Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 1 -

Toespraak van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Hans Hoogervorst, bij de opening van het symposium ter gelegenheid van de Nederlandse Diabetes Dagen 2003, 28 november 2003 in de RAI in Amsterdam

Dames en heren,

Het motto van dit congres is De kosten van diabetes. En hoewel ik de naam heb vooral aan geld te denken, wil ik op deze plaats eerst eens iets zeggen over andere kosten.

Ik wil graag iets zeggen over de zware last die de ziekte diabetes legt op de schouders van de patiënten en hun omgeving.

Diabetes is een ziekte die sterk onderschat wordt. Uit onderzoek blijkt dat veel mensen suikerziekte net zoiets vinden als nierstenen: het is wel lastig, maar dood ga je er niet van.
Dat is dus niet waar. Per jaar sterven meer dan drieduizend mensen aan diabetes - en dat is een heel voorzichtige schatting.

Maar ook zonder de dodelijke complicaties is diabetes een akelige ziekte.

Mensen met diabetes zijn zich voortdurend van hun ziekte bewust. De insuline regeert het dagritme. De angst voor een plotselinge daling van de bloedsuikerspiegel, bij diabetespatiënten bekend als een "hypo", beheerst je leven. Je kunt flauwvallen, stuiptrekkingen krijgen of je vreemd gaan gedragen - akelig voor jezelf, maar ook erg vervelend voor anderen.

Diabetespatiënten hebben dus ook sociale problemen, bij voorbeeld bij het vinden van een partner of een baan. En tenslotte is het geen uitzondering dat diabetes-patiënten worden uitgesloten van bepaalde verzekeringen.

Het aantal diabetespatiënten is de afgelopen jaren enorm toegenomen. In 1993 leden 250.000 mensen aan diabetes, tien jaar later zijn het er 480.000 en elk jaar komen er 65.000 diabeten bij. Het is dus ook een veelvoorkomende chronische ziekte. En om toch nog even iets over het geld te zeggen: op dit moment bedragen de kosten van diabetes voor de samenleving bijna een miljard euro per jaar. De voorspelling is dat binnen enkele jaren het miljard wordt overschreden. Drie procent van de Nederlanders lijdt aan diabetes, maar zij leggen beslag op aanzienlijk van de zorguitgaven. Het is dus ook een dure ziekte.

U begrijpt dat het echt tijd wordt voor een minister van volksgezondheid om de strijd tegen zo'n ziekte hoog op de agenda te zetten.
En dat is des te meer zo, omdat overwinningen hier zo gemakkelijk te bereiken zijn. Want als er één chronische ziekte is waar enorme winst te boeken valt door preventie en betere behandeling dan is het diabetes.
Toespraak Daarom beloof ik u één ding: we gaan serieus aan de slag. In overleg met de Diabetes Federatie, de organisator van deze dag, is afgesproken dat we een landelijk diabetesprogramma gaan opstellen voor de jaren 2004-2008. In de lente van het volgend jaar moet dat klaar zijn. En dat wordt geen plan vol goede bedoelingen en vage
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 2 -

afspraken, maar met duidelijke doelstellingen en helderheid over wie waarvoor verantwoordelijk is.

De filosofie achter het plan is in één zin samen te vatten: ieder neemt zijn verantwoordelijkheid.

De burger die zijn best moet doen de ziekte te voorkomen, de patiënt die zijn best moet doen complicaties te voorkomen, de arts en de verpleegkundige die moeten zorgen voor de best denkbare zorg, in protocollen vastgelegd, en de verzekeraar die alleen nog die zorg vergoedt.
En dat alles actief en zonder vrijblijvendheid.

