Wageningen Universiteit

Aan de redactie | |

|                                           |
|persbericht / nr. ALT281103                          |
Gevolgen Europese Kaderrichtlijn Water voor landbouw, natuur, recreatie en visserij

Implementatie van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) in Nederland kan grote gevolgen hebben voor de landbouw. Dat blijkt uit een quick-scan van Alterra van Wageningen UR, Aquarein, gevolgen van de Europese Kaderrichtlijn Water voor landbouw, natuur, recreatie en visserij. Om in Nederland tot een goede ecologische toestand van de oppervlaktewateren te komen moet bij de in deze studie gemaakte veronderstellingen de emissie van nutriënten drastisch worden gereduceerd.

De Europese Kaderrichtlijn Water heeft als doel duurzaam gebruik van water te bevorderen en de kwaliteit van watersystemen te beschermen en waar mogelijk te verbeteren. De implementatie van de KRW in Nederland is de verantwoordelijkheid van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De KRW kan ook gevolgen hebben voor de beleidsterreinen van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). Daarom heeft LNV aan Alterra gevraagd op korte termijn de mogelijke gevolgen van de KRW voor de sectoren landbouw, natuur, recreatie en visserij inzichtelijk te maken via een quick-scan.

In de quick-scan zijn de voor de uitvoering van de KRW noodzakelijke stappen doorlopen om de gevolgen van de richtlijn te verkennen. Omdat de KRW vraagt verontreinigingen aan de bron aan te pakken, is voor de landbouw als bron van zowel gewasbeschermingsmiddelen als nutriënten verkend hoe de voor de ecologische doelstellingen vereiste waterkwaliteit voor deze stoffen kan worden gerealiseerd. Twee ambitieniveaus voor ecologische doelstellingen zijn beschouwd: een 'goede ecologische toestand' en een 'zeer goede ecologische toestand'.

Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen in de aardappelteelt, waartoe de studie is beperkt, lijkt bij ambitieniveau 'goede ecologische toestand' geen grote problemen voor de realisatie van de KRW te leveren. Voor een 'zeer goede ecologische toestand' zijn meer emissiereducerende maatregelen nodig omdat zonder deze maatregelen de gekozen norm op meer plaatsen wordt overschreden.

Voor nutriënten zijn voor het bereiken van een 'goede ecologische toestand' forse ingrepen nodig. Op tweederde van het landbouwareaal kunnen de doelstellingen niet worden gerealiseerd met alleen ingrepen in de grondgebonden landbouw. Als het ambitieniveau 'zeer goede ecologische toestand' landelijk wordt nagestreefd, blijkt het erg moeilijk de ecologische doelen te realiseren, zelfs niet nadat in heel Nederland de grondgebonden landbouw uit productie is genomen.

Uit de resultaten van de Alterra-studie blijkt dat de opgaven om de KRW voor 2015 te realiseren erg groot zijn. Daarom lijkt het nastreven van hoge ecologische doelen in een beperkt aantal gebieden realistischer. Het indelen van Nederland in kleinere deelgebieden maakt maatwerk mogelijk: gerichte ecologische doelen en gebiedsspecifieke maatregelen. Hierdoor lijken ook de gevolgen voor de sector landbouw te kunnen worden gedifferentieerd.

Uit de studie blijkt dat vaak fosfaat maatgevend is om ecologische doelstellingen in het oppervlaktewater te realiseren. Fosfaatvoorraden in de bodem en kwel dragen voor een aanzienlijk deel bij aan de uitspoeling van fosfaat. Het milieueffect van brongerichte maatregelen in de landbouw is daardoor beperkt. Effectgerichte maatregelen zijn perspectiefrijker. De effecten hiervan zijn voor Nederlandse omstandigheden echter niet goed bekend. Deze kennis is echter nodig om tot gebiedsplannen te komen.

Effectgerichte maatregelen om milieudoelstellingen te realiseren kunnen tegelijkertijd een positieve bijdrage leveren aan herstel van de morfologie, natuur, landschap, recreatie en visserij. De samenstellers van het rapport bevelen aan deze aspecten integraal mee te nemen bij het zoeken naar geschikte maatregelen.