Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
28 november 2003

Sterkere band tussen kiezer en kamerlid door nieuw kiesstelsel met twee stemmen

Alle kiezers kunnen vanaf 2007 twee stemmen uitbrengen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Deze verandering in het kiesstelsel draagt bij aan een sterkere band tussen kiezers en kamerleden. De ene stem wordt uitgebracht op een kandidaat van een landelijke lijst en de andere op een kandidaat binnen het eigen kiesdistrict. Ongeveer de helft van de zetels in de Tweede Kamer zullen worden bezet door de districtskandidaten, de overige zetels door kandidaten van de landelijke lijsten. Dit zijn de belangrijkste elementen in de hoofdlijnennotitie "Naar een sterker parlement" waarmee de ministerraad op voorstel van minister De Graaf voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties heeft ingestemd. Het kabinet beschrijft in deze notitie verschillende varianten van kiesstelsels en spreekt een voorkeur uit voor het zogenaamde "gemengde stelsel" met meervoudige districten.

Twee stemmen, sterkere binding De kern van de verandering van het kiesstelsel is dat de kiezer een tweede stem krijgt. Naast de bestaande stem op een partij (met de mogelijkheid tot een voorkeurstem) krijgt de kiezer de mogelijkheid ook een stem uit te brengen op een regionale kandidaat in het eigen kiesdistrict. Beide stemmen kunnen op verschillende partijen worden uitgebracht. De eerste stem die de kiezer uitbrengt, bepaalt de zetelverdeling tussen partijen. Dit is dus de stem die de politieke krachtsverhoudingen bepaalt. De tweede stem geeft een sterkere binding tussen de kiezers en herkenbare en aanspreekbare regionale kandidaten in de Tweede Kamer. Nederland wordt in ongeveer twintig districten ingedeeld en per district worden (afhankelijk van het aantal inwoners) twee tot maximaal zes kandidaten gekozen. In totaal worden er ongeveer 75 zetels verdeeld over deze districten.

De uitslag van de verkiezingen wordt als volgt bepaald. Allereerst wordt de verdeling van de 150 Kamerzetels over de partijen berekend op grond van de op de landelijke lijsten uitgebrachte stemmen. Dit gebeurt op dezelfde manier als nu. Daarna wordt de uitslag per district berekend. In het district wordt een personenstelsel gehanteerd in combinatie met een kiesdrempel. Dat betekent dat alleen kandidaten die een bepaald aantal voorkeurstemmen op hun eigen persoon uitgebracht hebben gekregen in aanmerking komen voor een zetel. Indien niet voldoende districtskandidaten deze drempel hebben gehaald worden deze zetels niet vanuit het district bezet. Bij de invulling van de zetels per partij krijgen de kandidaten van de districten van die partij voorrang.

Doel en achtergrond
Het achterliggende doel van de invoering van het nieuwe kiesstelsel is de band tussen kiezer en gekozene in de Tweede Kamer te versterken. Dit wordt gestimuleerd door ongeveer de helft van de 150 Kamerleden in districten te kiezen. Dit leidt ertoe dat kiezers meer invloed hebben op wie er in de Tweede Kamer komen, dat meer kamerleden een eigen kiezersmandaat hebben en rechtstreeks in het district verantwoording afleggen over wat zij in Den Haag doen en dat burgers hen kunnen afrekenen voor wat zij gedaan hebben. Ook zullen meer kamerleden een rechtstreeks contact houden met de regio waaraan zij hun verkiezing te danken hebben. De eigen "herkenbaarheid" van veel kamerleden zal een positieve werking hebben op een meer dualistische verhouding tussen de Tweede Kamer en de regering.


Hoe verder?
De Hoofdlijnennotitie "Naar een sterker parlement" wordt naar de Tweede Kamer gestuurd. Gelijktijdig worden de Kiesraad en de Raad voor het openbaar bestuur (Rob) om advies gevraagd. Het kabinet wil graag op korte termijn in een debat met de Tweede Kamer van gedachten wisselen over het nieuwe kiesstelsel. In het regeerakkoord is afgesproken dat voor juni 2004 een wetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gezonden wordt.

RVD, 28.11.2003