Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 140-03-SZW AAM/ASAM/03/91359

Onderwerp Datum Notitie voor- en nadelen direct vrij verkeer 28 november 2003 werknemers nieuwe EU-lidstaten

Via de motie van Baalen c.s. d.d. 19 november 2003 en de brief van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer d.d. 26 november 2003 heeft de Tweede Kamer het verzoek gedaan om voor 29 november a.s. een notitie te mogen ontvangen over de voor- en nadelen van direct vrij verkeer van werknemers uit de Midden- en Oosteuropese landen bij toetreding van deze landen tot de Europese Unie. Heden heeft in de Ministerraad een discussie plaatsgevonden over de wijze en de termijn waarop Nederland het vrij verkeer van werknemers van de nieuwe EU-lidstaten zal implementeren.

In de beraadslagingen over dit onderwerp heeft het kabinet geconstateerd dat zich binnen de huidige EU een differentiatie aftekent in de posities die de verschillende lidstaten innemen ten aanzien van het hanteren van een overgangstermijn. Het kabinet heeft geconcludeerd behoefte te hebben aan een nadere bespreking van de posities binnen de EU alvorens conclusies te trekken over het Nederlandse standpunt.

Voorts heeft het kabinet geconstateerd dat er momenteel nog veel onzekerheden zijn over de te verwachten migratiestromen naar ons land en naar de andere lidstaten en in het verlengde daarvan over de gevolgen voor de Nederlandse economie. Het kabinet zal daarom het Centraal Planbureau verzoeken om in het licht van de meest recente informatie over de positie van andere EU-lidstaten t.a.v. het hanteren van een overgangstermijn met een actuele raming te komen van de te verwachten migratiestroom naar Nederland en de effecten daarvan voor de Nederlandse economie, en daarbij gebruik te maken van reeds verrichte studies over de effecten van het vrije verkeer van werknemers uit de toetredende landen.




---

Het kabinet zal in de tweede helft van januari 2004 een nader standpunt aan de Tweede Kamer doen toekomen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)