Vlaamse overheid

Op voorstel van minister vice-president Renaat LANDUYT, van Vlaams minister Marleen VANDERPOORTEN, van Vlaams minister Paul VAN GREMBERGEN en van Vlaams minister Patricia CEYSENS:

De Vlaamse regering keurt na advies van de SERV en de VLOR opnieuw principieel een voorontwerp van decreet goed over de titel van beroepsbekwaamheid. Het heeft als doel om zinvolle, aan een beroep verbonden, competenties, waar dan ook verworven, te valideren. Het wil elk individu het recht geven om zijn of haar competenties door een bevoegde instantie te laten erkennen door middel van een titel van beroepsbekwaamheid. Deze competenties (kennis, vaardigheden en attitudes) kunnen door allerlei vormen van leren, zowel formeel als informeel, verworven zijn. Dat levert een versterkte positie en verruimde toegang tot de arbeidsmarkt op. Het voorontwerp van decreet wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Marleen VANDERPOORTEN:

De Vlaamse regering wijzigt principieel het besluit houdende de inrichting van het deeltijds beroepssecundair onderwijs. Het beoogt de invoering van nieuwe studiebewijzen. Onder strikte voorwaarden kan het getuigschrift van de tweede graad secundair onderwijs worden toegekend en hierop voortbouwend het getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer. Vereenvoudigde studiebekrachtigingen kunnen worden toegekend aan leerlingen die vermelde studiebewijzen niet bekomen. De opdeling van de studiegetuigschriften in de tweede en derde graad wordt verlaten en het is aldus een eerste aanzet tot het volledig graadloos maken van het deeltijds onderwijs. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse regering definitief het besluit van 14 juni 1989 inzake bekwaamheidsbewijzen, weddenschalen, het prestatiestelsel en de bezoldigingsregeling in het secundair onderwijs. Voorgenomen wijzigingen beogen de actualisatie en aanpassing aan nieuwe reglementering, de verhoging van de inzetbaarheid van sommige personeelsleden en een aantal technische aanpassingen.


* * *

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse regering definitief het besluit van 31 juli 1990 betreffende de bekwaamheidsbewijzen, de weddenschalen en de bezoldigingsregeling in het buitengewoon onderwijs. De wijzigingen omhelzen de opname van een aantal bestaande omzendbrieven ter zake en de aanpassing van de tekst aan de actuele situatie.

Op voorstel van Vlaams minister Marleen VANDERPOORTEN en van Vlaams minister Paul VAN GREMBERGEN:

De Vlaamse regering keurt principieel de tekst goed van de associatieovereenkomst tussen de Nederlandse Taalunie en Suriname. Deze overeenkomst beoogt een samenwerking met Suriname op de drie terreinen waarop de Nederlandse Taalunie actief is: ondersteuning van sprekers van het Nederlands in het gebruik van de taal, de ontwikkeling van het onderwijs in en van het Nederlands en de bevordering van de Nederlandstalige letteren.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN:

Na voordracht van een sluitend businessplan door de transnationale Universiteit Limburg (tUL), conform de regeringsbeslissing van 19 juli 2002, maakt de Vlaamse regering een eerste schijf (van vijf) van 2,6 miljoen euro vrij voor onderzoek. Deze middelen dienen aangewend te worden voor de uitbouw van de onderzoeksactiviteiten in het kader van de reeds opgestarte academische opleidingen in de domeinen levenswetenschappen en informatietechnologie enerzijds en zelfstandig ondernemen anderzijds.


* * *

Na advies van de Raad van State bepaalt de Vlaamse regering definitief de toelaatbare functiewijzigingen voor gebouwen gelegen buiten de geëigende bestemmingszone. Het besluit laat in bepaalde gevallen toe dat het gebruik of de functie van zonevreemde gebouwen wijzigt.


* * *

De Vlaamse regering beslist principieel tot definitieve vaststelling van 17 gewestelijke ruimtelijke uitvoerings- plannen voor de afbakening van de gebieden van de natuurlijke en agrarische structuur. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN en van Vlaams minister Ludo SANNEN:

De Vlaamse regering beslist principieel tot vaststelling van het Vlaams reglement inzake milieueffect- en veiligheidsrapportage (MER-VR). De bevoegde minister wordt gemachtigd een evaluatieverslag op te maken over het toepassingsgebied van de plan- en project-MER ten laatste twee jaar na de inwerkingtreding van dit uitvoeringsbesluit. Hij moet bij een volgende herziening van VLAREM een voorstel van vereenvoudiging doen met betrekking tot rapportages die worden geëist in het kader van milieuvergunningsaanvragen volgens de huidige VLAREM- regels. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de SERV, de MiNa-raad en de Vlaamse Commissie voor Ruimtelijke Ordening.