Laat ik bij de burger beginnen. Drie weken geleden presenteerde het kabinet de nota Preventiebeleid - of eigenlijk luidt de titel "Langer gezond leven - ook een kwestie van gezond gedrag." Diabetes is daarin gekozen als een van de drie speerpunten van het beleid, naast roken en overgewicht. Er valt namelijk veel te winnen. Kleine veranderingen in levensstijl kunnen al grote gevolgen hebben. Uit onderzoek in Finland blijkt, dat wie zijn gewicht met vijf procent vermindert en een half uurtje per dag wandelt of fietst de kans op de ontwikkeling van diabetes al met meer dan de helft kan terugbrengen.
Natuurlijk, de verleidingen van de Marsen, de Bounty's, de Twixen en de Balisto's is groot. En de enige waarschuwing bij de reclame is een piepklein tandenborsteltje bovenin het beeld
- terwijl een weegschaaltje misschien een beter symbool zou kunnen zijn. Let wel: ik pleit niet voor een nieuw symbool bij de STER. Maar een van de dingen die ik als minister van volksgezondheid kan doen, is zorgen voor een voorlichtingscampagne die de gevaren van diabetes duidelijk onder de aandacht brengt. Een campagne die zich vooral ook zou moeten richten op de groepen die extra kwetsbaar zijn.

Welke groepen dat zijn, daar hebben we best een beeld van. De afgelopen weken is veel aandacht besteed aan de vraag of het goed zou zijn om te komen tot een screening op diabetes. Ik heb de gezondheidsraad gevraagd mij daarover te adviseren, dus dat advies wacht ik af. Maar ook zonder kennis van dat advies, kunnen we al zo veel doen. Laat ik een voorbeeld geven. Enkele weken geleden bracht ik een werkbezoek aan een huisarts in de wijk Geuzenveld in Amsterdam, een wijk waar een groot deel van de bevolking van Turkse of Marokkaanse afkomst is. Bij oudere vrouwen uit deze bevolkingsgroepen komt diabetes bijna drie keer zoveel voor als bij autochtonen. Overgewicht speelt hierbij een heel belangrijke rol. Goede voorlichting over overgewicht en diabetes is voor deze groep dus van het grootste belang; daar hebben we echt geen screening voor nodig.

Preventie, zorgen dat mensen niet ziek worden, dat moet het speerpunt zijn. Maar ook de beste preventie zal de ziekte nooit helemaal uitbannen. Minstens zo belangrijk als preventie is dus goede zorg voor mensen die al aan diabetes lijden.

En ook hier, bij de patiënten, is nog heel veel winst te behalen. Niet meer in het voorkomen van de ziekte, maar wel in het voorkomen van complicaties. Hart- en vaatziekten, slecht functionerende nieren, beenamputaties, blindheid: de complicaties bij diabetes kunnen heel Toespraak ernstig zijn - aan een zaal vol professionals hoef ik dat niet uit te leggen.

Bij deze vorm van preventie - namelijk voorkomen dat het erger wordt - ligt de verantwoordelijkheid bij drie groepen: de zorgaanbieder, de patiënt en de verzekeraar.
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 3 -

En wel in de eerste plaats bij de zorgaanbieder.

Wat is goede diabeteszorg?
We weten dat eigenlijk best. Op verschillende plaatsen in het land zie je schoolvoorbeelden van goede diabeteszorg. Artsen en verpleegkundigen werken er nauw in samen en komen onderling tot nieuwe verdelingen van taken. De taakherschikking waar ik in de hele gezondheidszorg naar streef, heeft in de diabeteszorg zijn kracht al bewezen. Speciaal opgeleide diabetesverpleegkundigen begeleiden de patiënt, leren hem om te gaan met zijn ziekte, geven adviezen over een gezonde levenswijze en instructies over het gebruik van medicijnen en nemen zo werk uit handen van de internist. Protocollen zorgen voor duidelijkheid over wat de beste zorg is.

