Persbericht van de Universiteit Utrecht
28 november 2003
Utrechts onderzoek valt in de Bsik-prijzen
Het kabinet heeft vandaag besloten over de toekenning van subsidies voor de
Bsik-regeling (voorheen ICES/KIS). De Universiteit Utrecht is betrokken bij
een reeks onderzoeksprojecten die ingediend zijn. Bij twee is zij de
'penvoerder' oftewel heeft zij de leiding. Het gaat om het Netherlands
Proteomics Centre dat een subsidie van EUR 24.700.000 ontvangt en het
CATO-project waarvoor EUR 12.700.000 is toegekend. Bsik staat voor Besluit
subsidies investering kennisinfrastructuur. Deze investeringen van de
overheid in de kenniseconomie worden betaald uit de aardgasbaten.
Netherlands Proteomics Centre
In het Netherlands Proteomics Centre zijn top-expertise en onderzoek op het
gebied van eiwitonderzoek samengebracht. Proteomics is de analyse van
eiwitten die in een cel tot expressie worden gebracht en behelst het
bestuderen -ook wel detecteren, identificeren en kwantificeren- van
eiwitten en hun interacties. Kennis van menselijke eiwitten en hun werking
is van essentieel belang om meer inzicht te krijgen in het functioneren van
cellen en weefsels. Hierdoor kunnen in de toekomst bepaalde ziekten
gerichter en/of in een eerder stadium behandeld worden. Door een beter
inzicht te krijgen in de biologische processen op moleculair eiwitniveau,
zal het bijvoorbeeld mogelijk worden om nieuwe aangrijpingspunten voor
effectievere geneesmiddelen te identificeren. Het Netherlands Proteomics
Centre verbindt toponderzoekers van verschillende universiteiten en
bedrijven in Nederland met de ambitie een toonaangevend centrum voor
kennisontwikkeling en -overdracht op internationaal niveau te worden. Zie
ook www.abc.uu.nl
CATO-project
CATO staat voor CO2 afvang, transport en opslag. Het primaire doel van het
CATO-project is om een kennis infrastructuur te creëren in Nederland om de
overgang naar grootschalige toepassing van CO2 verwijdering in het
toekomstige energiesysteem mogelijk te maken. Binnen het CATO-project zullen
verschillende partners met een brede expertise samenwerken op 7 thema's
gerelateerd aan CO2 verwijdering. De participerende partijen
vertegenwoordigen industrie (o.a. Shell, NAM en KEMA), onderzoeksinstituten
(TNO en ECN), universiteiten (Utrecht, Leiden, Delft en Twente) en
milieuorganisaties (Natuur en Milieu, Greenpeace en WNF). De centrale
vraagstelling is hoe CO2 verwijdering op een economisch verantwoorde en
duurzame manier kan worden geïmplementeerd. Het CATO-project duurt ongeveer
4 jaar (2004-2007). Zie ook www.uce-uu.nl
Nadere informatie
Soleanie Martis, (030) 253 24 11, email
Universiteit van Utrecht