de naaste of iets verder afstaande familie. Echter, door de enorme toename van het aantal wezen dreigt dit familievangnet voor komende generaties wezen weg te vallen. De last van de opvang van wezen komt steeds vaker neer op families die worden geleid door een vrouw of een grootouder. Omdat deze huishoudens over het algemeen armer zijn dan families waarin de vader nog aanwezig is, zijn zij nauwelijks meer in staat te zorgen voor extra gezinsleden.

In het rapport roept Unicef regeringen en scholen op tot directe steun voor families en gemeenschappen die weeskinderen opvangen. Kinderen hebben er recht op bij hun familie op te groeien; om ouders in leven te houden, moeten veel meer mensen beschikking krijgen over levensverlengende aidsmedicijnen. Schoolgelden moeten worden afgeschaft, opdat kinderen via onderwijs een kans krijgen een bestaan op te bouwen. Regeringen moeten een nationale strategie ontwikkelen om families in staat te stellen weeskinderen te blijven opvangen. Wezen moeten geregistreerd worden en toegang krijgen tot gezondheidszorg en psychische ondersteuning. Tenslotte moeten regeringsleiders, sporthelden en andere opinieleiders de moed opbrengen om openlijk te praten over aids, zodat aidswezen niet worden gestigmatiseerd of genegeerd.


* * * *