Universiteit Maastricht

Persbericht
Universiteit Maastricht
8 december 2003

Besmetting met variant herpesvirus versnelt proces aderverkalking

Doorbraak in de risicofactoren voor atherosclerose

Atherosclerose (aderverkalking) is vaak de achterliggende oorzaak van beroertes, hartinfarcten en gangreen en daarmee één van de belangrijkste doodsoorzaken in de Westerse wereld. Onderzoek naar mogelijke risicofactoren waardoor atherosclerose kan ontstaan en zich ontwikkelen, is daarom uitermate relevant voor behandeling van deze aandoening. Recent is gesuggereerd dat infecties met cytomegalovirus een rol spelen in de ontwikkeling van aderverkalking. Hierover was tot voor kort echter weinig tot niets bekend. Biochemicus Inge Vliegen onderzocht de invloed daarom door experimenten met muizen uit te voeren en kwam tot de conclusie dat het virus het atherosclerotische proces daadwerkelijk beïnvloedt. Ze ontdekte bovendien dat het heel waarschijnlijk is dat niet alleen besmetting met dit virus, maar dat afweerreacties van het lichaam op "willekeurige" infecties in het algemeen aderverkalking bevorderen. Op woensdag 10 december 2003 promoveert zij op dit onderzoek, dat met financiële steun van de Nederlandse Hartstichting wordt uitgegeven, bij de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit Maastricht.

Het cytomegalovirus behoort tot de herpesvirusgroep en infectie ermee kan leiden tot retinis, hepatitis en colitis. Om de eventuele bijdrage van dit virus aan de ontwikkeling van aderverkalking te onderzoeken, gebruikte Vliegen een muismodel, de zogenaamde apoE-/- muis. Bij deze muizen ontbreekt het apoE-gen dat een belangrijke rol speelt bij het vetmetabolisme. Deze muizen hebben daardoor een hoog cholesterolniveau en ontwikkelen atherosclerose op een manier die vergelijkbaar is met de manier bij mensen. Om het effect van het cytomegalovirus op aderverkalking in deze muizen te bestuderen, werd een groep jong volwassen apoE-/- muizen geïnfecteerd met de muisvariant van het cytomegalovirus. Vliegen analyseerde na twee weken én na twintig weken de vaten van geïnfecteerde en controle apoE-/- muizen die niet waren geïnfecteerd met het virus, op de aanwezigheid van atherosclerose.

Zowel vroeg na infectie als op lange termijn werden er verschillen gevonden tussen de geïnfecteerde en de controle groep, die erop wezen dat cytomegalovirus het atherosclerotische proces versnelt. Om meer inzicht te krijgen in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de geobserveerde stimulatie, deed zij andere experimenten met de muizen. Daardoor was zij in staat om afzonderlijk te kijken naar zowel de indirecte effecten als directe effecten van het virus op de aderverkalking. Tot de indirecte effecten behoren de afweerreacties van het lichaam op een infectie, die op hun beurt in een stimulatie van atherosclerose resulteren. Bij directe effecten gaat het om het effect van cytomegalovirus zelf op de cellen van de vaatwand. Beiden bleken het proces van aderverkalking te versnellen. Vooral de eerste bevinding met betrekking tot afweerreacties is opzienbarend en belangwekkend. Dit betekent dat stimulatie van het afweersysteem door een "willekeurige" infectie het proces van aderverkalking versnelt.

Noot voor de pers
Voor vragen kunt u terecht bij Inge Vliegen, met uitzondering van 10 tot 12 december, 043-3876647/ 0433876644, mail to: ivl@lmib.azm.nl
De Afdeling Communicatie van de UM is bereikbaar via 043 3882044. Voor urgente zaken buiten kantooruren: 06 4602 4992, mail to: pers@bu.unimaas.nl