Vrije Universiteit Amsterdam

Informatie voor de pers. Vrije Universiteit Amsterdam. 03/12/2003


---

Rekeningrijden lost files echt op

Als rekeningrijden op de goede manier wordt toegepast voor verkeersknelpunten als het Coenplein, kan het fileleed naar verwachting grotendeels worden opgelost zonder dat automobilisten op een ander tijdstip op hun werk hoeven te verschijnen of alternatieven voor de auto moeten zoeken. Die goede manier houdt onder meer in dat het niet op elk moment van de dag even duur is om het knelpunt te passeren, maar dat het prijsbeleid wél op alle wegstroken geldt. Andere manieren leiden tot mindere en soms slechte resultaten. Het wegennetwerk wordt zo goed als "zelffinancierend" als we prijs- en investeringsbeleid goed op elkaar afstemmen: wegenbelasting kunnen we schrappen en alleen de gebruiker betaalt voor aanleg en onderhoud van wegen. Hoogleraar Ruimtelijke economie prof. dr. Erik Verhoef spreekt op dinsdag 9 december zijn oratie uit en zet daarin recente en minder recente economische inzichten omtrent files en prijsbeleid op een rijtje.

"De nationale tijdverliezen gemoeid met tandenpoetsen zijn waarschijnlijk groter dan die door filerijden. Toch maken economen zich doorgaans drukker om files dan om tandenpoetsen. De reden is dat congestie geconcentreerd in de tijd en ruimte optreedt en, vooral, dat er een goede economische reden is om in te grijpen", aldus de hoogleraar.

Verhoef beantwoordt in zijn oratie onder meer de volgende vragen: Wat is de economische motivatie voor het gebruiken van prijsbeleid ten aanzien van files? Wat is de relatie tussen prijsbeleid en wegaanleg in een economisch optimaal beleid? Wat zou zulk optimaal beleid in grote lijnen betekenen voor Nederland? Waarom en hoe kun je met prijsbeleid files fors verkorten en grote maatschappelijke welvaartswinsten realiseren, zelfs als er tijdens de spits helemaal niet minder wegverkeer is en er dus bijvoorbeeld niemand het openbaar vervoer in "hoeft"? Wat zou het toepassen van dat idee afkomstig van de Nobelprijs winnaar William Vickrey betekenen voor de dagelijkse file voor het Coenplein? Waarom zijn economen doorgaans niet erg enthousiast over betaalstroken, en al helemaal niet als private wegaanbieders deze beheren? Waarom leidt het naïef toepassen van de theorie uit de tekstboeken bij prijszetting op een betaalstrook misschien zelfs tot een maatschappelijk welvaartsverlies in plaats van een welvaartswinst?

Verhoef bespreekt in zijn oratie niet alleen files. Hij gaat ook in op toekomstig onderzoek naar andere stedelijke "externe effecten": welvaartseffecten waarvoor geen markt bestaat. Voorbeelden zijn "agglomeratie-effecten" (die factoren die er voor zorgen dat huishoudens en bedrijven het kennelijk aantrekkelijk vinden zich ruimtelijk te concentreren), "buurt-effecten" (waardoor segregatie van bevolkingsgroepen kan ontstaan of versterkt kan worden) en stedelijke milieueffecten (zoals vervuiling, stank en geluidshinder). Naast dat het hier om actuele maatschappelijke problemen gaat die met name in een dichtbevolkt land als Nederland van groot belang zijn, bieden ze volgens Verhoef een complex maar uitdagend onderwerp voor stedelijk-economisch onderzoek.