Toespraak
Directie:
Voorlichting
Publicatiedatum:
27-11-2003
Status:
Informatie
Toespraak van minister Van der Hoeven bij het congres van de Algemene
Onderwijsbond op 27 november 2003 in de Jaarbeurs in Utrecht
N.B.: Alleen het gesproken woord geldt
Dames en heren,
Ik wil u op dit congres eerst iets laten zien van de website van de
Onderwijsinspectie met gefilmde schoolportretten. Ik vertel er straks
nog meer over. Laten we eerst maar gaan kijken.
(Volgt introductiefilmpje)
Dit was het introductiefilmpje. Nu komen we op de website waar we
kunnen doorklikken op het thema zij-instroom in Almere. We zien hier
drie zij-instromers en we kiezen voor Patricia Jensen. Op de site
vertelt ze onder meer over haar ervaringen 'voor het eerst voor de
klas'. Kijkt u nog even mee.
(Volgt het verhaal van Patricia Jensen over haar eerste ervaringen als
zij-instroomster)
Die zij-instroomster die u net hebt gezien, Patricia Jensen van De
Peperbus in Almere, dat wordt volgens mij een prima lerares. Dat kwam
direct in me op toen ik het filmpje over zij-instroom in het
basisonderwijs in Almere voor de eerste keer zag. Als ik haar zie
lachen om haar eigen aanvankelijke onzekerheid, en vervolgens zie hoe
enthousiast ze vertelt over haar ervaringen, dan denk ik: dat komt wel
goed.
Dat is zo leuk aan deze beelden: ze zijn inspirerend. En dat is nou
precies de bedoeling van deze nieuwe website met gefilmde
schoolportretten. Waarschijnlijk kent u de OCW-schoolportretten van de
onderwijsinspectie al wel als boekjes. De ervaringen van anderen komen
nóg dichterbij als we de mensen achter zulke voorbeeldverhalen laten
zien. Daarom maakt de inspectie op het terrein van het Integraal
Personeels Beleid op mijn verzoek digitale portretten van de mensen om
wie het draait. Dit nieuwe gedeelte van de site is sinds vandaag
online.
Een goede website is blijvend in ontwikkeling. Dat geldt ook voor
deze. Vanaf vandaag kunt u er dit portret over zij-instroom in Almere
op bekijken. En op uw gemak de verhalen op u laten inwerken van
anderen die bij de zij-instroom in Almere zijn betrokken. Er moeten op
de site natuurlijk nog veel meer portretten komen. Ik denk
bijvoorbeeld aan portretten over competentiemanagement, het
functiebouwwerk en functiedifferentiatie. Dat lijken allemaal enorm
abstracte onderwerpen. Totdat je voor je ziet hoe het werkt in de
praktijk voor collega's van vlees en bloed.
Dit eerste gefilmde schoolportret over zij-instroom is voor mij een
mooi aanknopingspunt om nog iets te zeggen over de ontwikkelingen op
dat terrein. Dat ben ik u eigenlijk ook wel verplicht, want ik ben er
vorig jaar zelf op de AOB-jaarvergadering heel nadrukkelijk over
begonnen. De zij-instroom kwam toen nog maar stroef op gang. Ik heb u
daarom bij die gelegenheid gevraagd zich open te stellen voor
collega's van buiten het onderwijs.
Nu, een jaar later, gaat het een stuk beter met de zij-instroom! Er
zijn inmiddels ruim 1.600 zij-instromers in het basisonderwijs en 900
in het VO aan de slag. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van
vorig jaar. Ik heb het afgelopen jaar ook steeds meer enthousiasme bij
de scholen beluisterd. Behalve over het geld. Want er was te weinig
geld voor de begeleiding van zij-instromers en dat vergroot natuurlijk
het risico van uitval. Daarom verhoog ik in 2004 het bedrag voor de
opleiding en begeleiding. Het wás 10.000 in het voortgezet onderwijs
en 9.000 in het basisonderwijs, het wórdt 15.000 euro voor elke
zij-instromer.
Ik wil het vandaag niet alleen met u over zij-instroom hebben. Dat zou
te smal zijn. En ik zou dan ook geen recht doen aan de andere
vernieuwingsslagen die het onderwijs - met succes - maakt. En het is
juist zo belangrijk om goede ervaringen met elkaar te delen en te
profiteren van elkaars vondsten. Ik hoop dan ook dat u dat vandaag al
vele malen hebt gedaan.
Bij interessante onderwijsvernieuwingen denk ik bijvoorbeeld aan TOM,
oftewel: Team Onderwijs op Maat. Dat project, met maatwerk als
sleutelwoord, draait nu twee jaar. TOM is een manier om de
traditionele schoolorganisatie geschikt te maken voor eigentijds
onderwijs en personeelsbeleid. Dit project levert allerlei producten
en procesbeschrijvingen op, waarmee u ook op uw school aan de slag
kunt.
