Ministerie EZ


Vragen van het lid Gerkens (SP) aan de minister van Economische Zaken over mogelijke stijging van stroomprijzen in Nederland (Ingezonden 17 november 2003)

Datum: 10-12-2003

De Minister van Economische Zaken, mr. L.J. Brinkhorst , heeft deze vragen als volgt beantwoord.


---
Wat is uw mening over het artikel 'Industrie in gevaar door dure stroom' Ik heb kennis genomen van dat artikel. Mijn reactie op dat artikel is te vinden in de brief aan uw Kamer met kenmerk ME/EM/3070292.


2 en 3
Onderschrijft u de conclusie dat de stroomprijzen in Nederland en omringende landen dit jaar met tientallen procenten zijn gestegen? Zo neen, waarom niet? Is dit volgens u alleen te verklaren door de hogere olie- en steenkoolprijzen? Zo ja, hoe komt het dat de prijzen ook in België en Frankrijk zo gestegen zijn?

De prijzen op zowel de Amsterdam Power Exchange als de OTC(Over the counter)-markt zijn de afgelopen maanden inderdaad gestegen. Aan de prijsstijgingen op de APX liggen waarschijnlijk vooral incidentele factoren ten grondslag. Ik heb ze in mijn brief van
1-12-03 aan de Kamer genoemd. De prijzen op de Nederlandse OTC-markt liggen structureel hoger dan in landen als Duitsland en Frankrijk. Dat komt in hoofdzaak door de brandstofmix. In Nederland wekken centrales vooral elektriciteit op uit gas, terwijl in Duitsland bruinkool en steenkool de primaire brandstoffen zijn en de Franse elektriciteitsproductie vooral op kernenergie berust. De Nederlandse prijsbewegingen op de OTC-markt zijn echter wel vergelijkbaar met die in omringende landen. De prijzen in België volgen in het algemeen de Nederlandse prijzen. Dat de prijzen in Frankrijk zijn gestegen kan te maken hebben met de dominante positie van de belangrijkste producent in dat land en met het feit dat de Duitse prijsontwikkelingen van invloed zijn op de Franse prijzen.


---
Is het waar dat marktmacht van de grote producenten hierbij een rol speelt door de toegenomen verticale integratie in de stroomsector? Zo ja, waarom treedt de Dienst Toezicht Energie hier niet streng(er) tegen op? Zo neen, waarom niet?

De verticale integratie van de elektriciteitssector en de daarmee gepaard gaande marktmacht kunnen inderdaad een rol spelen bij prijsontwikkelingen. Verticale integratie kan leiden tot een afname van liquiditeit op de markt. Het preventief concentratietoezicht in het kader van de Mededingingswet is er om de gevolgen van horizontale concentratie en verticale integratie voor de concurrentie op de markt te beoordelen. Dat toezicht is opgedragen aan de NMa, als handhaver van de Mededingingswet. Dat de NMa daarbij adequaat opereert blijkt uit de recente beoordeling van de overname van elektriciteitsproducent Reliant door NUON. De NMa heeft pas ingestemd met de overname nadat betrokken partijen garanties hadden gegeven voor de veiling van 900 MW aan productiecapaciteit. Dat komt de liquiditeit en de concurrentie op de markt ten goede. De DTe is, zoals u weet, een afzonderlijke kamer van de NMa. Als toezichthouder op de elektriciteitsmarkt heeft DTe geen zelfstandige taak bij het handhaven van de mededinging. Wel brengt DTe in voorkomende gevallen zijn specifieke kennis van de energiemarkten in. Bij het verrichten van de daarbij benodigde marktanalyses, werken beide organisaties uiteraard nauw samen.


---
Vindt u dat er voldoende productiecapaciteit van elektriciteit in Nederland aanwezig is? Zo ja, waarom? Zo neen, waarom niet?

Ja.
Nederland bevindt zich vooralsnog in de comfortabele situatie dat er voldoende aanwezige elektriciteitsproductiecapaciteit beschikbaar is, aangezien het reservevermogen 23 % bedraagt. Inclusief importcapaciteit bedraagt het reservevermogen 46%. Uitgaande van de momenteel beschikbare reservemarge, is de kans erg klein dat er op de korte termijn onvoldoende productiecapaciteit is om in de vraag naar elektriciteit te voorzien. Zoals ik in de Kamerbrief van 3 september jl. heb aangegeven bestaat wel de zorg in hoeverre er op de lange termijn voldoende productiecapaciteit in Nederland aanwezig zal zijn. In een recent advies spreekt de directeur DTe de verwachting uit dat, wanneer er de komende jaren geen nieuwe investeringen in productiecapaciteit bovenop de al aangekondigde plannen worden gepleegd, er na 2007 sprake zal zijn van een sterk oplopend structureel tekort van binnenlandse productiemiddelen ten opzichte van de binnenlandse vraag . Het is essentieel dat er voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid op de langere termijn tijdig geïnvesteerd wordt door marktpartijen in voldoende productievermogen. In genoemde brief doe ik nieuwe beleidsvoorstellen die zo concreet mogelijk bijdragen aan de borging van het publieke belang van voorzieningszekerheid. Conform mijn toezegging in de brief van 3 september jl. zal ik u hier voor de zomer van 2004 nader over rapporteren.


---
Hoe beoordeelt u in het licht hiervan de liberalisering van de elektriciteitsmarkt? Is dit de heilzame werking van de markt?

Zoals ik in genoemde brief heb gesteld zie ik in de prijsstijgingen geen aanleiding de liberalisering van de elektriciteitsmarkt ter discussie te stellen. De afgelopen jaren hebben een gestage daling van de elektriciteitsprijs laten zien omdat ondernemingen een efficiencyslag hebben gemaakt. De huidige prijsfluctuaties horen bij marktwerking. Prijsstijgingen kunnen duiden op afnemende overcapaciteit. Deze dragen bij aan de voorzieningszekerheid omdat investeringen in productiecapaciteit aantrekkelijker worden. Wel is het van belang ervoor te zorgen dat de concurrentie op de elektriciteitsmarkt voldoende effectief is. Daarvoor moet aan twee voorwaarden zijn voldaan. Een voldoende mate van liquiditeit op de markt en een effectief mededingingsbeleid. In de brief heb ik aangegeven hoe aan de vergroting van de liquiditeit wordt gewerkt. Het toezicht op de mededinging is bij de NMa in goede handen. Een markt in transitie vraagt wel om extra waakzaamheid. Ik zal daarom NMa en DTe vragen de ontwikkelingen op de elektriciteitsmarkt de komende jaren nauwgezet te blijven volgen en monitoren. DTe zal ik vragen een onderzoek te doen naar de ontwikkeling van de liquiditeit op de Nederlandse markt.

Meer informatie
Voor meer informatie over dit onderwerp kunt u terecht bij Postbus 51, telefoon 0800 - 6463951, e-mail: ezinfo@postbus51.nl. Voor journalisten: Jan van Diepen, persvoorlichter, telefoon (070) 379 60 73, e-mail: J.S.vanDiepen@minez.nl