Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk SV/V&V/03/92537

Onderwerp Datum Goedkeuring van het op 30 juni 2000 te 9 december 2003 's-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag
inzake sociale zekerheid tussen het
Koninkrijk der Nederlanden en Nieuw-
Zeeland (28 278)

De Tweede Kamer heeft tijdens de behandeling van bovengenoemd wetsvoorstel een motie van het lid Hessels aangenomen (TK 2002-2003, 28 278, nr. 8). Deze motie vraagt de regering de mogelijkheden te onderzoeken om het deel van de AOW-uitkering dat als gevolg van de toepassing van het Verdrag met Nieuw-Zeeland inzake sociale zekerheid, niet tot een daadwerkelijke netto inkomensvooruitgang leidt, uit te sluiten van de AOW-franchise in de ABP-pensioenen.

Naar aanleiding van deze motie heeft de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties op mijn verzoek aan de Pensioenkamer van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid (ROP) de vraag voorgelegd of de Raad bereid is de ABP- regeling aan te passen om dergelijke inkomenseffecten ongedaan te maken.

De Pensioenkamer is echter van mening dat de eventuele negatieve gevolgen voor gepensioneerden in Nieuw-Zeeland als gevolg van de samenloop van AOW en ABP- pensioen geen zaak is die de sociale partners in de Pensioenkamer dienen op te lossen. Daarnaast meent de Pensioenkamer dat de aanpassing van het pensioenreglement van het ABP voor de oplossing van een specifiek probleem in een bepaald land, ongewenste gevolgen kan hebben voor het beleid ten aanzien van andere landen en andere pensioenfondsen.




---

Nu het niet mogelijk blijkt deze kwestie op te lossen door middel van aanpassing van het pensioenreglement van het privaatrechtelijke pensioenfonds ABP, zal ik deze kwestie bij de Nieuw-Zeelandse verdragspartner in de toekomst aan de orde stellen.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)