Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid
De voorzitter van de Commissie Het Werkend Perspectief Postbus 90801
2509 LV Den Haag
de heer mr. A.A. Westerlaken Anna van Hannoverstraat 4
Postbus 718 Telefoon (070) 333 44 44
Telefax (070) 333 40 33
2130 AS Hoofddorp
Uw brief Ons kenmerk
SV/R&S/03/90419
Onderwerp Datum
Aanvullende adviesaanvraag "integrale 8 december 2003
aanpak (re)integratie jonggehandicapten"
Geachte heer Westerlaken,
Jonggehandicapten vormen een specifieke aandachtsgroep in onze samenleving. Als gevolg
van hun handicap kan het vinden van een passende arbeidsplaats extra moeilijkheden met
zich meebrengen. Voor de (re)integratie van jonggehandicapten naar werk zijn onder andere
de instrumenten uit de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten (Wet REA)
beschikbaar. Het gaat daarbij om de mogelijke inzet van een reïntegratietraject, al dan niet
met scholing via de REA-scholingsinstituten, werkplekaanpassingen en werknemer
gebonden voorzieningen ten behoeve van het wegnemen van belemmeringen om te gaan
werken, inclusief begeleiding op de werkplek. Daarnaast bestaat de mogelijkheid van
werken via de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) voor diegene die alleen onder
aangepaste omstandigheden kunnen deelnemen aan het arbeidsproces.
In de ontwikkeling van mijn arbeidsongeschiktheids- en reïntegratiebeleid heeft de
werkgever een steeds belangrijkere rol als belanghebbende en financier van reïntegratie.
Kenmerkend voor een jonggehandicapte is dat er in beginsel geen werkgever is. Het is een
belangrijke taak van de overheid om ook de (re)integratie van de jonggehandicapten
zorgvuldig vorm te geven. De Wet gelijke behandeling speelt hierbij natuurlijk een
belangrijke rol. Voor de participatie en de inkomenspositie is arbeid juist voor deze groep
van belang. Het benutten van hun arbeidscapaciteit moet ondersteund worden zodat
jonggehandicapten niet duurzaam buiten het arbeidsproces staan.
Tijdens ons overleg van 18 augustus 2003 heb ik u daarom gevraagd mij in maart 2004 te
adviseren over de invulling van de regierol bij de (re)integratie van jonggehandicapten. Met
deze brief wil ik u aanvullend verzoeken om in uw advies in ieder geval ook de volgende
twee onderwerpen aan de orde te stellen.
---
Aanvullend op de reguliere middelen heb ik jaarlijks 11,5 miljoen extra beschikbaar
gesteld op mijn begroting zodat het UWV gerichte acties ter oplossing van specifieke
knelpunten bij de (re)integratie van jonggehandicapten kan realiseren. Voor de volledigheid
stuur ik als bijlage de brief die ik de Tweede Kamer heb gestuurd over de besteding van dit
bedrag. Ik verzoek u om met uw advies een bijdrage te leveren met betrekking tot de
inventarisatie en oplossing van knelpunten bij de (re)ïntegratie van jonggehandicapten in het
licht van de genoemde jaarlijkse extra middelen van 11,5 miljoen.
Er hebben mij signalen bereikt dat de aansluiting tussen onderwijs en werk een
aandachtspunt vormt. Jonggehandicapten moeten tijdens hun deelname aan onderwijs goed
worden voorbereid op de arbeidsmarkt. Tijdens het laatste schooljaar is begeleiding bij het
maken van een beroepskeuze of doorverwijzing naar een passende vervolgopleiding met
goede arbeidsmarktperspectieven van belang. Indien na het volgen van onderwijs geen
passend werk is gevonden moet ondersteuning naar werk geboden worden. Dit geldt ook
voor de jonggehandicapte schoolverlater die geen uitkering heeft en hierdoor minder
zichtbaar is voor het UWV of de gemeente. Daarnaast blijken er diverse partijen betrokken
te zijn bij het vinden van een passende arbeidsplaats voor een jonggehandicapte. Naast de
school en het UWV spelen bijvoorbeeld de ouders, ouderverenigingen, de Sociaal
Pedagogische Dienst, het CWI, reïntegratiebedrijven, het SW bedrijf en zorginstellingen een
rol. Graag zie ik de schakeling tussen onderwijs en werk alsook de verantwoordelijkheid en
de rol van de diverse betrokken partijen in uw advies aan de orde komen.
Ten tweede vraag ik u om het element nazorg en (persoonlijke) begeleiding op de werkplek
mee te nemen in uw advies. Niet alleen het verwerven maar vooral ook het behouden van
passende arbeid is van belang. Zowel de Wet REA als de Wsw biedt de mogelijkheid van
(intensieve) begeleiding op de werkplek. Begeleiding op de werkplek is een kostbaar
instrument dat vooral wordt ingezet bij de (re)integratie van jonggehandicapten. Ik bezin mij
momenteel op stroomlijning van beide regelingen. Uit oogpunt van deregulering is het
immers niet wenselijk om in twee verschillende wetten een vergelijkbaar instrument te
handhaven. Het gebruik, de intensiteit en de duur van het instrument begeleid werken
moeten daarom nader bezien worden.
Ondertussen heeft uw Commissie de werkgroep "Wajong Wegen naar Werk" opgestart. Ik
vertrouw erop dat u met deze werkgroep en met uw advies een waardevolle bijdrage kunt
leveren aan de toekomstige gedachtevorming over de reïntegratie van jonggehandicapten.
Graag zie ik uw advies in maart 2004 tegemoet, in afwachting hierop verblijf ik,
Hoogachtend,
de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(mr. A.J. de Geus)
---
i.a.a. de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Bijlage: brief aan de Tweede Kamer omtrent besteding van 11,5 aan optimalisering
reïntegratie Wajonggerechtigden.