Die schoolvoorbeelden mogen natuurlijk niet beperkt blijven tot een enkel ziekenhuis, een enkele praktijk. Hele goede en hele matige prestaties kunnen niet naast elkaar blijven bestaan - dat geldt overigens niet alleen voor diabeteszorg, maar voor álle zorg. Daar komen we op mijn eerdere uitspraak: we moeten er stevig tegen aan. Op korte termijn moet er een set van verplichte centrale richtlijnen zijn over hoe de optimale zorg voor een diabetespatiënt er uitziet; opgesteld door aanbieders, verzekeraars en patiënten. Een standaardpakket dat de zorg voor de diabetespatiënt op een hoger niveau moet brengen en de kans op complicaties verminderen.

Artsen en verpleegkundigen moeten zich aan die richtlijnen houden. Van de "voorbeeldpraktijken" moeten zij leren, hoe je optimaal samenwerkt om de patiënt de beste zorg te geven.

Van de patiënt verwachten we natuurlijk ook dat hij zijn verantwoordelijkheid neemt. Hij moet zich aan de voorschriften houden en zich ervoor inspannen niet zieker te worden dan hij is.
Maar de patiënt heeft ook een andere verantwoordelijkheid - en die zou ik willen omschrijven als: opkomen voor jezelf. Als duidelijk is dat er voorbeelden zijn van "good practice", dan moet niemand meer genoegen nemen met minder. Dat geldt voor de zorgaanbieders, maar ook voor de patiënten.

En het geldt ook - en dan kom ik bij de derde groep - voor de verzekeraars.

Enige tijd geleden sprak de directeur van één van de grootste zorgverzekeraars in NOVA uit, dat hij er genoeg van had om als verzekeraar te moeten betalen voor zorg die hij het geld niet waard vindt. Dat kan ik mij heel goed voorstellen. Sterker nog: dat laat precies zien hoe straks de zorgverzekeraars hun regierol in het stelsel op zich moeten gaan nemen. Als vastgesteld is hoe de beste zorg voor een ziekte er uit ziet, dan betaal je als verzekeraar ook alleen nog voor zorg die aan die standaard voldoet. Dan sluit je alleen nog contracten met zorgaanbieders die zich aan die standaard houden. De afspraken die we willen maken voor de diabeteszorg kunnen daarin een voorbeeldfunctie hebben.

Ik heb u geschetst hoe we volgens mij de strijd tegen de diabetes moeten voeren. Uitgangspunt is dat ieder zijn verantwoordelijkheid neemt. Toespraak Tweede uitgangspunt is, dat het voorbij is met de vrijblijvendheid, dat we elkaar aanspreken op die eigen verantwoordelijkheid.
De patiënt houdt zich aan een gezonde levensstijl en is trouw aan de therapie. De arts en de verpleegkundige houden zich aan de "best practice"-zorg en de verzekeraar aan zijn
---

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- 4 -

uitgangspunt alleen nog de beste zorg te vergoeden - wat mij betreft: zorg voorzien van een kwaliteitscertificaat.
En ik houd me aan de belofte dat ik stimulerend optreed, wettelijke beletsels wegneem en het probleem heel serieus neem.

Samenvattend.
Ik ben hier gekomen om u te vertellen hoe belangrijk de strijd tegen diabetes voor mij is. Als ik het programma van dit symposium lees en als ik zie hoeveel professionals hier verzameld zijn, dan kan ik tot mijn genoegen constateren dat het enorm leeft in het veld. Laat ik dan tenslotte nog even terugkomen op het thema van deze dag: de kosten van diabetes. Aan het begin van deze speech vertelde ik hoeveel geld er met de ziekte diabetes is gemoeid.
Ik zal u nu ook vertellen hoe veel we kunnen besparen. De berekeningen lopen wat uiteen, maar het gaat om veel geld. Volgens het RIVM kan door betere en tijdige zorg tenminste 160 miljoen euro per jaar worden bespaard. Een grote ziektekostenverzekeraar deed een uitgebreider onderzoek en die kwam tot het dubbele: 320 miljoen euro per jaar. Dat is dus een enorme financiële winst, maar voorop staat en blijft staan de te behalen gezondheidswinst.

Ik dank u voor uw aandacht.

Toespraak
---


---- --