Op voorstel van Vlaams minister Dirk VAN MECHELEN, van Vlaams minister Ludo SANNEN en van Vlaams minister Patricia CEYSENS:

Op 3 april 2001 werd in Parijs het Verdrag tot oprichting van de Internationale Organisatie voor Wijnstok en Wijn (Organisation Internationale de la Vigne et du Vin, OIV) gesloten. Bij de inwerkingtreding van het Verdrag zal de OIV het Internationaal Bureau voor Wijnstok en Wijn (Office International de la Vigne et du Vin) vervangen. Het OIV is een intergouvernementele organisatie van wetenschappelijke en technische aard die bedrijvig is op het vlak van wijnbouwproducten. De Vlaamse regering keurt principieel het voorontwerp van decreet goed dat instemt met het Verdrag tot oprichting van de OIV. Het voorontwerp van decreet wordt voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Paul VAN GREMBERGEN:

Aansluitend op het Lambermontakkoord, dat een ruime bevoegdheidsoverdracht aan de gewesten met zich bracht inzake de lokale besturen, keurt de Vlaamse regering, na advies van de SERV en de Hoge Raad voor Binnenlands Bestuur en na onderhandelingen met de erkende vakorganisaties opnieuw het voorontwerp van Provinciedecreet principieel goed. Het voorontwerp regelt in hoofdzaak de inrichting, de werking en de bevoegdheid van de provincieraad en de bestendige deputatie. Het regelt verder onder meer ook de aanstelling van de gouverneur en de arrondissementscommissarissen, de rechtspositie en de inrichting van de provinciediensten en de personeelsaangelegenheden. De vijf grote krachtlijnen van het voorontwerp zijn: deregulering, het primaat van de politiek versterken, het ambtelijk apparaat responsabiliseren, een soepeler interne organisatie mogelijk maken en de burger als partner van het provinciaal bestuur bij het beleid betrekken. Over het voorontwerp zal er nog advies worden ingewonnen bij de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Gilbert BOSSUYT:

De Vlaamse regering stemt in met de omzetting van twee Europese richtlijnen in een koninklijk besluit inzake gemeenschappelijk voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en de werkzaamheden van de maritieme instanties.

Op voorstel van Vlaams minister Ludo SANNEN:

De Vlaamse regering bepaalt haar standpunt ten aanzien van het voorstel van wijzigingsdecreet van Johan Malcorps, Partick Lachaert, Jacky Maes en Jos Bex over de milieuvergunning. Het voorstel voorziet de juridische basis om het ingeperkt gebruik van genetisch gemodificeerde of pathogene organismen aan bijkomende vereisten inzake kennisgeving of toelating te onderwerpen.


* * *

In het kader van BBB (Beter Bestuurlijk Beleid) keurt de Vlaamse regering principieel het voorontwerp van decreet goed tot oprichting van het Instituut voor Landbouw- en Visserijonderzoek onder de vorm van een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid. Hierover zal nog advies worden ingewonnen bij de SERV, de Vlaamse Land- en Tuinbouwraad en daarna bij de Raad van State.


* * *

De Vlaamse regering wijzigt het besluit betreffende de omkadering van de zeevisserij en de aquicultuur. Hiermee wordt de samenstelling van het Vlaams Visserijcomité (VVC) geactualiseerd. Tevens wordt het secretariaat van het Comité toevertrouwd aan de dienst Zeevisserij in Oostende. Het VVC is een vergadering van bedrijven uit de visserijsector die advies geeft aan de beleidsmakers. Die actualisering was nodig door een aantal recente ontwikkelingen in de sector. De Onderlinge Visafslag van Oostende bestaat niet meer en het AGVO en het EVO zijn nieuwe belangrijke organisaties. Deze organisaties zijn vertegenwoordigd in het Vlaams visserijcomité.


* * *

De Vlaamse regering beslist na advies van de Raad van State definitief tot wijziging van het KB van 30 november 2001 betreffende de slachtpremie in de rundvleessector en de zoogkoeienpremie en het extensiveringsbedrag voor zoogkoeien. Veehouders komen in aanmerking voor de premie voor runderen die minimum 7 maanden oud zijn, 2 maanden op het bedrijf zijn en geen negatief rapport kregen bij de controles. Veehouders kunnen ook rekenen op een extra extensiveringspremie als ze minder dieren per hectare houden dan bepaald in de Europese norm. Ze wijzigt ook definitief het KB van 3 mei 1994 betreffende de premie ten behoeve van producenten van schapenvlees, en het KB van 19 december 2001 betreffende de instelling van een steunregel voor producenten van bepaalde akkerbouwgewassen. De wijzigingen kaderen vooral in de bevoegdheidsoverdracht van het federale niveau naar de gewesten. De aanpassing van het KB van 3 mei 1994 betreft voornamelijk de aanvraagprocedure, de premievoorwaarden en de premieberekening. Daarnaast wordt ook de mogelijkheid om premierechten te verdelen uit de nationale reserve voorzien. Om aanspraak te maken op de premies moeten de houders wel over een quotum beschikken en mogen hun schapen geen negatieve controles hebben gehad. Verder moeten de schapen aan bepaalde voorwaarden voldoen. Tevens worden in beide besluiten nog enkele technische aanpassingen aangebracht om de oude federale benamingen aan te passen aan de regionalisering en de verwijzingen naar de verordeningen te actualiseren.


* * *

De Vlaamse regering beslist principieel tot instelling van een steunregeling voor de erkende eerste verwerkers in de sector vezelvlas en vezelhennep. Het besluit regelt de praktische maatregelen inzake erkenning van eerste verwerkers, de voorwaarden voor toekenning van steun, de vaststelling van de garantiedrempels, de voorschotten en de strafmaatregelen bij fraude. Met dit besluit worden de verordeningen van de Europese Gemeenschap omgezet naar Vlaamse regelgeving. Het besluit wordt nog voor advies voorgelegd aan de Raad van State.

Op voorstel van Vlaams minister Adelheid BYTTEBIER:

De Vlaamse regering beslist tot herverdeling van de budgetten voor het begrotingsjaar 2003 ter uitvoering van het Vlaams Intersectoraal Akkoord voor de socialprofitsector. Ze wijzigt ook het subsidiebesluit van 18 december 1998 van de verenigingen en welzijnsvoorzieningen in de thuiszorg. Het besluit kadert in de uitvoering van de maatregelen loonharmonisering, DAC-regularisatie en DAC-jobcreatie in 2003 in de betrokken sectoren.

Op voorstel van Vlaams minister Patricia CEYSENS:

Na advies van de Raad van State keurt de Vlaamse regering het ontwerpdecreet definitief goed dat instemt met de samenwerkingsovereenkomst tussen Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en België binnen het Airbus A330/A340-programma. Deze overeenkomst werd op 26 juli 1995 ondertekend in Madrid en omschrijft de verplichtingen van de samenwerkende regeringen met betrekking tot de ontwikkeling en eventuele financiering van de verkoop van de vliegtuigen Airbus A330/A340. De Airbus A330 en A340 zijn supersonische burgervliegtuigen voor middellange en lange afstanden. Daarnaast bepaalt de overeenkomst ook de regelingen voor de follow-up van het programma. Het ontwerpdecreet wordt ingediend bij het Vlaams Parlement.

Op voorstel van Vlaams minister Marino KEULEN:

Na advies van de Raad van State wijzigt de Vlaamse regering definitief het besluit van 18 december 1992 inzake de instelling van een aanpassings- en verbeteringspremie voor woningen (VAP). Het bestaande stelsel van VAP wordt verbreed en geactualiseerd. De aanvraag wordt vereenvoudigd en de premiebedragen aangepast.


* * *

De Vlaamse regering beslist een niet-gereglementeerde subsidie toe te kennen als voorschot op de subsidiëring van de loonkosten van het vierde kwartaal van 2003 aan bepaalde initiatieven binnen de sector Sport, die personeelsleden tewerkstellen in een gewezen DAC-statuut. Dit besluit geeft uitvoering aan de beslissing van de Vlaamse regering van 14 december 2001 inzake de regularisatie van de personeelsleden met DAC-statuut in de sector Sport. Het huidige besluit betreft organisaties waarvoor het totaal subsidiebedrag hoger is dan 150.000 euro. Concreet zal een voorschot van 411.141,97 euro worden uitbetaald aan het Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding in Gent. Deze organisatie stelt personeelsleden tewerk in een gewezen DAC-statuut voor een totaal van 36 voltijdse equivalenten.

De persconferenties van de Vlaamse regering kunnen worden beluisterd op: www.vlaanderen.be/persconferenties


---
einde

---


---