Ik noem ook het Project Collegiale Visitatie dat onlangs is begonnen
onder de vlag van Q*primair. Daarbij nemen scholen bij elkaar een
kijkje in de keuken. En het blijft niet bij kijken, want scholen
vragen elkaar ook om een mening. Het doel is om scholen de eigen
kwaliteit te laten toetsen aan de mening van collega's. Om dat aan te
durven moet je sterk in je schoenen staan. Want je moet tegen kritiek
kunnen, en tegelijkertijd ook onderbouwde kritiek willen leveren op
anderen. Dat vergt een zelfbewuste houding van scholen.
Die zelfbewuste houding past bij de nieuwe
verantwoordelijkheidsverdeling in het onderwijs. De politiek doet een
stapje terug. De onderlinge relaties in de driehoek 'school,
maatschappij en overheid' zijn aan het schuiven. Scholen wachten niet
langer tot de overheid reageert op een maatschappelijke ontwikkeling.
De school en de samenleving halen de banden aan, waar de overheid
juist een stap terug doet.
Ik zie scholen niet als uitvoeringsorganisaties van het ministerie van
OCW, maar als vitale maatschappelijke instellingen. En dat wil ik
graag versterken, omdat het onderwijs op die manier alle kansen krijgt
zich te verbeteren, te vernieuwen en maatwerk te leveren. Scholen
moeten zelf kunnen beslissen over hoe ze de zaken willen aanpakken. En
dan gaat het om allerlei zaken, zoals het personeelsbeleid, de
onderwijskundige aanpak, maar ook de letterlijke inrichting van het
schoolgebouw.
Een actueel voorbeeld uit het primair onderwijs gaat over de indeling
van de schoolweek. Ik vind dat de beslissing over de inrichting van
een vier- of een vijfdaagse schoolweek thuishoort bij de scholen, in
nauw overleg met de ouders. De politiek heeft daar moeite mee, maar ik
vind dat je het vertrouwen moet hebben dat scholen en hun
gesprekspartners gezamenlijk de goede keuze maken. En kijk wat er
gebeurt in Almere: daar smeden ze zelfs plannen voor een zesdaagse
schoolweek. En waarom niet, als de betrokken partijen erachter staan?
Ik ben er enthousiast over als scholen op die manier de
onderwijskundige uitdaging waarvoor ze zijn gesteld aangaan.
Ons doel is: excellent onderwijs, waarin de loopbaan van de leerling
centraal staat. Dat vraagt om maatwerk.
Daarom wil ik de scholen niet bovenop hun huid zitten en voorschrijven
hoe het in al die tienduizend instellingen zou moeten. Ik wil u, de
professionals in het onderwijs, de ruimte geven om uw werk, naar úw
inzichten, zo goed mogelijk te doen. Projecten als TOM en
intercollegiale visitatie doen daar recht aan, omdat de mensen in het
onderwijs het uitgangspunt zijn. En die projecten bieden ook houvast
aan degenen die nog zoeken naar de beste aanpak.
Hoe geeft de overheid nou richting op hoofdlijnen aan de omslag die we
willen maken in het basis- en voortgezet onderwijs? Ik wil vernieuwing
stimuleren, maar die juist niet van bovenaf opleggen. Hoe pak ik dat
aan? Ik geef de hoofdlijn aan. Voor u, maar ook voor de politiek. Dat
doen we in de Koers PO en de Koers VO. Daarin komt de visie en het
beleidsprogramma voor de komende jaren. Innovatie is daarbij een heel
belangrijk thema. Die meerjarenbeleidsplannen gaan we niet in de
Hoftoren, het nieuwe ministerie van OCW in Den Haag, zitten
uitknobbelen. Juist niet. We luisteren goed naar u. Uiteraard moet ook
de Tweede Kamer ermee instemmen. Koers PO en Koers VO wordt van ons
allemaal!
Voor Koers PO voeren we deze maand en in december en januari nog vele
gesprekken met allerlei betrokken partijen. Die moeten leiden tot een
Opbrengstdocument dat eind maart volgend jaar naar de Tweede Kamer
gaat. Ik wil over dat document graag met de Kamer van gedachten
wisselen. En dat moet dan weer leiden tot de vaststelling van de Koers
PO tegen de zomer van 2004.
Voor de Koers VO volgen we een vergelijkbaar parcours, al is de route
natuurlijk toegesneden op de situatie in het voortgezet onderwijs. Ook
de Koers VO moet er volgend jaar zomer liggen.
Dames en heren,
We zijn in het onderwijs op de goede weg. U bent bezig met de
inrichting van uw eigen ruimte. U geeft zelf vorm aan de toekomst van
het onderwijs, aan úw onderwijs. Ik bemoei me met de hoofdlijn, ik
stel de kaders en de kwaliteitseisen vast en ik zie erop toe dat u
daaraan voldoet. Ik heb er groot vertrouwen in dat we in het onderwijs
een vernieuwingsslag kunnen maken. Dat vertrouwen heb ik door Patricia
Jensen van De Peperbus in Almere en de mensen die haar omringen, door
de mensen hier vandaag in de zaal en door al die andere mensen die
elke dag weer iets moois willen maken van hun werk in het onderwijs.
Dank u wel.
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen